H5 TH 3 Vertering BS 5 Gezonde Voeding

H5 TH 3 Vertering BS 5 
Gezonde Voeding
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 TH 3 Vertering BS 5 
Gezonde Voeding

Slide 1 - Tekstslide

H5 - T3: Vertering - BS5: gezonde voeding

Slide 2 - Tekstslide

6 groepen voedingsstoffen
koolhydraten (sachariden; binas 67F)
eiwitten (peptiden; binas 67G)
vetten (lipiden; binas 67H)
water
mineralen
vitaminen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nu in het nieuws:

Slide 5 - Tekstslide

Suiker te hoog
Suiker te laag
Insuline
Glucagon
Suiker goed
suiker omlaag
suiker omhoog
Glycogeen

Slide 6 - Tekstslide

ADI-waarden
ADI = Aanvaardbare Dagelijkse Inname

Slide 7 - Tekstslide

Binas 82A/B
  • vitaminen
  • additieven & ADI-waarde

Slide 8 - Tekstslide

Scheurbuik
Scheurbuik bij zeevaarders door gebrek aan vitamine C
Oplossing: Verse citroenen en sinaasappels mee op reis.

Slide 9 - Tekstslide

Voedingsmiddelentabel

Slide 10 - Tekstslide

Eiwitten
- Vooral bouwstof, in mindere mate ook brandstof
- Aan elkaar geschakelde aminozuren
- Er zijn 20 soorten aminozuren, waarvan 8 'essentiëel' (móet je binnen krijgen met voeding, kan je
zelf niet maken).
- Zie BINAS 67 H:
- Let op '2' onder aminozuur.

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
- functie: vooral bouwstof; zijn nodig bij 
transport van stoffen: zie hiernaast:

overbrengen signalen (bv hormonen)

of helpen chemische reacties versnellen 
(als enzymen): 

Slide 12 - Tekstslide

Eiwitten
- Ook brandstof, maar niet ideaal.
- Teveel eiwit? Kan je niet opslaan! Dan maar verbranden. Dat levert NH3 ammoniak op (giftig).
- Ook eiwitverbranding bij te weinig brandstof.
- Extreem tekort aan brandstof (dan al niet/nauwelijks lichaamsvet meer): je eigen spieren 'opeten'.

Slide 13 - Tekstslide

Cholesterol-HDL-ratio
Cholesterol is een belangrijke bouwstof;
  • Overtollig cholesterol zet zich af tegen bloedvaten: nauwe bloedvaten (hart- en vaatziekten)
  • Gemaakt in de lever;
  • Vervoerd als lipoproteïnen (cholesterol + eiwit)
  • VLDL (Very Low Density Lipoprotein), LDL (Low Density Lipoprotein) en HDL (High Density Lipoprotein)

Slide 14 - Tekstslide

Cholesterol-HDL-ratio
  • Cellen in weefsels nemen vetten uit VLDL op.
  • VLDL wordt LDL (bevat voornamelijk cholesterol);
  • Veel LDL wordt opgenomen in de lever, bijnieren en teelballen of eierstokken;
  • LDL in het bloed zet zich af tegen de wanden van bloedvaten.

Slide 15 - Tekstslide

Cholesterol-HDL-ratio
HDL (gemaakt door de lever) neemt LDL-cholesterol op;
Dit wordt vervoerd naar de lever: LDL-cholesterolgehalte daalt.
  • Verzadigde vetzuren zorgen voor toename LDL-cholesterol;
  • Onverzadigde vetzuren zorgen voor toename HDL-cholesterol.
Hoe hoger HDL-gehalte, hoe beter de afvoer van overtollige LDL naar de lever.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk van de onderstaande voedingsstoffen is geen brandstof?
A
Vetten
B
Nucleinezuren
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 18 - Quizvraag

Vooral brandstof
Vooral bouwstof
Alleen brandstof
Alleen bouwstof
Eiwit
Koolhydraat
Vet
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 19 - Sleepvraag

Voedingsvezels helpen bij
A
Spierwerking
B
Darmwerking
C
Zenuwstelsel
D
Bloedsomloop

Slide 20 - Quizvraag

glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon
C
insuline
D
suiker

Slide 21 - Quizvraag

Wat krijg je van vitamine A tekort?
A
Je bloed kan niet goed stollen
B
Scheurbuik
C
Kromme botten
D
Je wordt blind

Slide 22 - Quizvraag

Dat je dik wordt van veel patat met mayo is bekend. Kun je ook dik worden van het eten van veel eiwitten (bijv. veel mager vlees, eieren, melk, kwark, etc.)?
A
Nee, eiwitten zijn bouwstoffen, geen brandstoffen
B
Nee, overtollige eiwitten kunnen niet worden opgeslagen
C
Ja, eiwitten kunnen ook worden omgezet in vet
D
Ja, overtollige eiwitten leveren ook energie, net als glucose of vet

Slide 23 - Quizvraag

Welke vorm van cholesterol wordt ook wel 'gezond' genoemd?
A
HDL
B
LDL

Slide 24 - Quizvraag

Wat is BMI?
A
bloedmeting instrument
B
blood musculair instrument
C
body mass index
D
beperkte meting insuline

Slide 25 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met suikers?
A
lipiden
B
aminozuren
C
polysachariden
D
mono- en disachariden

Slide 26 - Quizvraag

Welke aminozuren MOETEN in de voeding aanwezig zijn?
A
essentiële aminozuren
B
niet-essentiële aminozuren

Slide 27 - Quizvraag

Waardoor ontstaat scheurbuik?
A
Als je lange tijd op zee bent.
B
Niet genoeg vers water.
C
Niet genoeg voedsel.
D
Gebrek aan vitamine C.

Slide 28 - Quizvraag

Onverzadigde vetten:
A
Hebben dubbele bindingen, zijn gezond
B
Hebben dubbele bindingen, zijn ongezond
C
Geen dubbele bindingen, zijn gezond
D
Geen dubbele bindingen, zijn ongezond

Slide 29 - Quizvraag

Voor een goede gezondheid moeten de volgende stoffen in je voeding zitten:
A
Essentiële aminozuren en vetzuren
B
Niet-essentiële aminozuren en vetzuren

Slide 30 - Quizvraag

Welk soort (voeding)stof levert de meeste energie?
A
Koolhydraat
B
Vet
C
Eiwit
D
Alle drie evenveel

Slide 31 - Quizvraag