Tautologieën zijn lang niet altijd fout. Enkele voorbeelden van ingeburgerde tautologieën: altijd en eeuwig, blij en verheugd, eenzaam en verlaten, enkel en alleen, geheel en al, gratis en voor niets, never nooit (niet), nooit ofte nimmer, open en bloot, met pracht en praal, vast en zeker, wikken en wegen, en wis en waarachtig.