3.3 lezen (les 1 ma)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek deel B
De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam | | =>  1 uur
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek deel B
De les start en je bent stil:
timer
1:00
Naam | | =>  1 uur

Slide 1 - Tekstslide

3.3 lezen
Toets over paragraaf 3.3, 4.3 en 5.3
 Telt vier keer mee
Toets is op 14 april

Slide 2 - Tekstslide

Informatieve teksten (H2)
• nieuwsbericht: tekst uit krant waarin informatie wordt gegeven over een actuele gebeurtenis.

• uiteenzetting: tekst waarin uitleg wordt gegeven over een onderwerp.

• interviewverslag: tekst waarin verslag wordt gedaan van een vraaggesprek.

• handleiding: tekst waarin wordt uitgelegd hoe je iets moet doen/gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt:
- een betoog lezen
- vaststellen of informatie subjectief is
- de functies van de inleiding en het slot van een tekst benoemen
- vaststellen of informatie bruikbaar is.

Slide 4 - Tekstslide

Betoog (p. 25)
Schrijver geeft zijn mening en licht deze toe met argumenten.

--> overtuigen.

Voorbeelden: ingezonden brief, boekbespreking, filmrecensie

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw betoog (p. 25)
Vaak driedeling

Inleiding: mening
Kern: argumenten
Slot: conclusie of samenvatting

Slide 6 - Tekstslide

Subjectief <=> objectief
Objectief
Informatie waarin de mening van de schrijver geen rol speelt. Hij is neutraal, hij presenteert feiten.
Subjectief
Informatie die niet gebaseerd is op feiten, maar op de mening van de schrijver.

Slide 7 - Tekstslide

Betoog = subjectief (p. 25)
Mening = subjectief, wat de schrijver ervan vindt

Argument = objectief of subjectief 

Als lezer vraag je je af: vind ik dit ook / geloof ik dit?

Slide 8 - Tekstslide

Functies inleiding (p. 29)
  1. Aandacht trekken --> de lezer gaat de tekst lezen.
  2. Onderwerp noemen
  3. Aanleiding noemen (waarom is de tekst geschreven?)
  4. Vraag stellen
  5. Mening geven
  6. Samenvatting geven

Slide 9 - Tekstslide

Functies slot (p. 29)
- Conclusie
- Samenvatting
- Advies
- Waarschuwing

Slide 10 - Tekstslide

Opdr. 3 p. 25 (klassikaal)
Redengevend: want, omdat, daarom, immers, namelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Maken
3.3 opdr. 4, 5, 6, 7 en 8


Klaar?
Volgende les werken we aan: 3.3 opdr. 9, 10, 11, 12 en 13


Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
  • Zorg dat je afhebt: 3.3 opdr. 4, 5, 6, 7 en 8.

Slide 13 - Tekstslide