In paragraaf 4.1 hebben we geleerd dat grote culturele diversiteit een kenmerk is van onze pluriforme samenleving.
Dit betekent dat je in aanraking komt tijdens je leven met mensen die anders leven, doen en denken dan jij.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 4.2
In deze paragraaf leer je:
Hoe cultuuroverdracht plaatsvindt.
Het verband tussen cultuur en identiteit.
Waarin culturen verschillen van elkaar.
Slide 5 - Tekstslide
PO Pluriforme samenleving
Wie is er al gestart met het maken van foto's?
Slide 6 - Tekstslide
Onthoud deze 2 beelden.......
Slide 7 - Tekstslide
Hoe wordt cultuur overgedragen?
Elk mens is uniek en heeft kenmerken en eigenschappen die niemand anders heeft.
Voor een deel zijn deze aangeboren (bv. huidskleur) en voor een ander deel je tijdens je leven (bv. taal, geloof). Een groot deel van wie je bent wordt dus bepaald door groepen en culturen waar je deel van uitmaakt.
De belangrijkste kenmerken van een cultuur worden telkens aan nieuwe leden overgedragen via socialisatie via imitatie en informatie.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Waar vindt socialisatie plaats?
vraag 9 a en b maken voor jezelf
daarna 9 c samen bespreken met je buur
op blz. 120 in je werkboek
Slide 10 - Tekstslide
Sociale controle
Een onderdeel van het socialisatieproces is sociale controle.
Sociale controle vindt plaats in de vorm van sancties:
Formeel (politie controleert) en informeel (je ouders spreken je aan op asociaal gedrag)
Positief (diploma halen) en negatief (boete)
Slide 11 - Tekstslide
Internalisatie
Het beoogde doel van socialisatie is internalisatie.
Overal om ons heen zien we voorbeelden van geïnternaliseerd gedrag: rechts rijden, hoe we elkaar begroeten, op onze beurt wachten in de winkel, vinger opsteken in de klas.
Als veel mensen zich tegen algemeen aanvaarde normen gaan verzetten, kan dat leiden tot cultuurverandering (Zwarte Piet).
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Culturen vergelijken
Het socialisatieproces verloopt overal ter wereld grotendeels op dezelfde manier.
WAT er wordt overgedragen verschilt echter per cultuur.
Hierdoor gedraagt iemand die in Nederland geboren en getogen is zich anders dan iemand die opgroeit in een miljoenenstad in China of op het platteland van Ethiopië.
Cultuur verschilt in de loop van de tijd maar ook per plaats en groep.
Slide 14 - Tekstslide
Bron 6 blz. 159 lesboek
Slide 15 - Tekstslide
Dimensies
De Nederlandse socioloog Hofstede onderscheidt vijf belangrijke dimensies waarop culturen van elkaar verschillen:
Grote vs. kleine machtsafstand
Individualisme vs. collectivisme
Masculiniteit vs. feminiteit
Lage vs. hoge onzekerheidsvermijding
Gerichtheid op de lange vs. korte termijn
De genoemde verschillen zien we niet alleen tussen diverse landen, maar ook tussen dominante culturen en subculturen binnen een samenleving.
In Nederland mag de dominante cultuur dan feminien en individualistisch zijn en gekenmerkt door een kleine machtsafstand, er zijn diverse subculturen die hiervan afwijken.
Studentvereniging waar 1e jaars accepteren dat ouderejaars macht uitoefenen
Een reformatorische gemeenschap waarin de meerderheid vindt dat vrouwen geen politieke rol behoren te spelen.
Slide 16 - Tekstslide
1. Grote versus kleine machtsafstand
In Azie is er sprake van grote machtsafstand, en is er sprake van volgzaamheid en gehoorzaamheid. In Nederland en Zweden is een kleine machtsafstand.
Hier zijn mondigheid en assertiviteit belangrijke waarden.
Slide 17 - Tekstslide
2. Individualisme versus collectivisme
Familie-eer en belangen van de groep wegen hier zwaar.
Slide 18 - Tekstslide
3. Masculiniteit versus feminiteit
VRAAG:
In welke situatie kan een botsing ontstaan als een migrant uit een land met een masculiene cultuur in Nederland komt wonen?
Slide 19 - Tekstslide
4. Lage versus hoge onzekerheidsvermijding
Slide 20 - Tekstslide
5. Gerichtheid op de lange termijn versus korte termijn
Langetermijninstelling:
China
Kortetermijninstelling:
VS
Slide 21 - Tekstslide
Oordelen over cultuurverschillen
Culturen verschillen dus van elkaar. Maar of de ene cultuur beter is dan de andere, of dat culturen juist gelijkwaardig zijn, daarover lopen de meningen uiteen. We onderscheiden 2 visies:
kijken naar de maatstaven van die cultuur. Als uithuwelijken normaal is en dan geef je geen waardeoordeel en tolereer je deze traditie.
Hier ga je uit van het bestaan van universele waarden voor iedereen. De mensenrechten die zijn vastgelegd in de UVRM (1948) zijn een voorbeeld. Zij keuren vrouwenbesnijdenis en kinderarbeid af.
Slide 22 - Tekstslide
Etnocentrisme
Veel mensen hangen in het dagelijkse leven niet zozeer de ene of de andere visie aan. Vaak redeneren mensen bewust of onbewust vanuit de normen en waarden van de eigen groep.
Denk weer eens terug aan de 2 beelden aan het begin van de les. Beide vrouwen kunnen denken: