Je kunt bij een tekst een lineaire vergelijking met twee variabelen opstellen.
Je kunt bewerkingen uitvoeren met lineaire vergelijkingen met twee variabelen.
Slide 2 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
Bij een schouwburgvoorstelling zijn de entreeprijzen €12 en €15.
De totale opbrengst van de kaartverkoop bedraagt €2520.
Stel x is het aantal verkochte kaartjes van €12 en y is het aantal verkochte kaartjes van €15........
Je kunt bij dit verband y uitdrukken in x.....
Slide 3 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
Je ziet dat er een lineair verband tussen x en y bestaat.
De grafiek van 12x + 15y = 2520 is dus een rechte lijn.
De vergelijking 12x + 15y = 2520 is een voorbeeld van een lineaire vergelijking met twee variabelen.
Andere lineaire vergelijkingen met twee variabelen zijn x + 7y = 60, 3x - 2y = 5 en 3p - 2q = 161/2.
Slide 4 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
De algemene vorm van een lineaire vergelijking met de variabelen x en y is ax + by = c.
De bijbehorende grafiek is een rechte lijn.
Slide 5 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
Voor a = 2, b = -3 en c = 12 krijg je 2x - 3y = 12.
Bij deze vergelijking druk je als volgt y uit in x.
We zeggen ook wel: je gaat y vrijmaken......
Uit deze formule volgt rc = 2/3 en snijpunt y-as (0, -4)
Slide 6 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
Om de lijn l: 2x - 3y = 12 te tekenen,
is het niet nodig om y vrij te maken,
want ook bij de vorm 2x - 3y = 12 kun je een tabel maken met de coördinaten van twee punten.....
lijn l gaat dus door (0, -4) en (6, 0)
Slide 7 - Tekstslide
Lineaire vergelijkingen met twee variabelen
Het punt (9, 2) ligt op l: 2x - 3y = 12 ....
We zeggen dat (x, y) = (9, 2) een oplossing is van de vergelijking 2x - 3y = 12.
Zo is ook (x, y) = (71/2, 1) een oplossing, want.....
De oplossingen van 2x - 3y = 12 zijn de getallenparen (x, y) die aan de vergelijking voldoen.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
Gegeven is de lijn l: 3x - 5y = 10
a. Voor welke p ligt het punt A(4, p) op l?
b. Voor welke q is (x, y) = (q, 6) een oplossing van 3x - 5y = 10?
c. Bereken de richtingscoëfficiënt van l.
Slide 9 - Tekstslide
Zijn er vragen over het huiswerk?
16, 22, 27
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Aan het werk...
basis: 32, 33, 34, 35, 38 + nakijken
uitdaging: 34, 35, 38, 41 + nakijken
Huiswerk: 36, 39
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
Maken 36, 39 + nakijken en inleveren bij opdrachten in teams. Stuur een foto van je opgaven in bij de opdrachten in teams. Wanneer je je huiswerk niet nakijkt en er staat alleen een antwoord, dan is je huiswerk niet gemaakt.