Les: Samenstelling, kwaliteit en afwijkingen

Zuivelbasis: Samenstelling, kwaliteit en afwijkingen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zuivelbasis: Samenstelling, kwaliteit en afwijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de bestanddelen in melk

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eiwitgehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het suikergehalte van rauwe melk?
A
3,4%
B
4,4%
C
4,6%
D
5,1%

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen melk tijdens lactatie
Tijdens de lactatie verandert er wat aan de melk:
  • De melkgift van de koe
  • Het vetgehalte en eiwitgehalte varieert
  • Het calciumgehalte is eerst hoog maar neemt steeds meer af.
  • Water blijft constant
  • Lactose varieert nauwelijks






Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister mij

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft invloed op de prijs die de boer voor de melk krijgt?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Invloed uitbetaling veehouder
Uitbetaling veehouder vindt plaats op basis van:
  • Hoeveelheid geleverde melk.
  • Het vetgehalte en eiwitgehalte van de melk.
  • De kwaliteit van de melk.
  • De verhouding tussen vraag en aanbod van de melk.


Eens in de 2 of 4 weken wordt de geleverde melk onderzocht op de kwaliteit.
Afwijkingen in de melk, dat betekend korting in melkgeld.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kwaliteitsgebreken in melk ken je al?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitscontrole- gebreken in melk
  • Vetsplitsing
  • Te hoog totaal kiemgetal
  • Te hoog kiemgetal aan thermoresistente micro-organismen
  • Te hoog vriespunt
  • Aanwezigheid van boterzuurbacteriën of hun sporen
  • Vuil in de melk
  • Aanwezigheid van desinfectiemiddelen
  • Te veel witte bloedcellen in de melk
  • Aanwezigheid van antibiotica

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vriespunt van melk?
A
0 graden C
B
+ 0,5 Graden C
C
-0,5 graden C
D
-0,05 graden C

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kiemgetal
  • Kiemgetal = aantal MO (Micro-organismen) per milliliter (Ml)
  •  > kiemgetal komt door onhygiënisch melken of een slechte reiniging
  • Goede melk heeft < 10000 KVE per Ml

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is KVE?
A
Kolonie vormende eenheden
B
Soort micro-organismen
C
Kiemgetal, Vet, Eiwit
D
Kuilvoereenheid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vriespunt
  • Te hoog vriespunt van de melk = teveel water in de melk
  •  Voor de boer is dit winst. Kostprijs melk is immer > dan water
  • Vriespunt controle door QLIP. Te hoog vriespunt is korting op melkgeld

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk proces is boterzuur in melk nadelig?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Boterzuur bacterie
  • Boterzuur veroorzaakt "laat los" in kaas
  • Laat los is gasvorming van de boterzuur bacterie in de kaas.
  • Oorzaak is slecht kuilvoer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan slecht kuilvoer de oorzaak zijn van BZ in melk?
A
BZ bacterie overleeft maag-darm kanaal van de koe en komt zo via de mest in de melk
B
De koeien worden ziek door de BZ bacterie en daardoor komt het in de melk
C
Slechte reiniging van de melkinstallatie
D
BZ bacterie overleeft maag - darmkanaal van de koe en komt zo in de melk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reinheid
  • Melk kan verontreinigd worden tijdens het melken door stro, zaagsel en zandresten.
  • Dit heeft alles te maken met hygiënisch werken. Een goede stal hygiëne met schone koe matrassen is essentieel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedlichaampjes
  • Ook wel celgetal genoemd
  • > Celgetal duidt op  teveel witte bloedlichaampjes in de melk en is een signaal voor beginnende uierontsteking.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica
  • Antibiotica is een geneesmiddel dat de boer toedient aan  koeien met uier ontsteking.
  • Antibiotica remt de verzuring van melk tijdens de kaasbereiding en is daarom nadelig in de melk.
  • Antibiotica in melk bevordert resistentie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melk nader bekeken

  • Melkvet
  • Melkeiwit
  • Melksuiker
  • Vitamines, mineralen en enzymen
  • Eigenschappen van melk
  • Variaties in melksamenstelling
  • Voeding en melksamenstelling

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vetgehalte van:
Rauwe melk - Volle melk - Halfvolle melk - Magere melk, room, ondermelk, tapte

Slide 23 - Open vraag

Vetgehalte rauwe melk is 4,4% vet
Vetgehalte volle melk is 3,5% vet
Vetgehalte halfvolle melk is 1,5% vet
Vetgehalte magere melk is 0,5% vet
Melkvet
Vetgehalte verschillende soorten melk
Rauwe melk      4,4% vet
Volle melk          3,5% vet
Halfvolle melk  1,5% vet
Magere melk     0,5% vet
Ondermelk   0,05% vet
Room  40% vet

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melkvet
  • Ontromen: Een gedeelte van het vet wordt uit de melk gehaald.
  • Ondermelk: De melk die overblijft als het vet verwijderd is.
 
