Recap chapter 1

Recap chapter 1
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Recap chapter 1

Slide 1 - Tekstslide

seating chart 1 A
Teacher 
Eslem
Nader
Ivaar
Ayse Bahar
Ayaz
Kasia
Abdel
Daan
Jens
Sven
Max
Katie
Noa
Merle
Emely
Miran
Brayan
David
Chris
Toon

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Planning for today
Setting goals
2 minutes
Grammar 1 recap 
15 minutes
Geplande taken 
15 minutes 
Quizlet 
5 minutes 
Goal: I have revised The Present Simple Tense 

Slide 4 - Tekstslide

Test to expect 
Test
When 
Counts 
Test chapter 1 
15.10.25
x2
Listening and watching test 
30.10.25
x3

Slide 5 - Tekstslide

Deadlines /practice 
What
When 
Geplande taken 
09.10.25
Practice listening test
28.10.25

Slide 6 - Tekstslide

Ch1 recap
Grammar chapter 1
What do you need to study?
The test

Slide 7 - Tekstslide

Present simple

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple
Wat weet je nog over de Present Simple?

Slide 9 - Tekstslide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
we praten
jullie schrijven
zij studeren

we talk
you write
they study

Slide 10 - Tekstslide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
ik fiets
jij loopt
hij eet
zij bevriest
het draagt
I cycle
you walk
he eatS
she freezES
it carrIES

Slide 11 - Tekstslide

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
werkwoord eindigend op medeklinker Y
-S
-ES
-IES

Slide 12 - Tekstslide

-y -S of -IES?
Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 13 - Tekstslide

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 14 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 15 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 16 - Quizvraag

Bij :
he/she/it
komt er achter het werkwoord
- s
- es
- ies
Bij :
1 mens/ dier of ding komt er 
achter het werkwoord
- s
- es
- ies

Slide 17 - Tekstslide

Eat
A
s
B
es
C
ies

Slide 18 - Quizvraag

Drink
A
s
B
es
C
ies

Slide 19 - Quizvraag

jump
A
s
B
es
C
ies

Slide 20 - Quizvraag

Fly
A
s
B
es
C
ies

Slide 21 - Quizvraag

search
A
s
B
es
C
ies

Slide 22 - Quizvraag

run
A
s
B
es
C
ies

Slide 23 - Quizvraag

cry
A
s
B
es
C
ies

Slide 24 - Quizvraag

Vul de correcte Present Simple in:
Tim usually _______ the bus to school
(to take)

Slide 25 - Open vraag

You can go_____
A
out for dinner
B
dancing
C
on holiday
D
prefer

Slide 26 - Quizvraag

You can have____
A
a picnic
B
dance
C
relax
D
fun

Slide 27 - Quizvraag

Grammar
Ellen_____(play) the guitar.
A
play
B
plays

Slide 28 - Quizvraag

Richard______ (watch) five films every weekend.
A
watchs
B
watch
C
watches

Slide 29 - Quizvraag

My mother_____(not/go) shopping on Saturdays.
A
don't go
B
goes
C
Doesn't go
D
go

Slide 30 - Quizvraag

My brother ______(not/ go) to the cinema.

Slide 31 - Open vraag

Hoe goed denk je dat je de Present Simple kent?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 32 - Poll

Now 
  • Stepping Sones online 
  • Planner moet morgen af!!!
  • Done ?
  • Do extra exercises!!!
  • Tomorrow Test yourself  
timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

seating chart 1 A
Teacher 
Eslem
Nader
Ivaar
Ayse Bahar
Ayaz
Kasia
Abdel
Daan
Jens
Sven
Max
Katie
Noa
Merle
Emely
Miran
Brayan
David
Chris
Toon

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Planning for today
Setting goals
2 minutes
Newsround
13 minutes
Grammar 1 recap 
15 minutes
Geplande taken 
15 minutes 
Quizlet 
5 minutes 
Goal: I have revised object pronouns 

Slide 37 - Tekstslide

Test to expect 
Test
When 
Counts 
Test chapter 1 
15.10.25
x2
Listening and watching test 
30.10.25
x3

Slide 38 - Tekstslide

Deadlines /practice 
What
When 
Geplande taken 
TODAY!!!
Practice listening test
28.10.25

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Personal pronouns

you 
He/she/it
We 
You
They
Deze gebruik je vΓ²Γ²r het werkwoord. 
--> He does the dishes.
--> We have food at home.
--> They are amazing.

Slide 41 - Tekstslide

Personal pronouns
Me
You
Him / her / it
Us
You
Them
Deze gebruik je nΓ‘ het werkwoord.
--> He gave it to me.
--> They told us the news.
--> You can't do that to her.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

schrijfwijze
Onthoud: de question words beginnen allemaal met wh (behalve how). Op een toets moeten dus alle woorden ook met wh beginnen:
WHat / WHere / WHen / WHy / WHo / WHich

Slide 44 - Tekstslide

The difference
What? Vraag naar een object/zelfstandig naamwoord
Where? Vraag naar een plaats
When? Vraag naar een tijd/datum
Why? Vraag naar een reden
Which? Een keuze
Who? Vraag naar wie
How? Vraag naar hoe

Slide 45 - Tekstslide

Vul de juiste pronoun in
Show _____ your letter.
(ik)

Slide 46 - Open vraag

Vul de juiste pronoun in
____ do you think will get the highest grade?
(Wie)

Slide 47 - Open vraag

Vul de juiste pronoun in:
Jean's dad is taking ____ to the concert
(zij, object)

Slide 48 - Open vraag

Now 
  • Stepping Sones online 
  • Planner moet vandaag af!!!
  • Done ?
  • Do extra exercises!!!
  • Done?
  • Play blooket with me 
timer
15:00

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Link

Slide 51 - Link