unit 5.4

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson of today is...
  1. Absence check
  2. Reading time
  3. reading tips
  4. how did it go?

Periode 4 toetsen:
unit 5grammar & unit 6 vocab+ phrases+grammar
Toetweek: Leestoets cito

Slide 2 - Tekstslide

Reading time
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel 

Lesdoel:

place of the adverb
comparisons


Slide 4 - Tekstslide

Place of the Adverb!

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives
Bijvoegelijke naamwoorden

That's a perfect answer.
Perfect zegt iets over answer.
Answer = zelfstandig naamwoord
Perfect = adjective

adverbs
bijwoorden

She sang perfectly. 
Perfectly zegt iets over sang
Sang = werkwoord
Perfectly = adverb


Slide 6 - Tekstslide

adverbs
bijwoorden

Zegt iets over een werkwoord

zegt iets over een ander bijwoord

zegt iets over een bijvoegelijk naamwoord. 



She sings beautifully.

This castle is really old.


The car drove extremely slowly.

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs of frequency
plaats in de zin:
vóór het werkwoord
--> I always eat bread for lunch.

maar na to be
--> I am never late!

Slide 8 - Tekstslide

STAPPENPLAN
Staat er: am - are - is  in de zin?
JA                                           NEE 



Bijwoord van tijd er voor
I always speak the truth.
Bijwoord van tijd  er achter
I am always late.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen

voorbeelden met am/is/are
I am usually going to work by car.
They are never tired of their parents

voorbeelden zonder am/is/are
I always do my homework.
We often go to the park.

Slide 10 - Tekstslide

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
Trap van vergelijking

Slide 11 - Tekstslide

Eén lettergreep: -er / -est

quick - quicker - (the) quickest
small - smaller - (the) smallest

Slide 12 - Tekstslide

Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est

simple - simpler - (the) simplest
clever - cleverer - (the) cleverest
Twee lettergrepen NIET op -le, -er, 
-ow, -y: more / most

famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful

Slide 13 - Tekstslide

Drie of meer lettergrepen: more / most + zelfde woord

popular - more popular - most popular
terrible - more terrible - most terrible
(niet) even .... : (not) as .... as) 

She is as pretty as het sister
He is not as fast as his brother

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
good - better - best

bad - worse - worst







Slide 15 - Tekstslide

Do exercises of workbook 
  • do exercises of unit 5.4

Finished? do exercises of get ahead


Rules: 
First 10 minutes must be in silence! 
For questions, ask your neigbhor first and wait until I get to you.





Slide 16 - Tekstslide

How did it go?


homework:

Slide 17 - Tekstslide