Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dinsdag 13.45 uur: Dictee (t.t) + Mij/Mijn + Keuzedeel
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat staat er op de planning?
Slide 2 - Tekstslide
Dinsdag 13.45 uur: Mij/Mijn?Dictee + Keuzedeel
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer gebruik je me/mij?
En wanneer mijn?
Slide 4 - Tekstslide
Me en mij
Gebruik je als het gaat over de PERSOON.
Bijvoorbeeld:
Kun je mij/me straks even terugbellen?
Slide 5 - Tekstslide
Mijn
Gebruik je als het gaat over de BEZIT.
Bijvoorbeeld:
Dat is mijn zusje.
Slide 6 - Tekstslide
Me/Mij
Gebruik NOOIT me of mij bij een BEZIT.
Fout
: Me moeder vindt dat niet goed.
Goed
: Mijn moeder vindt dat niet goed.
Fout
: Me auto staat in de garage geparkeerd.
Goed
: Mijn auto staat in de garage geparkeerd.
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer gebruik je
u
?
En wanneer
uw
?
En hoe zit het
bij
jou
/
jouw
?
Slide 8 - Tekstslide
U/ UW
U
gebruik je als het gaat over een PERSOON.
Uw
gebruik je als het gaat over een BEZIT
JOU/JOUW
Jou
gebruik je als het gaat over een PERSOON.
Jouw
gebruik je als het gaat over een BEZIT
Slide 9 - Tekstslide
Even oefenen.....
Slide 10 - Tekstslide
Welk woord ontbreekt?
Ik zie ...
A
jou
B
jouw
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Jij hebt een fiets. Het is ... fiets.
A
jou
B
jouw
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
U hebt een fiets. Het is ... fiets.
A
u
B
uw
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Hij heeft een fiets. Het is ... fiets.
A
zijn
B
hem
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Dat is de fiets van .....
A
zijn
B
hem
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Ik koop een boek voor..... vriend
A
me
B
mijn
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Ik heb een aanrijding gehad. ..... auto is flink beschadigd.
A
me
B
mijn
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord ontbreekt?
Dat had ik niet van ... verwacht!
A
u
B
uw
Slide 18 - Quizvraag
Ezelsbruggetje:
Kun je het voornaamwoord vervangen door
hij of zij
? Dan is het een
persoonlijk
voornaamwoord.
Kun je het vervangen door
zijn of haar
? Dan is het een
bezittelijk
voornaamwoord.
Slide 19 - Tekstslide
Dictee + Keuzedeel
Vandaag staat de tegenwoordige tijd centraal.
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
woordtekens
Maart 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
donderdag 2 december
Februari 2021
- Les met
19 slides
vrijdag 22 januari
Basisschool
Groep 7
SPELLING Dictee
Juni 2022
- Les met
18 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
De fiets
Januari 2024
- Les met
11 slides
MAVO
Buitengewoon secundair onderwijs
Onderwijsroute groep 3 - 6 november 2023
November 2023
- Les met
19 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Meervoud
Juni 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lidwoorden
Maart 2022
- Les met
46 slides
English
Secondary Education
Bezittelijk voornaamwoord
November 2023
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2