Herhaling K3 - leesvheid - les 1 en les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welke drie leesstrategieën kun jij noemen?

Wanneer ga je globaal lezen?

1. Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord zoekt op een vraag.
2. Als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren.
3. Als je wilt weten waar de tekst over gaat om te zien of deze interessant is.

Wat is belangrijk om te lezen bij het globaal lezen?

1. Je leest de hele tekst.
2. Je leest de titel, inleiding, tussenkopjes .
3. Je kijkt allereerst naar de inhouidsopgave.

Wanneer ga je zoekend lezen?

1. Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord zoekt op een vraag.
2. Als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren.
3. Als je wilt weten waar de tekst over gaat om te zien of deze interessant is.

Voordat je gaat zoeken in een tekst, wat ga je eerst bedenken?

Wanneer ga je nauwkeurig lezen?

1. Als je meer wilt weten over een onderwerp of het antwoord zoekt op een vraag.
2. Als je informatie nodig hebt om iets uit te voeren.
3. Als je wilt weten waar de tekst over gaat om te zien of deze interessant is.

Waar moet je goed op letten bij nauwkeurig lezen?

de verklaring

1. ergens niet meer zonder kunnen
2. zeggen hoe het komt of wat de reden is
3. vermaak
4. doorstaan

ondergaan

1. ergens niet meer zonder kunnen
2. zeggen hoe het komt of wat de reden is
3. vermaak
4. doorstaan

verslaving

1. ergens niet meer zonder kunnen
2. zeggen hoe het komt of wat de reden is
3. vermaak
4. doorstaan

de verhouding

1. kenmerkend
2. uit evenwicht zijn
3. vermaak
4. onderling verband

het entertainment

1. kenmerkend
2. uit evenwicht zijn
3. vermaak
4. onderling verband

specifiek

1. kenmerkend
2. uit evenwicht zijn
3. vermaak
4. onderling verband

specifiek

1. kenmerkend
2. uit evenwicht zijn
3. vermaak
4. onderling verband

uit balans zijn

1. kenmerkend
2. uit evenwicht zijn
3. vermaak
4. onderling verband

stollen

1. gevarieerd aanbod van producten
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. het vast worden van vloeistoffen of vetten
4. aantrekkingskracht

het assortiment

1. gevarieerd aanbod van producten
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. het vast worden van vloeistoffen of vetten
4. aantrekkingskracht

de verleiding

1. gevarieerd aanbod van producten
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. het vast worden van vloeistoffen of vetten
4. aantrekkingskracht

schots en scheef

1. niet recht, door elkaar
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. onbeperkt
4. aantrekkingskracht

de thermostaat

1. niet recht, door elkaar
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. onbeperkt
4. aantrekkingskracht

ongelimiteerd

1. niet recht, door elkaar
2. schakelaar waarmee je de temperatuur kunt instellen.
3. onbeperkt
4. aantrekkingskracht