Nederlands Strux: H 11 Woorden met sch- en schr- aan het begin.

Nederlands H11
Woorden met schr- en sch- aan het begin.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands H11
Woorden met schr- en sch- aan het begin.

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Ik kan woorden schrijven met sch- en schr- aan het begin.
Deze lettercombinaties aan het begin van een woord blijven altijd hetzelfde.

Slide 2 - Tekstslide

schrift

Slide 3 - Tekstslide

schip

Slide 4 - Tekstslide

Vul het goede woord in met sch- of schr-:
De toren van Pisa staat ........

Slide 5 - Open vraag

Vul het goede woord in:
Gebruik nette taal. Je mag niet .........

Slide 6 - Open vraag

Vul het goede woord in:
De ..... van het boek was tevreden.

Slide 7 - Open vraag

Vul het goede woord in:
De ...... en het emmertje liggen in de zandbak.

Slide 8 - Open vraag

Vul het goede woord in:
De ...... beschermt mijn hersenen.

Slide 9 - Open vraag

Vul het goede woord in:
Ik werk netjes in mijn........

Slide 10 - Open vraag

Vul het goede woord in:
Ik draai de ....... er met een schroevendraaier in.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf 5 woorden op die beginnen met sch-

Slide 12 - Open vraag

Schrijf 5 woorden op die beginnen met schr-

Slide 13 - Open vraag

Je huiswerk is klaar.
Goed gedaan.

Slide 14 - Tekstslide