Week 6 Tomatensoep

Tomatensoep
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Tomatensoep

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De leerling kan vertellen wat eetbare delen van planten zijn.
  • De leerling kan het verschil tussen peulvruchten en vruchtgroente vertellen.

Slide 3 - Tekstslide

Theorie Groente
Groente = de eetbare delen van planten
Groente = gezond en veel vitamine C
Groente = 90 % water, geen vet, veel vitaminen en mineralen.

Seizoensgroenten: zomer en winter
Seizoen = buiten op de koude volle grond.
Hele jaar = binnen in kassen (glazen schuren)

Slide 4 - Tekstslide

Groente bevat veel vitamine?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 5 - Quizvraag

Hoe worden seizoensgroente geteeld?
A
Buiten op koude volle grond
B
Binnen in kassen

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend seizoensgroenten?
A
Groente die in een deel van het jaar verkrijgbaar zijn.
B
Groente die het hele jaar verkrijgbaar zijn
C
Verzonnen groente

Slide 7 - Quizvraag

Eetbare delen
Welke delen kunnen wij eten en hoe heten ze?

Wortel of knol                                 Peulen
Stengels                                           Koolsoorten
Bladeren                                           Uisoorten
Vruchten

Slide 8 - Tekstslide

Vruchtgroente
Vruchtgroente = groente met de meeste kleuren (kleurrijk)
Oorsprong uit gebieden warm & zonnig
Nederland vooral in kassen.

Voorbeelden: Tomaat, komkommer, augurk, 
paprika, courgette & aubergine

Slide 9 - Tekstslide

Peulvruchten
Peulvruchten = groente die in een peul groeien.
Peulvruchten = altijd langwerpig en moet je koken
Ook de zaden worden als peulvruchten gegeten

Voorbeelden: sperziebonen, haricot verts, 
peultjes, snijboon, tuinboon, 
doperwt & linzen

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn eetbare delen van de plant?

Slide 11 - Woordweb

In de volgende dia krijg je een sleepvraag.
Kijk rustig welk woord bij welk plaatje hoort

Slide 12 - Tekstslide

Peulvrucht
Vruchtgroente
Eetbare delen
Seizoenen

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen peulvruchten en vruchtgroente?

Slide 14 - Open vraag

Planten
Plant: Leeft deels onder de grond deels erboven.

Wortels: water en voeding uit de grond en stevig staan.
Stam: stevigheid, groeien in de lengte en breedte 
             & water vervoeren door de plant.
Bladeren: verdamping van water. Hierdoor blijft er water 
                     vanuit de wortels omhoog komen.

Slide 15 - Tekstslide

Planten
Bloemen: belangrijk voor voortplanting
Voortplanting vindt plaats doormiddel van bestuiving.
Op welke manier vindt er bestuiving plaats?

Slide 16 - Tekstslide

Vaktaal
  • Groente
  • Tomatensoep
  • Eetbare delen
  • Vermicelli
  • Peulgroente

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

voorbereiding
we gaan pastasalade met tonijn maken. 
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 21 - Tekstslide

Materialen
  • Blikopener
  • Eetlepel
  • Garde
  • Maatbeker
  • Soepkom
  • Soeplepel
  • Spatel
  • Steelpan
  • Theelepel

Slide 22 - Tekstslide

Ingrediënten:

  • Tomatenpuree 70 gram
  • Margarine 15 gram
  • Bloem 15 gram
  • Water 500 milliliter
  • Vermicelli 20 gram
  • Groentebouillon 1 tablet
  • Gehakte peterselie 0,5 theelepel



Slide 23 - Tekstslide

uitvoeren
je gaat nu de pastasalade met tonijn maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 24 - Tekstslide

Stap 1
  • Zet je steelpan op het fornuis, zet het vuur laag.
  • Smelt de margarine.

Slide 25 - Tekstslide

Stap 2
  • Doe de tomatenpuree erbij.
  • Roer het zachtjes 1 minuut door.

Slide 26 - Tekstslide

Stap 3
  • Haal de pan van het vuur.
  • Doe de bloem erin.
  • Roer met de spatel door elkaar.

Slide 27 - Tekstslide

Stap 4
Zet de steelpan terug op het vuur.

Slide 28 - Tekstslide

Stap 5
  • Laat het 1 minuut garen op laag vuur.
  • Blijf roeren.

Slide 29 - Tekstslide

Stap 6
  • Doe het water in de steelpan.
  • Roer met de garde alle klonten eruit.
  • Doe de bouillontablet erbij.

Slide 30 - Tekstslide

Stap 7
  • Zet het vuur hoog.
  • Breng de soep aan de kook.
  • Zet het vuur laag als het kookt!

Slide 31 - Tekstslide

Stap 8
Doe de vermicelli in de soep en laat deze 10 minuten koken.

Slide 32 - Tekstslide

Stap 9
Blijf met de spatel over de bodem roeren.
Breng op smaak met peper & zout.

Slide 33 - Tekstslide

Stap 10
  • Doe de soep in de soepkom.
  • Strooi de peterselie over de soep.
  • Zet de soepkom op de schotel.

Slide 34 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat de ruimte weer netjes wordt.

Slide 35 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 38 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 39 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 40 - Tekstslide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 41 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 42 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 43 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 44 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 45 - Open vraag