Energiebronnen en Elektriciteitscentrales

Energiebronnen en Elektriciteitscentrales
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Energiebronnen en Elektriciteitscentrales

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je minstens vier verschillende spanningsbronnen identificeren, uitleggen hoe een generator werkt, de voor- en nadelen van een aantal energiesoorten beschrijven en uitleggen hoe elektriciteit wordt gemaakt in een elektriciteitscentrale.

Slide 2 - Tekstslide

Begin met het uitleggen van de leerdoelen om de studenten te helpen zich te concentreren op wat ze zullen leren.
Hoe wordt elektriciteit gemaakt in een elektriciteitscentrale?
A
Door gebruik te maken van waterkracht
B
Door gebruik te maken van windenergie
C
Door gebruik te maken van zonne-energie
D
Door het verbranden van fossiele brandstoffen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de voordelen van zonne-energie?
A
Zonne-energie is afhankelijk van weersomstandigheden
B
Zonne-energie is schadelijk voor het milieu
C
Zonne-energie is goedkoop
D
Zonne-energie is duurzaam en milieuvriendelijk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de nadelen van windenergie?
A
Windenergie is duur
B
Windenergie is niet duurzaam
C
Windenergie is schadelijk voor het milieu
D
Windenergie is afhankelijk van weersomstandigheden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een generator?
A
Een generator zet elektrische energie om in bewegingsenergie
B
Een generator zet bewegingsenergie om in elektrische energie
C
Een generator zet geluid om in elektrische energie
D
Een generator zet warmte om in elektrische energie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn spanningsbronnen?
A
Bronnen die warmte leveren
B
Bronnen die mechanische energie leveren
C
Bronnen die geluid leveren
D
Bronnen die elektrische energie leveren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over energiebronnen en elektriciteitscentrales?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spanningsbronnen
Er zijn verschillende soorten spanningsbronnen, zoals batterijen, zonnepanelen, thermokoppels, enzovoort.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat spanningsbronnen zijn en geef voorbeelden.
Wat is een thermokoppel?
A
Een spanningsbron die werkt op basis van temperatuurverschillen
B
Een spanningsbron die werkt op basis van licht
C
Een spanningsbron die werkt op basis van drukverschillen
D
Een spanningsbron die werkt op basis van magnetisme

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende is geen spanningsbron?
A
Thermokoppel
B
Transistor
C
Batterij
D
Zonnepaneel

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van spanningsbronnen?
A
Sensoren
B
Batterijen
C
Zonnepanelen
D
Thermokoppels

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Generatoren
Generatoren zetten mechanische energie om in elektrische energie. Ze werken door een draaiende spoel in een magnetisch veld te plaatsen.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe generatoren werken en waarom ze belangrijk zijn.
Wat is de functie van een generator?
A
Het opslaan van elektrische energie
B
Het omzetten van elektrische energie in mechanische energie
C
Het omzetten van mechanische energie in elektrische energie
D
Het opslaan van mechanische energie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zet een generator om in elektrische energie?
A
Chemische energie
B
Mechanische energie
C
Elektromagnetische energie
D
Thermische energie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiebronnen: Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn afkomstig van dode planten en dieren en zijn niet hernieuwbaar. Ze zijn relatief goedkoop, maar vervuilend en raken uiteindelijk op.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat fossiele brandstoffen zijn en hun voor- en nadelen.
Waarom zijn fossiele brandstoffen vervuilend?
A
Ze zijn giftig
B
Ze veroorzaken veel lawaai
C
Ze zijn radioactief
D
Ze stoten veel CO2 uit

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn fossiele brandstoffen hernieuwbaar?
A
Ja
B
Hangt af van de locatie
C
Soms
D
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Brandstoffen van de zon
B
Brandstoffen die groeien op bomen
C
Brandstoffen van dode planten en dieren
D
Brandstoffen van levende organismen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiebronnen: Hernieuwbare energie
Hernieuwbare energiebronnen zijn onder meer zonne-, wind-, waterkracht-, en geothermische energie. Ze zijn schoon en hernieuwbaar, maar kunnen duur zijn om op te zetten.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat hernieuwbare energiebronnen zijn en hun voor- en nadelen.
De huidige technologieën voor hernieuwbare energie zijn al voldoende om aan onze energiebehoeften te voldoen.
Eens, met de juiste investeringen kunnen we onze energiebehoeften volledig vervullen.
Oneens, er moeten nog meer ontwikkelingen worden gedaan om dit te bereiken.
Eens, als we onze energiebehoeften aanpassen aan de beschikbare technologieën.
Oneens, de huidige technologieën zijn niet betrouwbaar genoeg voor grootschalig gebruik.

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De overheid moet meer investeren in hernieuwbare energie.
Eens, zo kunnen we het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen.
Oneens, de overheid moet zich niet bemoeien met de energiemarkt.
Eens, zo creëren we nieuwe banen en stimuleren we economische groei.
Oneens, de overheid moet het geld besteden aan andere zaken.

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hernieuwbare energiebronnen zijn de beste optie voor de toekomst.
Eens, ze zijn schoon en duurzaam.
Oneens, er zullen altijd fossiele brandstoffen nodig zijn.
Eens, ze worden steeds efficiënter en goedkoper.
Oneens, de investeringen wegen niet op tegen de voordelen.

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteitscentrales
Elektriciteitscentrales zijn installaties waarmee elektriciteit wordt opgewekt. Ze gebruiken verschillende energiebronnen, zoals fossiele brandstoffen, kernenergie en hernieuwbare energiebronnen.

