Tekstverbanden en signaalwoorden havo 2 week 40

Tekstverbanden en signaalwoorden
Begrijpend lezen

We doen gekke dingen met taal...
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden en signaalwoorden
Begrijpend lezen

We doen gekke dingen met taal...

Slide 1 - Tekstslide

Een gedicht is een voorbeeld van een:
A
informerende tekst
B
aansporende tekst
C
amuserende tekst

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 3 - Quizvraag

Waaraan zie je dat dit de inleiding van de tekst is? Er zijn twee goede antwoorden.
A
Het stukje tekst bestaat uit vier zinnen.
B
Er staat waar het over gaat: je bed opmaken is ongezond.
C
Je weet nu alles over huisstofmijten.
D
Je wilt weten waarom je bed opmaken ongezond is.

Slide 4 - Quizvraag

In het middenstuk van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 5 - Quizvraag

In het slot van een tekst...
A
...staat vaak veel informatie over het onderwerp (hoe, waarom of wat e.d.)
B
...wordt het belangrijkste van de tekst nog een keer herhaald.
C
..staat waarom je nieuwsgierig wordt om verder te lezen
D
...wordt het onderwerp van de tekst ingeleid.

Slide 6 - Quizvraag

Concluderend tekstverband
Redengevend tekstverband
Oorzakelijk verband
Dus
Daarom
Dat houdt in
Omdat
daardoor
want
Doordat
het gevolg is
dankzij

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat valt je op?
Begrijpend lezen/luisteren
Homoniemen 
Bank, 
net,
licht, ...

Slide 10 - Tekstslide

We doen gekke dingen met taal
Kinderen: "Ik wil dees (deze)!"

Lees voor: Ik doe aan voetbal.
Wat hoor je?

Slide 11 - Tekstslide

Ik doe aan voebal
En boterham?

Slide 12 - Tekstslide

Bootegam
Nog eentje: abonnement?

Slide 13 - Tekstslide

Ammenement

Slide 14 - Tekstslide

Wat klopt niet aan het volgende woord: Optelefoneren.

Slide 15 - Open vraag

Uitprinten?
Overnieuw?

Slide 16 - Tekstslide

Wat klopt niet:
Nat water

Slide 17 - Open vraag

Wit sneeuw. 
Aanwezige bezoekers.
Opnieuw herhalen.

Let er zelf maar eens op, we doen het de hele dag!

Slide 18 - Tekstslide

De volgende keer meer over tekstverbanden 
Hoofdstuk 3

Slide 19 - Tekstslide