1.3A Lineaire vergelijkingen met twee variabelen

Maken 33
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maken 33
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  • Bij een schouwburgvoorstelling zijn de entreeprijzen €12 en €15.
  •  De totale opbrengst van de kaartverkoop bedraagt €2520.
  • Stel x is het aantal verkochte kaartjes van €12 en y is het aantal verkochte kaartjes van €15,
  • dan bestaat tussen x en y het verband 12x + 15y = 2520.
  • Je kunt bij dit verband y uitdrukken in x.

Slide 2 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  • Je ziet dat er een lineair verband tussen x en y bestaat.
  • De grafiek van 12x + 15y = 2520 is dus een rechte lijn.
  • De vergelijking 12x + 15y = 2520 is een voorbeeld van een lineaire vergelijking met twee variabelen.
  • Andere lineaire vergelijkingen met twee variabelen zijn           x + 7y = 60, 3x - 2y = 5 en 3p - 2q = 161/2

Slide 3 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  •  De algemene vorm  van een lineaire vergelijking met de variabelen x en y is ax + by = c.
  • De bijbehorende grafiek is een rechte lijn.

Slide 4 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  • Voor a = 2, b = -3 en c = 12 krijg je 2x - 3y = 12.
  • Bij deze vergelijking druk je als volgt y uit in x.
  • We zeggen ook wel: je gaat y vrijmaken.
  • 2x - 3y = 12
  • -3y = -2x + 12
  • y = -2/3x - 4
  • Uit deze formule volgt rc = -2/3 en snijpunt y-as (0, -4)

Slide 5 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  • Om de lijn l: 2x - 3y = 12 te tekenen,
  • is het niet nodig om y vrij te maken,
  • want ook bij de vorm 2x - 3y = 12 kun je een tabel maken met de coördinaten van twee punten.
  • x = 0 geeft -3y = 12, dus y = -4
  • y = 0 geeft 2x = 12, dus x = 6
  • lijn l gaat dus door (0, -4) en (6, 0)

Slide 6 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
  • Het punt (9, 2) ligt op l, want invullen geeft 2 * 9 - 3 * 2 = 12 en dit klopt.
  • We zeggen dat (x, y) = (9, 2) een oplossing is van de vergelijking 2x - 3y = 12.
  • Zo is ook (x, y) = (71/2, 1) een oplossing, want 2*71/2 - 3*1 = 12
  • De oplossingen van 2x - 3y = 12 zijn de getallenparen (x, y) die aan de vergelijking voldoen.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Gegeven is de lijn l: 3x - 5y = 10
a. Voor welke p ligt het punt A(4, p) op l?
b. Voor welke q is (x, y) = (q, 6) een oplossing van 3x - 5y = 10?
c. Bereken de richtingscoëfficiënt van l.

Slide 8 - Tekstslide

Zijn er vragen over het huiswerk?
vierkant 27, 28, 29, 30 + nakijken
cirkel 27, 28, 29, 30, 31 + nakijken
ster 28, 30, 31, 32 + nakijken

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk...
vierkant 34, 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
cirkel 34, 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
ster 36, 37, 38, 39, 40 + nakijken

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
vierkant 34, 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
cirkel 34, 35, 36, 37, 38, 39 + nakijken
ster 36, 37, 38, 39, 40 + nakijken
PW H1 13 oktober

Slide 14 - Tekstslide