h5.1 tm 3 erfelijkheid en evolutie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Erfelijkheid

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Rood geverfd haar
A
genotype
B
fenotype

Slide 5 - Quizvraag

Genotype + milieu = fenotype

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Basenparen: A-T / T-A en C-G / G-C

Slide 8 - Tekstslide

start en einde gen
Een allel begint altijd met de startcode TAC. Het einde van een allel wordt aangegeven met een eindcode, in dit geval ATT. Tussen twee allelen ligt meestal nog een serie DNA-bouwstenen. 

Slide 9 - Tekstslide

start en einde gen
Een allel begint altijd met de startcode TAC. Het einde van een allel wordt aangegeven met een eindcode, in dit geval ATT. Tussen twee allelen ligt meestal nog een serie DNA-bouwstenen. 

Slide 10 - Tekstslide

Welke combinatie van basenparen is correct?
A
A&C en G&T
B
A&G en C&T
C
A&T en C&G

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

gen en allel

Slide 13 - Tekstslide

Welke is meer specifiek? Gen of allel?
A
Gen
B
Allel

Slide 14 - Quizvraag

Het dominante allel krijgt een hoofdletter

Slide 15 - Tekstslide

haploïd en diploïd

Slide 16 - Tekstslide

Zijn lichaamscellen haploïd of diploïd?
En geslachtscellen?

A
lichaamscellen haploîd geslachtscellen haploïd
B
lichaamscellen diploïd geslachtscellen diploïd
C
lichaamscellen haploîd geslachtscellen diploïd
D
lichaamscellen diploïd geslachtscellen diploïd

Slide 17 - Quizvraag

Chromosomen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

dominant: A
recessief: a

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer de omgeving het genotype verandert

Slide 23 - Tekstslide

homozygoot: 
AA of aa

heterozygoot:
Aa

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de genotype op de volgende dia?

Slide 25 - Tekstslide

Dominant allel gen 1
Recessieve allelen haarkleur
Recessieve allelen haarkleur

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is het fenotype voor haarkleur?
A
lichtronker
B
Geen kleur
C
donkerrood
D
Licht haar

Slide 27 - Quizvraag

Als het gen R niet tot expressie komt, wat is dan het fenotype voor haarkleur?
A
Donker
B
Geen kleur
C
Lichtrood
D
Licht haar

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide