Lies bitte Text 1 Diplomierte Helferinnen fürs Diplom und die Fragen
timer
15:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lies bitte Text 1 Diplomierte Helferinnen fürs Diplom und die Fragen
timer
15:00
Slide 1 - Tekstslide
In de tekst is onderstaande alinea weggelaten. Op welke plaats in de tekst past deze alinea?
Slide 2 - Open vraag
Was geht aus dem 3. Absatz über die „Uni-Eltern“ hervor?
A
Sie dürfen in Zukunft weniger arbeiten, damit sie sich mehr um die
Erziehung ihrer Kinder kümmern können.
B
Sie können sich, dank professioneller Tagesmütter, besser auf ihre Arbeit
konzentrieren.
C
Sie sind von diplomierten Tagesmüttern in Sachen Kindererziehung
ausgebildet worden.
Slide 3 - Quizvraag
Warum will die Universität dem 3. Absatz nach familienfreundlich sein?
A
Die Uni möchte das Grundrecht von Frauen auf Kinderbetreuung
respektieren.
B
Immer mehr Studentinnen bekommen schon Kinder während ihres Studiums.
C
Je mehr Frauen an der Uni arbeiten, umso höher sind die Einnahmen der
Uni.
Slide 4 - Quizvraag
“Kein Wunder ... gleichzeitig aufzunehmen.” (alinea 4) Waarom kan zij zich dat voorstellen?
Slide 5 - Open vraag
Welcher Werbespruch würde dem 5. Absatz nach zum Elternservicebüro passen?
A
Ab Alter drei sind wir für Sie dabei!
B
Für Ihren Nachwuchs gibt’s garantiert einen Platz!
C
Pflege und Nachhilfe in einem!
D
Versorgung rund um die Uhr!
Slide 6 - Quizvraag
Welche Aussage stimmt mit dem 6. Absatz überein?
A
Das Kinderbetreuungsangebot soll auch für Säuglinge gelten.
B
Es gibt immer mehr Studenten, die nebenbei als Tagesmutter arbeiten.
C
Unter den Kinderbetreuungsbüros ist die Konkurrenz groß.
Slide 7 - Quizvraag
Kun je volgens de tekst in het kader gebruik maken van de opvang als je niet aan de universiteit werkt of studeert? Antwoord met ‘ja’ of ‘nee’ en geef een toelichting.
Slide 8 - Open vraag
Lies bitte Text 2 Ernährungstipp und die Frage 8
timer
15:00
Slide 9 - Tekstslide
Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.
Slide 10 - Tekstslide
Alle appelrassen zijn geschikt voor de productie van appelsap.
A
wel
B
niet
Slide 11 - Quizvraag
Bepaalde stoffen uit appelsap worden gebruikt bij de productie van medicijnen.
A
wel
B
niet
Slide 12 - Quizvraag
Polyfenolen beschermen tegen verschillende ziektes.
A
wel
B
niet
Slide 13 - Quizvraag
Troebele appelsap is gezonder dan heldere appelsap.
A
wel
B
niet
Slide 14 - Quizvraag
Lies bitte Text 3 'Wie Kontakfreudig ist Zebrafrosch@gmx.de
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Der Autor des Textes findet die Ergebnisse der im Text erwähnten Studie
A
beunruhigend.
B
erstaunlich.
C
lächerlich.
D
nichtssagend.
Slide 16 - Quizvraag
Lies bitte Text 4 Das elektronische Schaf
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Der 1. Absatz wird gekennzeichnet durch den Gebrauch von
A
Abstraktionen
B
Gegensätzen
C
Vergleichen
Slide 18 - Quizvraag
“er versucht es sogar ab und an mit einem Ausbruch” (alinea 1) Kan de robot volgens de tekst echt ontsnappen? Antwoord met ‘ja’ of ‘nee’ en citeer de eerst twee woorden van de zin waaruit dat blijkt.
Slide 19 - Open vraag
Welche Wortgruppe aus dem 3. Absatz bezieht sich nicht auf den Robomow RM400?
A
„das eigensinnige Elektro-Schaf“
B
„unsere selbstständige Maschine“
C
„manch konventionellem Elektro-Gartengerät“
Slide 20 - Quizvraag
Lies bitte Text 5 Rettet den Königspinguin!
Slide 21 - Tekstslide
Welche Ergänzung passt in die Lücke in Zeile 11?
A
erstarren
B
ersticken
C
überhitzen
D
überwintern
Slide 22 - Quizvraag
„Überlebenschancen der Königspinguine“ (Zeile 26-27) Was wird im 3. Absatz darüber gesagt? Die Überlebenschancen dieser Pinguine sind gering, weil
A
die Anzahl ihrer natürlichen Feinde zunimmt.
B
es in den Kolonien Platzmangel gibt.
C
ihre Fruchtbarkeit immer mehr abnimmt.
D
sie wenig Jungtiere großziehen können.
Slide 23 - Quizvraag
“Die Jungvögel ... ihren Fettreserven.” (regel 64-67) Waarom krijgen de jonge pinguïns in die periode niets te eten en moeten ze dan dus op hun vetreserves teren?