Maken van paragraaf 4.2: opdrachten 1, 2, 5, 6, 8 en 12
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
- Artikel klassikaal
- Werkboek voor jezelf
- Lezen paragraaf 4.2 Worden wie je bent
Slide 4 - Tekstslide
4.2 Worden wie je bent
"De cultuur waarin je opgroeit, bepaalt voor een groot deel wat je normaal vindt"
Slide 5 - Tekstslide
Inleiding 4.2
Gedurende je hele leven maak je deel uit van allerlei groepen: je vrienden, je gezin, school, de klas, een sportclub of je werk. En op al die plekken zijn andere normen en gewoonten die je je eigen moet maken om erbij te horen.
In deze paragraaf kijken we naar hoe cultuuroverdracht plaatsvindt en hoe hiermee jouw identiteit wordt gevormd. Ook kijken we naar het proces van socialisatie.
De centrale vraag van deze paragraaf is: Hoe word je wie je bent?
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen 4.2
In deze paragraaf leer je:
Hoe cultuuroverdracht plaatsvindt.
Het verband tussen cultuur en identiteit.
Slide 7 - Tekstslide
Nature of nurture?
In het nature-nurture debat staat de vraag centraal of gedrag van mensen aangeboren of aangeleerd is. Meeste mensen gaan uit van een wisselwerking tussen beide.
Slide 8 - Tekstslide
Cultuuroverdracht
Cultuuroverdracht noemen we ook wel socialisatie
Slide 9 - Tekstslide
Kijken: het verhaal van Sujit
Kijkvraag:
Kun je zonder mensen om je heen functioneren in de samenleving?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Waar vindt socialisatie plaats?
Hoe:
in duo's in 5 minuten
timer
5:00
Slide 12 - Tekstslide
Vraag: welke waarden, normen en gewoontes leer je hier aan?
Slide 13 - Tekstslide
Hoe vindt socialisatie plaats?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Sociale controle
Een onderdeel van het socialisatieproces is sociale controle.
Sociale controle vindt plaats in de vorm van sancties:
Formeel (politie controleert) en informeel (je ouders spreken je aan op asociaal gedrag)
Positief (diploma halen) en negatief (boete)
Slide 16 - Tekstslide
Internalisatie
Het beoogde doel van socialisatie is internalisatie.
Overal om ons heen zien we voorbeelden van geïnternaliseerd gedrag: rechts rijden, we komen (meestal) op tijd op school of op ons werk, hoe we elkaar begroeten, op onze beurt wachten in de winkel, vinger opsteken in de klas.
Als veel mensen zich tegen algemeen aanvaarde normen gaan verzetten, kan dat leiden tot een cultuurverandering (Zwarte Piet, alternatieve dodenherdenking).
Slide 17 - Tekstslide
Dus even op een rijtje.......
Slide 18 - Tekstslide
Kies je zelf wie je wilt zijn?
De mate waarin je de vrijheid krijgt om je eigen persoonlijke identiteit te ontwikkelen, is niet in iedere cultuur hetzelfde.
Dit hangt onder meer samen met de mate waarin een cultuur individualistisch of collectivistisch is en masculien of feminien.
Slide 19 - Tekstslide
1. Individualisme versus collectivisme
Familie-eer en belangen van de groep wegen hier zwaar.
Slide 20 - Tekstslide
2. Masculiniteit versus feminiteit
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoelen behaald?
In deze paragraaf leer je:
Hoe cultuuroverdracht plaatsvindt.
Het verband tussen cultuur en identiteit.
Slide 22 - Tekstslide
Actualiteit Aalten
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Aan de slag!
1. Maken van paragraaf 4.2: opdrachten 1, 2, 5, 6, 8 en 12