Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Leesvaardigheid module 2
Leesvaardigheid module 2
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leesvaardigheid module 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je doen in een samenvattingsopdracht bij leesvaardigheid?
A
Je mening geven over de tekst
B
Details herhalen
C
Begin en eind samenvatten
D
Hoofdzaken kort en helder weergeven.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is leesvaardigheid?
A
Het vermogen om te schrijven.
B
Het vermogen om te luisteren.
C
Het vermogen om te spreken.
D
Het vermogen om teksten te begrijpen.
Slide 3 - Quizvraag
2 Wat maakt geen deel uit van LEESVAARDIGHEID
A
Leesstrategieën
B
Schrijfdoelen en tekstsoorten
C
Publieksgerichtheid
D
Waar gaat een tekst over?
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een informerende tekst?
A
discussie
B
nieuwsbericht
C
sprookje
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een informerende tekst?
A
Een tekst die objectief is
B
Een tekst met feiten
C
Een tekst die je iets nieuws vertelt
D
Een tekst die informatie geeft en je iets 'leert'
Slide 6 - Quizvraag
De informerende tekst is een
A
reclame
B
nieuwsbericht met achtergrondinformatie
C
pleidooi
D
blog
Slide 7 - Quizvraag
Wat is "informeren"?
Slide 8 - Open vraag
Wat is zoekend lezen?
A
Bruikbare informatie zoeken
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Snel vaststellen of een tekst bruikbaar is
Slide 9 - Quizvraag
Het doel van fictie is amuseren.
Wat betekent 'amuseren'?
A
De schrijver wil dat je nieuwe woorden leert.
B
De schrijver gebruikt extra grote letters.
C
De schrijver wil dat je het verhaal met plezier leest.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is globaal lezen niet?
A
De hele tekst lezen.
B
Alleen de eerste en laatste alinea lezen.
C
Alleen de eerste en laatste zin van elke alinea lezen.
D
Alleen de titel en de tussenkopjes lezen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is beeldtaal?
Slide 12 - Open vraag
Amuseren is een................
A
Tekstdoel
B
Tekstsoort
C
Tekstvorm
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het doel van activerende tekst en geef een voorbeeld van een activerende tekst
Slide 14 - Open vraag
Wat is het verschil tussen lerend lezen en intensief lezen?
A
Er is geen verschil.
B
Bij lerend lezen lees je niet globaal, maar zoek je naar trefwoorden.
C
Bij lerend lees je globaal, intensief + vat je samen
D
Intensief lezen doe je om de tekst goed te onthouden.
Slide 15 - Quizvraag
Kan één woord meerdere betekenissen hebben?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Zoekend lezen, wat is dat?
Slide 17 - Open vraag
Wat is intensief lezen?
Slide 18 - Open vraag
activeren
A
aansporen om iets te doen
B
aanzetten
C
overtuigen van je mening
D
een activiteit verzinnen
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer gebruik je lerend lezen?
A
om bijvoorbeeld iets te gaan onthouden.
B
als je iets aan het zoeken bent
C
als je gaat leren voor een toets of proefwerk
D
als je iets heel erg belangrijk is.
Slide 20 - Quizvraag
Wat houdt lerend lezen in?
A
Alleen de titels lezen.
B
Informatie opnemen en begrijpen.
C
Kritisch de tekst beoordelen.
D
De tekst vluchtig doorlezen.
Slide 21 - Quizvraag
Je kunt in het woordenboek vinden of een woord meerdere betekenissen heeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Veel teksten maken gebruik van een standaardtekststructuur.
Hoe is een tekst opgebouwd?
Slide 23 - Open vraag
5. Noteer van het volgende woord twee betekenissen:
ZAKKEN
Slide 24 - Open vraag
Wat is kritisch lezen?
Slide 25 - Open vraag
Wat is intensief lezen?
A
de hele tekst regel voor regel doorlezen
B
zoeken naar bepaalde informatie
C
snel door de tekst gaan om te weten waar het over gaat
D
snel de eerste en laatste alinea van de tekst lezen
Slide 26 - Quizvraag
Stap 2: Globaal lezen
Wat is het doel van globaal lezen?
Slide 27 - Open vraag
Als het tekstdoel activeren is, is de tekstsoort een activerende tekst.
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 28 - Quizvraag
Wat is een beschouwing? Een beschouwing is een ..
.
A
Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Tekst waarin iemand je probeert te overtuigen om iets te doen
C
Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden
Slide 29 - Quizvraag
Als het tekstdoel overtuigen is,
moet de hoofdgedachte ook overtuigend zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Wat is kritisch lezen?
A
Bij kritisch lezen geef je kritiek op de tekst.
B
Bij kritisch lezen, lees je alleen de bron.
C
Bij kritisch lezen wil je de hele tekst begrijpen.
D
Bij kritisch lezen bekijk je of de tekst betrouwbaar is.
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het doel van intensief lezen?
Slide 32 - Open vraag
Wat zijn de drie stappen van lerend lezen?
A
Eerst intensief lezen, dan zoekend en dan een samenvatting maken.
B
Gewoon drie keer intensief lezen.
C
Eerst globaal lezen, dan intensief en dan een samenvatting maken.
D
Eerst zoeken naar termen die belangrijk zijn, dan globaal en dan intensief.
Slide 33 - Quizvraag
En wat is lerend lezen?
Slide 34 - Open vraag
Waar denk je aan bij een amuserende tekst? Wat betekent amuserend?
Slide 35 - Open vraag
Wat is globaal lezen?
A
de hele tekst lezen
B
de kopjes lezen
C
bedenken waar de tekst over gaat
D
de eerste en laatste zinnen van de alinea's lezen
Slide 36 - Quizvraag
Wat is een beschouwing?
Slide 37 - Open vraag
Wat hieronder is nog meer een amuserende tekst denk je?
Amuserend
A
een mop
B
een reclame
Slide 38 - Quizvraag
Standaardtekststructuur
Het beginstuk van een tekst heet:
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 39 - Quizvraag
Standaardtekststructuur
Het middenstuk van een tekst heet:
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 40 - Quizvraag
Standaardtekststructuur
Het einde van een tekst heet:
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
Slide 41 - Quizvraag
Ik kan kritisch lezen
A
Ja
B
Nee
Slide 42 - Quizvraag
Hoe moet ik globaal lezen?
Slide 43 - Open vraag
In een overtuigende tekst wil je iemand ........
Met een overtuigende tekst wil je......?
A
Jouw mening duidelijk maken
B
Iemand overhalen om iets te doen
C
Iemand uitnodigen
D
Iemand informeren
Slide 44 - Quizvraag
Een betoog is een overtuigende tekst. Wat is ook een overtuigende tekst?
A
Het weerbericht
B
Een bijsluiter van medicatie
C
een column
D
Een reclametekst
Slide 45 - Quizvraag
Wat is beeldtaal?
A
Communiceren
B
Uitbeelden
C
Een taal zonder woorden
Slide 46 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
eindtoets leesvaardigheid
June 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
leesvaardigheid B1 h/v
April 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 - leesvaardigheid deel 1
February 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
leesvaardigheid 2D
April 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Examentraining mavo 4: leesvaardigheid
April 2018
- Les met
21 slides
door
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Examentraining
MH1 - leesvaardigheid periode 1
December 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Leesvaardigheid vwo 1: tekstdoelen, leesstrategieën
November 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
V2 - Leesvaardigheid H2/3/4 & H17/18
October 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2