  • Bij rauwe melk komt het vet (room) vanzelf boven drijven.
  • In de fabriek gebruiken ze een centrifuge om de melk te ontromen.

Slide 25 - Tekstslide

Het vet wordt dan gescheiden van de rest van de melk ---> in room en ondermelk.

Het vet wordt dan gescheiden van de rest van de melk ---> in room en ondermelk.
Invloed voer op vetten in de melk
  • Onverzadigde vetzuren, beter ter voorkoming van hart- en vaatziekten.
  • Voer lijnzaad, sojaschroot, klaver en vers gras.
  • Verzadigde vetzuren, minder goed voor de mens. 
  • Voer snijmais.


Verschil seizoenen, zomers 50% meer onverzadigde vetten in de melk.
  • Zomer: vers gras, melk met lager vetgehalte en meer onverzadigde vetzuren.
  • Winter: kuilvoer, melk met hoger vetgehalte en meer verzadigde vetzuren.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de twee belangrijkste eiwitten die in de melk voorkomen

Slide 27 - Open vraag

De belangrijkste eiwitten in melk zijn:
- kaasstof (caseïne)
- serumeiwit
Melkeiwit
De twee belangrijkste eiwitten die in melk voorkomen zijn:
  • kaasstof (caseïne)
  • serumeiwit

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melksuiker
Melksuiker, lactose, is een di-sacharide.



Slide 29 - Tekstslide

Dat betekent dat lactose uit twee suikermoleculen bestaat.
Vitamines en mineralen
Vitamines A-D-E-K zijn oplosbaar in vet.
Vitamines B-C zijn oplosbaar in water.


  • Vitamine A: zorgt voor weerstand.
  • Vitamine B: zorgt voor goed zenuwstelsel.
  • Vitamine D: zorgt voor goede calcium-opname.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitamines zitten vooral in melk?
A
A-B-C
B
A-B-D
C
D-E-K
D
A-E-K

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vitamines en mineralen
Mineralen zijn zouten. In de melk is dit <1% daarom proef je deze niet.

Mineralen die in melk voorkomen: 
Calcium (Ca)                                            Fosfor (P) 
Natrium (Na)                                            Kalium (K) 
Magnesium (Mg)                                    IJzer (Fe) 

Slide 32 - Tekstslide

Calcium: goed voor de botten
Magnesium:
Ijzer: 

Enzymen in de melk
Enzymen bestaan uit eiwitten
.

Belangrijke enzymen die bij melk een rol spelen:
  • Lipase: splitsen vetten.
  • Lactase: afbreken van lactose (melksuiker).
  • Chymosine: stremt eiwit
    (bij de bereiding van kaas).

Slide 33 - Tekstslide

enzymen kun je vaak herkennen aan dat het eindigt op ase
Eigenschappen van melk - Smaak
  • Zoetig, door de aanwezigheid van lactose (melksuiker).

  • Melk kan een smaakafwijking hebben door vetsplitsing, dit wordt dan
   veroorzaakt door het enzym lipase, er komen dan vetzuren in de melk.
   De melk wordt dan ranzig.

  • Melk van koeien met uierontsteking smaakt zouter omdat de koe minder 
   lactose vormt.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van melk - Geur
  • Melk is bij 4°C nagenoeg reukloos.
  • Melk bij lichaamstemperatuur ruikt vaak nog naar de koe zelf.



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van melk - Kleur
  • Koemelk is geelachtig van kleur.
  • De hoeveelheid caroteen (zit in gras).
  • ‘Weidekaas’ is geler van kleur dan ‘stalkaas’.



Slide 36 - Tekstslide

Kaas van koemelk is geel, dit komt door de aanwezigheid van de hoeveelheid caroteen (zit in gras).
‘Weidekaas’ is geler van kleur dan ‘stalkaas’.
Eigenschappen van melk - Overig
- Vriespunt melk = - 0,5°C.

- pH melk = 6,7

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voeding en de samenstelling van melk
  • Melkeiwit: in gras zit veel eiwit, eet een koe veel gras dan zal er ook meer eiwit in de melk zitten.
 
  • Melkvet: koolhydraten en suikers worden afgebroken in de pens (een van de vier koeienmagen), daarbij komen verschillende vetzuren vrij, die zorgen voor de melkvetproductie. 


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check Leerdoelen 
Jij:
  • Weet alles over de samenstelling van melk
  • Kent de kwaliteitseisen en oorzaken van afwijkingen aan melk

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies