Introductie Elektriciteit

Welkom
havo-vwo-techniekhavo-3
schooljaar 2025-2026


plattegrond
boeken
introductie hoofdstuk 1
aanmelden bij LessonUp
aanmelden bij methodesite NOVA 
3THG
694233
3HE,VF
270119
3HE,VF
fwdpb
3THG
wffzi
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
havo-vwo-techniekhavo-3
schooljaar 2025-2026


plattegrond
boeken
introductie hoofdstuk 1
aanmelden bij LessonUp
aanmelden bij methodesite NOVA 
3THG
694233
3HE,VF
270119
3HE,VF
fwdpb
3THG
wffzi

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Elektriciteit

Slide 2 - Tekstslide

Introductie


Wat valt je op?

Slide 3 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
In de natuurkunde willen we vaak metingen doen.
Een meting doe je met een meetinstrument.

Slide 4 - Tekstslide

Vul in:
Met een thermometer meet je de .............................

Slide 5 - Open vraag

Vul in:
Met een stopwatch meet je de
.................................

Slide 6 - Open vraag

Vul in:
Met een snelheidsmeter meet je de
........................

Slide 7 - Open vraag

Grootheid
Temperatuur, tijd en snelheid kunt je METEN.
Alles wat je kunt METEN noem je een GROOTHEID.
Onthoudt: een GROOTHEID is een MEETBARE EIGENSCHAP.

Deze info staat niet in je boek.
Zie TEAMS voor aantekening.

Slide 8 - Tekstslide

Als je een grootheid hebt gemeten 
wil je het resultaat ook graag noteren.
Bijvoorbeeld:
de geluidssterkte bij een feest is 95 decibel


Vraag:
Welke grootheid is hier gemeten?
GELUIDSSTERKTE

Slide 9 - Tekstslide

Vul in:
Temperatuur meet je in
.......................

Slide 10 - Open vraag

Vul in:
Tijd meet je in
...................

Slide 11 - Open vraag

Vul in:
Snelheid meet je in
...................

Slide 12 - Open vraag

Eenheid


Graden Celcius, meter en kilometer per uur zijn eenheden.
Een EENHEID zet je achter het getal van je meting.
Meten is nagaan hoe vaak de EENHEID van je meting 
past in de meting die je doet.
Onthoudt: Een EENHEID is de MAAT waarmee je meet.

Deze info staat niet in je boek.
Zie TEAMS voor aantekening.

Slide 13 - Tekstslide

Als je een grootheid hebt gemeten 
wil je het resultaat ook graag noteren.
Bijvoorbeeld:
de geluidssterkte bij een feest is 95 decibel


Vraag:
Met welke eenheid is hier gemeten?
DECIBEL

Slide 14 - Tekstslide

Eenheden omrekenen
Soms is het handig om een voorvoegsel bij een eenheid te gebruiken.

Waarom???
Van hier naar Zuid-Frankrijk is het 1200 km.
Je zegt niet 1.200.000 m.
Of 1.200.000.000 mm.

Slide 15 - Tekstslide

Voorvoegsels
1 kilometer       = ...................... meter
1 millimeter     = ....................... meter
1 hectometer  = ....................... meter
1 decimer         = ....................... meter

Slide 16 - Tekstslide

Voorvoegsels
1 kilometer       = 1000 (duizend) meter
1 millimeter     = 0,001 (een duizendste) meter
1 hectometer  = 100 (honderd) meter
1 cenitmeter     = 0,01 (een honderste) meter

Slide 17 - Tekstslide

Voorvoegsels



kilo- , milli-, hecto-, en centi-
zijn voorbeelden van voorvoegsels.
De voorvoegsels op de volgende sheet moet je kennen en kunnen gebruiken.

Deze info staat niet in je boek.
Zie TEAMS voor aantekening.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting (Kijk in Teams --> ClassNoteBook)

  • In de natuurkunde doen we vaak metingen.
  • Een meting doe je met een meetinstrument.
  • Daarmee meet je een GROOTHEID,
     dus een MEETBARE EIGENSCHAP.
  • Een EENHEID is de MAAT waarmee je meet.
  • Een meting noteer je als:
        grootheid = getal x eenheid
        voorbeeld:  lengte = 4 meter 
                                          l = 4m
  • Voor een eenheid kun je een VOORVOEGSEL plaatsen.






Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen introductie
  1. Je kunt uitleggen wat spanning en stroomsterkte zijn en hoe je deze grootheden meet.
  2. Je kunt uitleggen wat de frequentie van een trilling is. 
  3. Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen. 
  4. Je kunt rekenen met de eenheden van stroomsterkte en spanning. 
  5. Je kunt uitleggen welke stoffen geleiders en isolatoren zijn en daarvan een aantal voorbeelden geven. 
  6. Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
  • Meld jezelf aan bij de methodesite van Nova, toegang via Som
  • Klascode:   zie eerste dia
  • Maak op de site de vragen van de introductie van Hoofdstuk 1
  • Klaar? Lees par. 1.1.

Slide 22 - Tekstslide