Slide 24 - Tekstslide

Leg uit wat elektriciteitscentrales zijn en de verschillende soorten energiebronnen die ze gebruiken.
Fossiele brandstof elektriciteitscentrales
Fossiele brandstof elektriciteitscentrales verbranden steenkool, aardgas of olie om stoom te produceren die turbines aandrijft om elektriciteit op te wekken.

Slide 25 - Tekstslide

Leg uit hoe fossiele brandstof elektriciteitscentrales werken en hun voor- en nadelen.
Wat is de functie van elektriciteitscentrales?
A
Het opwekken van zonne-energie
B
Het opwekken van elektriciteit
C
Het boren naar olie en gas
D
Het opwekken van waterkracht

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van fossiele brandstof in elektriciteitscentrales?
A
Het produceren van radioactieve energie
B
Het produceren van stoom om turbines aan te drijven
C
Het produceren van waterkracht
D
Het produceren van zonne-energie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor worden turbines in elektriciteitscentrales aangedreven?
A
Gas, benzine, diesel
B
Wind, zonlicht, waterkracht
C
Stoom
D
Kernenergie, biomassa, aardwarmte

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke fossiele brandstoffen worden verbrand in elektriciteitscentrales?
A
Waterstof, zonne-energie, windenergie
B
Steenkool, aardgas en olie
C
Goud, zilver, koper
D
Kernenergie, biomassa, aardwarmte

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kernenergie elektriciteitscentrales
Kernenergie elektriciteitscentrales gebruiken kernsplijting om stoom te produceren om turbines aan te drijven. Ze zijn efficiënt, maar ook duur en gevaarlijk.

Slide 30 - Tekstslide

Leg uit hoe kernenergie elektriciteitscentrales werken en hun voor- en nadelen.
Wat zijn de nadelen van kernenergie elektriciteitscentrales?
A
Ze zijn traag en inefficiënt
B
Ze zijn duur en gevaarlijk
C
Ze zijn efficiënt en milieuvriendelijk
D
Ze zijn goedkoop en veilig

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kernenergie elektriciteitscentrales?
A
Centrales die zonne-energie gebruiken om elektriciteit op te wekken
B
Centrales die windenergie gebruiken om elektriciteit op te wekken
C
Centrales die kernsplijting gebruiken om stoom te produceren
D
Centrales die waterkracht gebruiken om elektriciteit op te wekken

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hernieuwbare energie elektriciteitscentrales
Hernieuwbare energiecentrales gebruiken energiebronnen zoals wind, zon, waterkracht of geothermische energie om elektriciteit op te wekken.

Slide 33 - Tekstslide

Leg uit hoe hernieuwbare energiecentrales werken en hun voor- en nadelen.
Wat is het doel van hernieuwbare energiecentrales?
A
Waterkracht gebruiken voor transport
B
Elektriciteit opwekken met behulp van duurzame energiebronnen
C
Elektriciteit opwekken met behulp van fossiele brandstoffen
D
Warmte opwekken met behulp van zonne-energie

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke energiebronnen worden gebruikt in hernieuwbare energiecentrales?
A
Wind, zon, waterkracht en geothermische energie
B
Kernenergie, olie, gas, steenkool

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonnepanelen
Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektrische energie. Ze zijn schoon en hernieuwbaar, maar kunnen duur zijn om te installeren.

Slide 36 - Tekstslide

Leg uit hoe zonnepanelen werken en hun voor- en nadelen.
Wat zetten zonnepanelen om in elektrische energie?
A
Zonne-energie
B
Waterenergie
C
Windenergie
D
Kernenergie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Windmolens
Windmolens zetten windenergie om in elektrische energie. Ze zijn schoon en hernieuwbaar, maar kunnen duur zijn om te installeren.

Slide 38 - Tekstslide

Leg uit hoe windmolens werken en hun voor- en nadelen.
Wat is een nadeel van windmolens?
A
Verontreinigt de lucht
B
Niet efficiënt
C
Duur om te installeren
D
Moeilijk te onderhouden

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke energiebron gebruiken windmolens?
A
Wind
B
Water
C
Aardgas
D
Zon

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zetten windmolens om in elektrische energie?
A
Windenergie
B
Zonne-energie
C
Kernenergie
D
Waterkracht

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waterkrachtcentrales
Waterkrachtcentrales gebruiken waterkracht om turbines aan te drijven en elektriciteit op te wekken. Ze zijn schoon en efficiënt, maar kunnen de natuurlijke habitat verstoren.

Slide 42 - Tekstslide

Leg uit hoe waterkrachtcentrales werken en hun voor- en nadelen.
Wat is een nadeel van waterkrachtcentrales?
A
Ze kunnen de natuurlijke habitat verstoren
B
Ze zijn inefficiënt
C
Ze zijn duur
D
Ze zijn niet duurzaam

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat drijft de turbines van waterkrachtcentrales aan?
A
Zonne-energie
B
Waterkracht
C
Gas
D
Windkracht

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geothermische centrales
Geothermische centrales gebruiken warmte van de aarde om stoom te produceren en turbines aan te drijven om elektriciteit op te wekken. Ze zijn schoon en hernieuwbaar, maar zijn niet overal beschikbaar.

Slide 45 - Tekstslide

Leg uit hoe geothermische centrales werken en hun voor- en nadelen.
Conclusie
Er zijn verschillende energiebronnen en methoden om elektriciteit op te wekken. Het is belangrijk om de voor- en nadelen van elk te begrijpen om de juiste keuze te maken op basis van efficiëntie, kosten en milieueffecten.

Slide 46 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en moedig de studenten aan om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 47 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 48 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 49 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.