Lesson 1 & 2 Grammar

Welcome!
Start up and log in on LessonUp
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
Start up and log in on LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

What is the difference between:
1. That's a perfect answer.
2. She sang perfectly.

Slide 2 - Open vraag

Adjectives
Bijvoegelijke naamwoorden

That's a perfect answer.
Perfect zegt iets over answer.
Answer = zelfstandig naamwoord
Perfect = adjective

adverbs
bijwoorden

She sang perfectly. 
Perfectly zegt iets over sang
Sang = werkwoord
Perfectly = adverb


Slide 3 - Tekstslide

Adjectives
Bijvoegelijke naamwoorden

zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mens, dier ding).

komt na 'to be'

Zintuigen: look, feel, smell, taste, sound.



She is wearing a beautiful dress.

You are amazing!

You look tired.

Slide 4 - Tekstslide

adverbs
bijwoorden

Zegt iets over een werkwoord

zegt iets over een ander bijwoord

zegt iets over een bijvoegelijk naamwoord. 



She sings beautifully.

This castle is really old.


The car drove extremely slowly.

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives
Bijvoegelijke naamwoorden

zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mens, dier ding).

komt na 'to be'

Zintuigen: look, feel, smell, taste, sound.
adverbs
bijwoorden

Zegt iets over een werkwoord

zegt iets over een ander bijwoord

zegt iets over een bijvoegelijk naamwoord. 

Slide 6 - Tekstslide

He worked ___ (hard)

Slide 7 - Open vraag

She always performs ___ (beautiful)

Slide 8 - Open vraag

They went ___ (extreme) fast.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Place of the Adverb!

Slide 11 - Tekstslide

1. vóór bijvoegelijk naamwoord of ander bijwoord.



2. vóór het hoofdwerkwoord.

3. een vorm van to be.
1. You're going to become extremely popular
She works really seriously on the exercises. 

2. I can hardly believe my eyes.

3. They are usually late.

Slide 12 - Tekstslide

work - You - really - have - to - hard

Slide 13 - Open vraag

believe - hardly - I - my - could - eyes

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Comparisons

Slide 16 - Tekstslide

Comparisons
Onthouden!
Check de uitzonderingen! 
Pagina 121
1 lettergreep: -er / -est
quick - quicker - quickest

2 lettergrepen (-le, -er, -ow, -y): -er / -est
simple - simpler - simplest
clever - cleverer - cleverest

2 lettergrepen (geen -le, -er, -ow, -y): more / most
famous - more famous - most famous

3 of meer lettergrepen:
popular - more popular - most popular

Slide 17 - Tekstslide

Wow! This is by far ___ (large) house I have ever seen!

Slide 18 - Open vraag

That was wrong. You should be ___ (careful) in the future.

Slide 19 - Open vraag

Music is my ___ (big) inspiration!

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Mary ___ (win) the lottery last year.

Slide 23 - Open vraag

We ___ ( not see) anyone yet.

Slide 24 - Open vraag

___ you ___ (read) the book yet?

Slide 25 - Open vraag

They ___ (buy) their car two years ago.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

HOMEWORK
Next week
Lesson 1 & 2
All exercises!

2MH1 Tuesday
2MH2 Wednesday

Slide 28 - Tekstslide