hoofdstuk 3 risico en informatie

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

zorgverzekering
De zorgverzekering is voor iedereen in nederland verplicht. Vanaf 18 jaar betaal je premie. We zijn hiermee solidair met de mensen die veel ziek zijn. De mensen die gezond zijn betalen immers mee aan de zorgkosten voor de mensen die ziek zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vaak heb je de afgelopen 2 jaar een kapot scherm gehad?
010

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waarom zou je je eerder bij de eerste dan bij de tweede verzekeraar verzekeren?

Slide 10 - Open vraag

Wat gebeurt er met de premie als er steeds meer schade is?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er hierna, met het aantal mensen die een verzekering nemen?
A
Gaat omhoog
B
Gaat omlaag

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat zou een oplossing zijn voor averechtse selectie?

Slide 14 - Open vraag

oplossing: bonus malus systeem

Slide 15 - Tekstslide

Alle Nederlanders zijn verplicht om een basisverzekering voor ziektekosten af te sluiten. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat kost deze verzekering?

Slide 18 - Open vraag

Morgen gaan we verder
Lees hoofdstuk 3 nog een keer door en maak de checklist van paragraaf 3.2 voor morgen

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Moral hazard en asymmetrische informatie
Er is sprake van moreel wangedrag wanneer mensen zich riscovoller gaan gedragen, omdat de financiële gevolgen daarvan voor een ander zijn.
Moreel wangedrag, wordt ook wel nalatig gedrag of moral hazard genoemd.
Er is sprake van asymmetrische informatie, wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij.

Slide 21 - Tekstslide

Averechtse selectie 

Als verzekeringen niet verplicht zijn, zullen alleen mensen met een hoog risico zich verzekeren, met als gevolg hoge premies (averechtse selectie). Alleen de slechte risico's blijven over waardoor de premie alleen maar hoger zal worden en de goede risico's zeker verdwijnen.


Slide 22 - Tekstslide

Verplichte-solidariteit is er dankzij ....
A
de verzekeringsnemer
B
de verzekeringsmaatschappij
C
de overheid
D
de banken

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het probleem van asymmetrische informatie?
A
De verzekeraar weet niet wat jij doet
B
De verzekerde weet niet wat hij echt zal krijgen
C
Niemand weet wat jou gaat overkomen
D
De verzekeraar weet meer van de situatie dan de verzekerde

Slide 24 - Quizvraag

De verkoper van een auto weet of deze goed functioneert, de koper weet dit niet. Dit is een vorm van:
A
Asymmetrische informatie
B
risico-aversie
C
Averechtse selectie
D
Averechtse informatie

Slide 25 - Quizvraag

Eigen risico is een oplossing voor:
- moreel wangedrag: Er is weer een financiele prikkel om je 'goed' te gedragen. Bij schade is een deel van de kosten voor jezelf.
- averechtse selectie: door het eigen risico minder kosten voor de verzekersingsmaatschappij. Daardoor kan de premie laag blijven, hierdoor zullen 'goede risico's' minder snel van verzekering afzien.

Slide 26 - Tekstslide

aan de slag
maak checklist 3.4 t/m opgave 34
maak je taken.

Slide 27 - Tekstslide

Checklist par. 3.4 en 3.5

De WW is een ...(1) en de WIA is een ..(2)
A
1 volksverzekering 2 volksverzekering
B
1 volksverzekering 2 werknemersverz.
C
1 werknemersverz. 2 volksverzekering
D
1 werknemersverz. 2 werknemersverz.

Slide 28 - Quizvraag

Checklist par. 3.5

Welk antwoord hoort er niet bij?
A
AOW
B
WW
C
Vrijwillig pensioen
D
Bedrijfspensioen

Slide 29 - Quizvraag

Els krijgt in 2021 een uitkering van € 1.000,- per maand. In 2021, 2022 en 2023 zal haar uitkering ook € 1.000,- per maand bedragen.
Zal Els hier tevreden mee zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Checklist par. 3.4 en 3.5

De bijstand is een ...
A
volksverzekering
B
werknemersverz.
C
sociale voorziening

Slide 31 - Quizvraag

Waardevast: uitkering stijgt mee met de inflatie ( CPI )

Welvaartsvast: Uitkering stijgt mee met gemiddelde lonen



Slide 32 - Tekstslide

Checklist 3.4 opg. 35
Jaar 1
waardevast stijgt mee met prijzen, dus 2%
welvaartsvast stijgt mee met lonen, dus 5%

waardevast, dus koopkracht blijft gelijk 0% ( 102 / 102 x100=100 )
welvaartsvast, lonen +5%, prijzen +2% -> 105 / 102 x 100 = 102,94
dus 2,94%

Slide 33 - Tekstslide

Checklist 3.4 opg. 35
Jaar 2 en 3

Slide 34 - Tekstslide

Checklist 3.4 opg. 35
Jaar 3
waardevast stijgt mee met prijzen, dus 1%
welvaartsvast stijgt mee met lonen, dus 1%

waardevast, dus koopkracht blijft gelijk 0% ( 101 / 101 x100=100 )
welvaartsvast, lonen +1%, prijzen +1% -> 101 / 101 x 100 = 100
dus 0%

Slide 35 - Tekstslide

Checklist 3.4 opg. 35
Jaar 2
waardevast stijgt mee met prijzen, dus 3%
welvaartsvast stijgt mee met lonen, dus 2%
waardevast, dus koopkracht blijft gelijk 0% 
( 103 / 103 x100=100 )
welvaartsvast, lonen +2%, prijzen +3% -> 102 / 103 x 100 = 99,03
dus - 0,97%

Slide 36 - Tekstslide

Voor morgen
Alles in orde?
Alles compleet?
Nee, aan de slag.
Ja, ga herhalen. 

Slide 37 - Tekstslide