Oefentoets klas 3 h 3 en 4

Oefentoets klas 3 h 3 en 4
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstWOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets klas 3 h 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Waarom waren de eerste christenen bereid voor hun geloof te sterven?
A
Ze geloofden na hun marteldood bij God eeuwig verder te leven.
B
Ze kregen geen kans een ander standpunt in te nemen.
C
Ze kregen veel geld voor hun kinderen als zij zich lieten doden.
D
Ze wilden niet langer op aarde leven.

Slide 2 - Quizvraag

Aanvankelijk werden de christenen in het Romeinse rijk vervolgd maar later stopte dat. Wat was de aanleiding hiertoe?
A
De christenen vormden een meerderheid in het Romeinse rijk en wonnen daardoor de verkiezingen.
B
De christenen pleegden een staatsgreep en namen vervolgens voor hen gunstige politieke besluiten.
C
Een keizer van het Romeinse Rijk had alle bezittingen van christenen verkocht en was rijk geworden.
D
Een nieuwe keizer, Constantijn, werd christelijk en was toleranter dan zijn voorgangers.

Slide 3 - Quizvraag

Wat was het algemene doel van de kruistochten?
A
Bevrijding van de heilige plaatsen in Palestina van de moslims.
B
Het evangelie in zo veel mogelijke landen van Europa verkondigen.
C
Joden in Europa tot het christendom bekeren.
D
Moslims laten kennismaken met het christendom zodat zij christenen werden.

Slide 4 - Quizvraag

Waar levert Erasmus in zijn boek “lof der zotheid” kritiek op:
A
Het bijgeloof van zowel het gewone volk als dat van kloosterlingen.
B
Kritiek op de aflaathandel.
C
De discussie in de kerk over de ware kern van het geloof.
D
De onaantastbare positie van paus I

Slide 5 - Quizvraag

Wat wilde Luther bereiken met zijn 95 stellingen?
A
Hij wilde een nieuwe protestante kerk beginnen.
B
Hij wilde een discussie in de kerk over de ware kern van het geloof
C
Hij wilde de paus helpen met nieuwe regels voor de katholieke kerk.
D
Hij wilde laten zien hoe goed hij was met zijn Bijbelse kennis.

Slide 6 - Quizvraag

De betekenis van het woord “katholiek” is.
A
Kerk
B
Klooster
C
Geloof
D
algemeen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noemen we de kerkelijke rechtbank om ketters op te sporen en te veroordelen.
A
Iconostase
B
Claustrum
C
Inquisitie
D
Crucifix

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord "klooster"?
A
Afgesloten
B
Eerbiedig
C
Gehoorzaamheid
D
Eenheid

Slide 9 - Quizvraag

Wat tastte Luther met zijn verzet tegen de aflaathandel aan?

Slide 10 - Open vraag

Waar is de naam “protestanten” op gebaseerd?

Slide 11 - Open vraag

Hoe noemen we de tussenfase na je dood waarin je straffen moest ondergaan voordat je tot de hemel werd toegelaten.
A
Aflaathandel
B
Inquisitie
C
Institutie
D
Vagevuur

Slide 12 - Quizvraag

Benedictus stelde 3 basisregels op voor kloosterlingen.
A
1. Eenheid. 2. Opleiding 3. Celibaat
B
1. Armoede 2. Gehoorzaamheid 3. Kuisheid.
C
1. Solidariteit 2. Vrede 3. Eerbied voor de schepping
D
1. Bidden 2. Geen bezittingen 3. Werken

Slide 13 - Quizvraag