Week 1 | Dag 2 | Informatievaardigheid

Module Back of house
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
HospitalityMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Module Back of house

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je begrijpt hoe je informatie kunt zoeken op internet
  • Je kunt onderscheid maken tussen betrouwbare bronnen en nepbronnen
  • Student kan uitleggen wat relevante en betrouwbare informatie inhoudt
  • Student kan 5 soorten communicatiemiddelen benoemen
  • Student kan uitleggen wat Module Opdracht 1A en B is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatievaardigheid
Van data naar kennis 

Slide 3 - Tekstslide

Benodigdheden les: 
  • Laptop
  • Blad / vel papier (groot, om antwoorden met andere groepen te kunnen delen)

Wat zijn data?
  • Beantwoord deze vraag (onderzoek op internet)
  • Geef jullie antwoord op een vel papier. Vergelijk jouw antwoorden naast die van de andere studenten en deel je antwoorden.

Betrek, met het beantwoorden van deze vraag, ook het verschil tussen data die we met deze les bedoelen en het meervoud van datum dat is ook data! 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Data 


  • Data vinden wij overal! 
  • Data zijn gegevens -> het is alles, dat waar dan ook, wordt vastgelegd
  • Alles wat jij doet met smartphone of laptop is data die ergens wordt vastgelegd en wordt gebruikt
Ben je benieuwd wat er met jouw data gebeurd? Check de docu The Social Dilemma op Netflix!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Search engines (zoekmachines)

Welke kennen wij al? En welke bestaan er? 

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten opzoek gaan naar verschilende search engines. Minimaal 5 nodig om de 
Geven de verschillende search engines dezelfde zoekresultaten?

  • Wat willen wij weten?
  • Iedereen gaat dit via een verschillende search engine opzoeken 
  • We vergelijken de resultaten 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat.. 
  • Je gerichter kan zoeken door aanhalingstekens te gebruiken in jouw zoekterm? Bijvoorbeeld “goedkoop domeinnaam registreren’’.
  • Je een - teken kan gebruiken om bepaalde sites uit te sluiten? Bijvoorbeeld een auto kopen, maar liever niet via marktplaats.nl? Dan kun je het volgende invullen bij het zoeken: auto kopen –marktplaats.nl.
  • Je ook synoniemen van jouw zoekresultaten kan toevoegen wanneer je een ~ gebruikt?  Zoek je bijvoorbeeld op computer en wil je ook de synoniemen ervan zien? Typ ~computer in de zoekbalk van Google.
  • Je geavanceerd kan zoeken in Google? Via de knop instellingen kan je geavanceerd zoeken en krijg je dus specifiekere zoekresultaten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken!
Beantwoord de volgende vragen:
  • Waar wordt het hoogste hotel gebouwd?
  • Is het hele gebouw een hotel?
  • Hoeveel kamers heeft het hotel?
  • Waar heb je je data gevonden?
  • Van welke datum is je data?
Schrijf op waar jij deze informatie vandaan hebt!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke bron is betrouwbaar?
  • Bekijk de checklist voor betrouwbare bronnen in Xerte (onder het kopje bronnen)
  • Controleer of jouw bron van oefening 3 betrouwbaar is  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Wat zijn bronnen?
  • Pak jouw vel papier 
  • Beantwoord deze vraag (onderzoek op internet)
  • Geef jouw antwoord op het vel papier en hang jouw antwoord naast die van de andere

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn bron is betrouwbaar!
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding literatuurlijst
  • Als je data / bronnen in je verslag gebruikt, vermeld dat gebruik van je bronnen dan in de literatuurlijst.
  • Voor het vermelden van bronnen gebruiken wij de APA-richtlijnen 
  • In Xerte, onder het kopje bronnen , staat een link naar een website waar je de APA richtlijnen kunt teruglezen en vind je een voorbeeld van een literatuurlijst 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken wij de APA-richtlijnen?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

APA-richtlijn literatuurlijst: boek 
  • Achternaam schrijver, voorletter(s) (jaar uitgave).Titel [cursief]. Plaats: naam uitgever

Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? (4e ed.). Amsterdam, Nederland: Boom Lemma.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

APA-richtlijn literatuurlijst: artikel
  • Achternaam schrijver, voorletter(s) (jaar uitgave). Titel artikel. Titel krant/tijdschrift [cursief], nummer tijdschrift, jaargang, eerste paginanummer-laatste paginanummer.
 
Heuvel, J. van den. (2014, 17 augustus). Dries wacht Dave op. De Telegraaf, p. A1.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

APA-richtlijn literatuurlijst: internet 
  • Achternaam schrijver, voorletter(s) (zo mogelijk jaar uitgave) Titel [cursief]. Geraadpleegd op (datum) via (compleet internetadres).
 
Keulemans, M. (2012). Het meeste water eten we op. Geraadpleegd op 19 mei 2014 via http:// www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/3180100/2012/02/15/Het-meeste-water-eten-we-op-dhtml

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak jouw bron van oefening 3 en formuleer deze zoals hij in de literatuurlijst zou moeten komen:

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De literatuurlijst
  • Iedere bron die je gebruikt schrijf je op in de literatuurlijst.
  • De literatuurlijst staat helemaal aan het eind van je portfolio, maar nog voor de bijlagen. 
  • De literatuurlijst wordt wordt op alfabetische volgorde ingedeeld 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronvermelding in jouw portfolio
  • Aan het einde van elke opdracht vermeld je de bronnen die jij geraadpleegd hebt.
  • Wil jij een gestructureerde opdracht inleveren? Sluit elke opdracht dan af met een tussenkop bronnen. 
  • Alle bronnen moeten terug te vinden zijn in de literatuurlijst. Uiteindelijk is de literatuurlijst dus een verzameling van (betrouwbare bronnen waar jij de benodigde data verzameld hebt)
  • Tijdens de lessen zal je verschillende bronnen gebruiken, noteer deze in onze bronnendatabase in Onenote!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plagiaat 
  • Plagiaat is het geheel of gedeeltelijk overnemen van andermans werk zonder bronvermelding, waarbij de maker zich bedoeld of onbedoeld als de oorspronkelijke auteur voordoet.
  • Alle portfolio's gaan door een plagiaatscanner. Deze vergelijkt websites en eerder ingeleverde stukken. 
  • Een plagiaatpercentage van meer dan 20%  resulteert in een 1 als beoordeling 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je begrijpt hoe je informatie kunt zoeken op internet
  • Je kunt onderscheid maken tussen betrouwbare bronnen en nepbronnen
  • Student kan uitleggen wat relevante en betrouwbare informatie inhoudt
  • Student kan 5 soorten communicatiemiddelen benoemen
  • Student kan uitleggen wat Module Opdracht 1A en B is

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies