bloed deel 2

Venapunctie/ bloedonderzoek
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Venapunctie/ bloedonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
De student kent de bloedcirculatie
Aan het eind van deze les weet de student waaruit bloed bestaat
Aan het eind van deze les kent de student de achterliggende theorie van een venapunctie
Aan het eind van deze les kent de student de meest voorkomende onderzoekswaarden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat bloed?
A
Bloedplasma, rode bloedcellen en paarse bloedcellen
B
Rode bloedcellen, witte bloedcellen en water
C
Bloedplasma, rode bloedcellen en ijzer
D
Bloedplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over de procedure na het afnemen van bloed?

Slide 4 - Woordweb

hartenzymen
ontstekingswaarden
glucose
Bloedkweken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedbuizen
  • Verschillende soorten buizen
  • Verschillende dopkleuren en groottes
  • Speciale vloeistof
  • Bepaalde volgorde van afnemen

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten bloedbuizen. 
> Elke buis is bestemd voor specifiek onderzoek. 
>De bloedbuizen kunnen verschillen van dopkleur en grootte. 
In de meeste gevallen bevatten de bloedbuizen een speciale vloeistof die nodig is om het bloedmonster te prepareren voor het onderzoek.
>  Als je bij een venapunctie meerdere buizen bloed afneemt, dan moet je de buizen in een bepaalde volgorde afnemen. 
>> Door de verkeerde volgorde van afnemen is er kans op contaminatie. Dit kan invloed hebben op de uitslag van het bloedonderzoek.
Bloedkweken worden eerst afgenomen, dan pas ander buizen via dezelfde intraveneuze prik. Dit moet omdat door de handelingen die je uitvoert de kans op het beïnvloeden van de bloedkweek verhoogt.

 
Elektrolyten (Na, K …..) worden ongestuwd als laatste geprikt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling
Bloedcellen:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Bloedplasma (=serum)

  • Plasma-eiwitten
  • Water
  • Opgeloste stoffen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen onderzoek
Werk uit:
BSE, HB, Glucose, TSH, CRP, leukocyten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze waarde zegt iets over de bezinkingssnelheid van rode bloedcellen
A
BSE
B
HB
C
Glucose
D
TSH

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze beide waarden zeggen iets over de ontsteking/infecties in het lichaam
A
BSE/CRP
B
HB/Glucose
C
BSE/HB
D
TSH/CRP

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hier een lage waarde naar bovenkomt betekent het dat de stofwisselingsprocessen in het lichaam vertraagd zijn
A
BSE
B
HB
C
CRP
D
TSH

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn bloedonderzoek is binnen. Ik lees het volgende:
HB: 8mmol/L
Bezinking: 6 ml
ASAT: 75
Creatinine 140 µmol/L
CRP: 11 mg/L

Welke waarden wijken af? Wat kan het zijn?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voorbeelden!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierfuncties
Natrium 
Kalium
UREUM
KREATININE

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ureum
Ureum is een afvalproduct bij de eiwitstofwisseling in de lever.

De nieren verwerken het ureum. Deze zorgen voor de terugresorptie (opgenomen in lichaam) en uitscheiding via de nieren.

Een verhoogd of verlaagd ureum zegt wat over hoe goed de nieren functioneren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kreatinine
Kreatinine is een afbraakproduct van de spieren in ons lichaam. De stof wordt via de nieren uit ons lichaam verwijderd. De hoeveelheid kreatinine in het bloed is afhankelijk van de nierfunctie, maar ook van de hoeveelheid spieren. 
Bij mannen is het kreatinine dan ook hoger dan bij vrouwen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hematologie
Hemoglobine
Hematocriet
Erytrocyten
Leukocyten
Trombocyten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hemoglobine
Rode bloedcellen bevatten hemoglobine. 
Hemoglobine is opgebouwd uit diverse eiwit en ijzerstructuren
Hemoglobine zorgt voor de rode kleur in ons bloed.

Belangrijkste functie is transport zuurstof en kooldioxide

Een te laag HB kan duiden op een anemie (bloedarmoede)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erytrocyt
  • Zijn gespecialiseerd in het vervoeren van  zuurstof en kooldioxide.
  • Bestaat voor het grootste deel uit hemoglobine (HB)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gecentrifugeerd bloed
Net afgenomen labbuis

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere belangrijke labwaarden
Leverfuncties (oa bilirubine)
Stolling (INR)
Cholesterol
Hormonen (oa schildklierfuncties)
Diabetes onderzoek
Serologie (antigenen en antistoffen)
Bloedkweken
Geneesmiddel spiegels
Tumormarkers

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stuwing
Stuwing ontstaat doordat je de stuwband (te lang) om doet.

Dit kan leiden tot hemolyse
(hemo=van het bloed, lysis= uit elkaar vallen,losmaken)
hemolyse=afbraak van erytrocyten (rode bloedcellen)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van stuwing tijdens bloedafname
Stuwing
Hemolyse
afwijkende
onbetrouwbare
 bloedwaarde bepaling
Verhoogd
Kalium

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces uitgelegd
Een vals verhoogd kalium (pseudohyperkaliëmie)
Dit komt veel voor bij een gestuwde bloedafname. Wanneer er te lang gestuwd is mbv een stuwband, kan er hemolyse optreden. Bij hemolyse gaan de bloedcellen kapot en komt er kalium van binnen de cel vrij.

Bij INR (stolling) kunnen er ook afwijkende waarden ontstaan!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies