Woordenschat H4

Huiswerk controleren
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Huiswerk controleren

Slide 1 - Open vraag

Vraag 5
Wat heb je ingevuld bij argument 1 - 2 - 3 - 4

Slide 2 - Open vraag

Welke tegenargumenten worden gegeven?
T1 -T2 - T3 - T4

Slide 3 - Open vraag

Welke weerleggingen worden genoemd?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn stijlfiguren?

Slide 5 - Woordweb

Nu gaan we het hebben over stijlfouten
Pleonasme en tautologie

Slide 6 - Tekstslide

Pleonasme
Een pleonasme is een stijlfout waarbij een eigenschap van een begrip wordt verbonden aan het begrip. Het gaat hier meestal om een bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met een zelfstandig naamwoord. 
  • Een ronde bal
Een vaste eigenschap van het woord bal – of waar het mee geassocieerd wordt – is dat het rond is. Een bal is nooit vierkant van vorm, of spiraalvormig, of rechthoekig, etc.
Het herhalen van de eigenschap zonder dat dit noodzakelijk is, wordt een pleonasme genoemd. 

Slide 7 - Tekstslide

Pleonasme
Een pleonasme hoeft niet altijd voor te komen bij een zelfstandig naamwoord. Dit zie je in de volgende zin:
  • De luchtballon is omhoog gestegen
Als iets stijgt, gaat het omhoog. Iets kan niet omlaag stijgen. Een pleonasme kan dus ook voorkomen bij werkwoorden 

Slide 8 - Tekstslide

Pleonasme
Bij een pleonasme is een woord dus overbodig. Welke zijn overbodig in de volgende zinnen?
  • Die succesvolle training wordt opnieuw herhaald.
  • Het ministerie heeft een vrouwelijke beleidsmedewerkster aangesteld.

Slide 9 - Tekstslide

Pleonasme
Soms is een pleonasme een stijlfiguur en geen stijlfout. Voorbeelden hiervan: lange slungel, bloeiende bloesem. 

Slide 10 - Tekstslide

Tautologie
Bij een tautologie wordt er twee keer hetzelfde gezegd met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort (synoniemen dus). Het gaat hierbij om zelfstandige naamwoorden, bijwoorden of bijvoeglijke naamwoorden. Wat je zegt is dus dubbelop.
  • Misschien hebben ze wellicht een oplossing 

Slide 11 - Tekstslide

Tautologie
Tautologieën zijn lang niet altijd fout. Enkele voorbeelden van ingeburgerde tautologieën: altijd en eeuwig, blij en verheugd, eenzaam en verlaten, enkel en alleen, geheel en al, gratis en voor niets, never nooit (niet), nooit ofte nimmer, open en bloot, met pracht en praal, vast en zeker, wikken en wegen, en wis en waarachtig.

Slide 12 - Tekstslide

Dat is een mooie, houten boomstam.

Pleonasme of tautologie?
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Maar dat is echter niet waar.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 14 - Quizvraag

De ronde cirkels zijn identiek hetzelfde.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 15 - Quizvraag

Wij hebben vrijdagmiddag een mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 16 - Quizvraag

Lees veel boeken, zoals bijvoorbeeld 'Joe Speedboot'.
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 17 - Quizvraag

Wat is blijven hangen
deze les?

Slide 18 - Woordweb

Huiswerk 
Woensdag 13/1:
Woordenschat H4 opdracht 1, 2 en 3 
Blz. 152-152

Slide 19 - Tekstslide