Organen verteringsstelsel deel 2

Vandaag
Uitleg over de organen van het verteringsstelsel(paragraaf 2.3, bladzijde 111)
Huiswerk paragraaf 1 t/m 3 maken 

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Uitleg over de organen van het verteringsstelsel(paragraaf 2.3, bladzijde 111)
Huiswerk paragraaf 1 t/m 3 maken 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Uit welke organen het verteringsstelsel bestaan.
Wat de functies van deze organen zijn.
Welke verteringssappen welke voedingsstoffen afbreken. 

Slide 2 - Tekstslide

In onze maag worden ... afgebroken.
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vezels

Slide 3 - Quizvraag

Waarom maakt onze lever gal?
A
Om vet te verteren
B
Om vet te laten mengen met de rest van het voedsel
C
Om de voedselbrij te ontzuren
D
Om de voedselbrij te verteren in de dunne darm

Slide 4 - Quizvraag

Welk verteringssap kan de meeste soorten voedingsstoffen verteren?
A
Maagsap
B
Speeksel
C
Alvleessap
D
Gal

Slide 5 - Quizvraag

Verteringsstelsel
In je verteringsstelsel word al je voedsel verteerd, dit betekend dat:
- De goede voedingsstoffen uit de voedingsmiddelen worden gehaald. 
- De rest uit word gescheiden. 

Slide 6 - Tekstslide

Het gebit
Het voedsel moet door veel organen in je lichaam, het is daarom prettig als het een makkelijke vorm heeft en glad genoeg is om overal doorheen te komen. Daarom kauw je eerst je eten en komt er speeksel bij.

Slide 7 - Tekstslide

Het gebit
Daarnaast zorgt het kauwen er ook voor dat je voedsel beter verteert kan worden, dit omdat je voedsel meer oppervlakte krijgt, waardoor er meer verteringssappen tegelijk op het voedsel kunnen komen. Dit heet mechanische vertering

Slide 8 - Tekstslide

De maag
Door de slokdarm komt het eten in de maag terecht. Hier blijft het twee tot 4 uur zitten. Daarna gat het door je maagportier verder. 
In je maag zitten maagsappen, hier zitten peptidasen (enzymen voor eiwitten) in. Dit word geactiveerd door je maagzuur.
De wand in je maag beschermt je tegen het maagzuur. 

Slide 9 - Tekstslide

12-vingerige darm
Door het maagportier komt het voedsel in de 12-vingerige darm terecht, daar word de voedselbrij ontzuurt en worden er andere verteringssappen aan toegevoegd:
- Je lever maakt gal, wat op kan worden geslagen in je galblaas. Je gal maakt vetdruppeltjes kleiner (het verteert het niet, maar emulgeert het).
Practicum uitleggen 
- Je alvleesklier maakt alvleessap, dit kan eiwitten, koolhydraten en vetten verteren. 

Slide 10 - Tekstslide

Dunne darm
Al vrij snel komt de voedselbrij in de dunne darm. Hier word darmsap toegevoegd, wat koolhydraten en eiwitten voor het laatst verteren. 

In je dunne darm worden alle belangrijke, verteerde voedingsstoffen opgenomen. Dit betekend dat een dunne darm een groot oppervlakte heeft. 

Slide 11 - Tekstslide

Dunne darm
Al vrij snel komt de voedselbrij in de dunne darm. Hier word darmsap toegevoegd, wat koolhydraten en eiwitten voor het laatst verteren. 

In je dunne darm worden alle belangrijke, verteerde voedingsstoffen opgenomen. Dit betekend dat een dunne darm een groot oppervlakte heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Dikke darm
Als de voedselbrij door de dunne darm is gegaan zijn alle goede voedingsstoffen opgenomen en blijven er alleen afvalstoffen over. Deze poep je uiteindelijk uit. 

In de voedselbrij zit nog wel veel water dat je lichaam niet wilt verliezen. Daarom haalt je dikke darm al het vocht uit je ontlasting. Alle ontlasting word daarna opgeslagen in de endeldarm, waarna je het uitpoept. 

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les:
Paragraaf 2.2 en 2.3 is huiswerk voor de volgende les, de samenvatting van 2.3 hoeft niet. Daar kunnen jullie nu mee aan de slag :) 

Slide 14 - Tekstslide