H9 Verzekeren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De premie is 2,75 promille van € 5.000
Hoeveel is de premie?

Slide 2 - Open vraag

Een verzekeraar berekent een winstopslag van 10% door in de premie. De kans op schade is 1 op 5. Het gemiddelde schadebedrag is €500. Bereken de premie.

Slide 3 - Open vraag

Verplichte verzekering
Geen eigen risico
Ook goede risico's verzekeren zich
Goede risico's vinden het te duur om zich te verzekeren

Slide 4 - Sleepvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Jaarlijkse of maandelijkse betaling voor je verzekering.
A
polis
B
premie
C
eigen risico
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 5 - Quizvraag

Verzekeraar
Verzekerde
Je wilt een onzeker voorval verzekeren.
Organisatie die het financiële onzekere voorval van jou overneemt

Slide 6 - Sleepvraag

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen. Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 7 - Quizvraag

Wie betaalt het "eigen risico"?
A
De verzekeraar
B
De verzekerde
C
Derden
D
Niemand

Slide 8 - Quizvraag

Wat is averechtse selectie?
A
Uit individuele premiebetaling wordt vermogen gevormd voor de financiering van uitkeringen in de toekomst.
B
De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
C
Houdt in dat de mensen met een hoog risico zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico niet.
D
De verzekeraar is verplicht iedereen die zich aanmeldt te verzekeren tegen dezelfde premie.

Slide 9 - Quizvraag

Door collectieve dwang bij de verplichte WA-autoverzekering voorkomt de overheid averechtse selectie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is Asymmetrische informatie?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander (de prijs gaat omlaag)
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is moreel wangedrag?
A
Je veroorzaakt meer schade omdat je verzekerd bent
B
De ene weet meer dan de ander (de prijs gaat omlaag)
C
Alleen de slechte risico's verzekeren zich
D
Mensen moeten verplicht een verzekering nemen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van moreel wangedrag?
A
Niet op tijd betalen van de verzekeringspremie.
B
Een Felyx-scooter huren en ermee gaan stunten.
C
Als je liegt dat je iphone is gestolen.
D
Een auto kopen zonder WA-verzekering af te sluiten.

Slide 13 - Quizvraag

Premiedifferentiatie stimuleert averechtse selectie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Collectieve verzekeringen zijn ........................, particulieren verzekeringen zijn meestal .....................
Mensen die zich verzekeren zijn .......................... hiermee doen ze aan .......................... 
Als de premie niet voor iedere verzekerde gelijk is doet de verzekeraar aan ..............................
risicospreiding
verplicht
risico-avers
niet verplicht
premiedifferentiatie

Slide 15 - Sleepvraag

Leg uit dat premiedifferentiatie en eigen risico moreel wangedrag kunnen voorkomen.

Slide 16 - Open vraag

In Nederland is elk risico verzekerbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Een verzekeraar maakt de meeste winst op de goede risico’s.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Bij een verplichte verzekering zijn geen premieverschillen mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Averechtse selectie kan ontstaan als de verzekerde minder weet dan de verzekeraar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Asymmetrische informatie houdt in dat mensen niet tegelijkertijd communiceren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Een eigen risico in geval van schade verkleint moral hazard.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Acceptatieplicht bij een ziektekostenverzekering heeft als doel de zorg voor iedereen toegankelijk te houden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag