Les 4 Zuivel basis: Melksamenstelling

Les 4 Zuivel basis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Zuivel basis

Slide 1 - Tekstslide

https://wikimelkwinning.groenkennisnet.nl/display/MEL/1+Melksamenstelling#:~:text=De%20melk%20van%20de%20koe%20bevat%20ruim%204%25%20vet.,melk%20(0%2C5%25).
Weekplanning
Week 1: Inleiding in de melkkunde
Week 2: Kwaliteitseisen
Week 3: Melksamenstelling
Week 4: Vervolg melksamenstelling en start behandeling melk
Week 5: Yoghurt
Week 6: Boter
Week 7: Uitloop/vragenuurtje
Week 8: Toets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Terugblik vorige les - kwaliteitsgebreken
  • Doornemen leerdoelen les 4
  • Melksamenstelling - afronding
  • Behandeling van melk - start

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht!
Kwaliteitsgebreken - Zoek uit:

  • Wat is het?
  • Wat is de oorzaak?
  • Wat is het gevolg ervan?
Klassikale bespreking!


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen - Les 4
Jij:
  • kan de gemiddelde melksamenstelling noemen.
  • kan van verschillende voedingsstoffen in de melk een uitleg geven.
  • kan uitleggen welke factoren invloed hebben op de samenstelling van de melk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de twee belangrijkste eiwitten die in de melk voorkomen

Slide 6 - Open vraag

De belangrijkste eiwitten in melk zijn:
- kaasstof (caseïne)
- serumeiwit
Melkeiwit
De twee belangrijkste eiwitten die in melk voorkomen zijn:
  • kaasstof (caseïne)
  • serumeiwit (wei-eiwitten)

Slide 7 - Tekstslide

Melk bevat in totaal ongeveer 3,4% eiwit. Deze eiwitten zijn onder te verdelen in de 2 belangrijkste eiwitten. 
namelijk serumeiwitten, ook vaak wei-eiwitten genoemd, Lossen goed op in melk, omdat het kleine eiwitten zijn. 


en kaasstof (ofwel caseïne). 
Er zijn 4 soorten caseïnes: αs1-,αs2-, β- en к-caseïne. Lossen slecht op in melk omdat het wat grotere eiwitten zijn.

Tachtig procent van het eiwit in melk bestaat uit caseïne. De resterende 20% eiwit zijn de serumeiwitten 
Sleep de eigenschappen naar de juiste eiwitten.
Serum- eiwitten
Caseïne- eiwitten
Goed oplosbaar
Slecht oplosbaar
Vormen klonten
Losse Moleculen
Wei-eiwitten
Kaasstof

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Melksuiker
Melksuiker, lactose, is een di-sacharide.



Slide 9 - Tekstslide

Dat betekent dat lactose uit twee suikermoleculen bestaat. Lactose is opgebouwd uit 2 suikereenheden die monosachariden (mono = 1) worden genoemd
Vitamines en mineralen
Vitamines A-D-E-K zijn oplosbaar in vet.
Vitamines B-C zijn oplosbaar in water.


  • Vitamine A: zorgt voor weerstand.
  • Vitamine B: zorgt voor goed zenuwstelsel.
  • Vitamine D: zorgt voor goede calcium-opname.

Slide 10 - Tekstslide

Veel B vitamines spelen een rol in de energievoorziening van het lichaam, de aanmaak van witte en rode bloedlichaampjes en het goed functioneren van het zenuwstelsel.
Welke vitamines zitten vooral in melk?
A
A-B-C
B
A-B-D
C
D-E-K
D
A-E-K

Slide 11 - Quizvraag

B
Vitamines en mineralen
Mineralen zijn zouten. In de melk is dit <1% daarom proef je deze niet.

Mineralen die in melk voorkomen: 
Calcium (Ca)                                            Fosfor (P) 
Natrium (Na)                                            Kalium (K) 
Magnesium (Mg)                                    IJzer (Fe) 

Slide 12 - Tekstslide

Calcium: goed voor de botten
Magnesium:
Ijzer: 

Enzymen in de melk
Enzymen bestaan uit eiwitten.

Belangrijke enzymen die bij melk een rol spelen:
  • Lipase: splitsen vetten.
  • Lactase: afbreken van lactose (melksuiker).
  • Chymosine: stremt eiwit
    (bij de bereiding van kaas).

Slide 13 - Tekstslide

enzymen kun je vaak herkennen aan dat het eindigt op ase

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld werking enzym amylase
Vla bevat zetmeel, dat bindt de melk waardoor deze dik wordt. 

Lik je een lepel vla af en steek je deze weer in het bakje vla dan breekt amylase(enzym in speeksel) 
het zetmeel af en  wordt de vla dun/vloeibaar.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van melk - Smaak
  • Zoetig, door de aanwezigheid van lactose (melksuiker).

  • Melk kan een smaakafwijking hebben door vetsplitsing, dit wordt dan
   veroorzaakt door het enzym lipase, er komen dan vetzuren in de melk.
   De melk wordt dan ranzig.

  • Melk van koeien met uierontsteking smaakt zouter omdat de koe minder    lactose vormt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van melk - Geur
  • Melk is bij 4°C nagenoeg reukloos.
  • Melk bij lichaamstemperatuur ruikt vaak nog naar de koe zelf.
  • Kan voeding van de koe invloed hebben op de geur van de melk?



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van melk - Kleur
  • Koemelk is geelachtig van kleur.
  • De hoeveelheid caroteen (zit in gras).
  • ‘Weidekaas’ is geler van kleur dan ‘stalkaas’.



Slide 18 - Tekstslide

Kaas van koemelk is geel, dit komt door de aanwezigheid van de hoeveelheid caroteen (zit in gras).
‘Weidekaas’ is geler van kleur dan ‘stalkaas’.
Eigenschappen van melk - Overig
- Vriespunt melk = - 0,5°C.

- pH melk = 6,7

Slide 19 - Tekstslide

Vriespunt (-m °C)
Het vriespunt wordt elke keer bepaald. Vriespunt slechtOns gemiddelde in 2014 was 519. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was ook 519. Vriespunt over jaarHet vriespunt van melk ligt redelijk constant: rond 518 a 520, wat duidelijk op de grafiek te zien is. Wanneer het vriespunt te laag is, is dit een aanwijzing op het feit dat er te veel water in de melk zit. Dit komt dan meestal door een verkeerde reiniging omdat er te veel spoelwater in de leidingen of dergelijke achterblijft en dan met de melk mee in de melktank komt. Wij hebben dit vorig jaar voor gehad, te zien op de afbeelding rechts, doordat er ergens een terugslagklep niet goed werkte. Om geen strafpunten te ontvangen, moet het vriespunt boven 510 blijven. De beoordeling gebeurt op het rekenkundig gemiddelde van de afgelopen maand.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies