Boekverslag

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BOEKVERSLAG
Kijk hier voor de eisen en tips

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf


Je moet goed kijken wat voor soort lezer je bent en van welk soort boeken je houdt.

Als je begin goed is, ga je veel sneller
Begin op tijd, je mag het laten zien.

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet er allemaal in een boekverslag?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Algemeen
Het moet aan de eisen voldoen, anders krijg je geen punten voor dat onderdeel.
Extra dingen mogen er natuurlijk altijd bij.
LET OP: Werk in lettertype 12/ 14!!! HET MOET IN WORD ( voor de plagiaat controle )  
Ieder hoofdstuk op een nieuwe bladzijde.
1. Voorkant
2. Inhoudsopgave
3. ( niet verplicht) Voorwoord
4. Praktische gegevens
5. Personen/ tijd/ plaats
6. Samenvatting
7. Eigen mening

Slide 6 - Tekstslide

Wat is plagiaat controle?
A
Nooit van gehoord!
B
Controleren of je tekst niet van je buurman hebt gejat.
C
Checken of niet alle tekst van internet komt
D
Kun je dat eten?

Slide 7 - Quizvraag

Voorkant
Plaatje

Titel/Schrijver

Naam

Klas

Zie bijlage

Slide 8 - Tekstslide

Inhoudsopgave

Jouw inhoudsopgave is die van jouw boekverslag, niet van jouw gelezen boek!!!

Hoofdstuk - Titel- Bladzijde nummer.

Zie bijlage

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een inhoudsopgave?

Slide 10 - Open vraag

Praktische gegevens
                                        Vertel wat over:
Titel, Schrijver,
Uitgever, Bladzijdes,
Hoofdstukken,
Druk ( evt. jaar van uitgave), Illustrator/ Tekenaar ( denk aan voorpagina),
Lettertype
EVT:
Andere boeken
Problematiek, Recensies

Je mag hier ook meer over schrijver kwijt. ( Dat mag je van internet halen)  

Slide 11 - Tekstslide

Personen
Plaats
TIJD
Je vertelt hoe iemand is (karakter) verlegen, brutaal.. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom. Doe dit ook voor de andere hoofdpersonen.
 Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden zijn.
Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. 

Slide 12 - Sleepvraag

Personen/ tijd en plaats
Personen:   Je vertelt hoe ze is ( haar karakter) verlegen, brutaal.. Vertel er ook bij waarom je dit vindt. Je mag ook best wat over uiterlijk vertellen, als je er altijd maar bijzet waarom.
Doe dit ook voor de andere hoofdpersonen.
Tijd: Kunnen jaartallen, vroeger/ deze tijd, maar ook jaargetijden.
Zet er altijd bij waarom jij dit denkt. Kan door kleding, muziek, gebruiksvoorwerpen, of gewoon een stuk in de tekst zijn.

Plaats
:Waar speelt het zich af. Denk aan land, stad/ dorp, buurt, gebouw. Hoe weet jij dat. Wat stond erover in de tekst?
HET BLIJFT VAAK BIJ: Het verhaal speelt in Nederland. Het belangrijkste is echter: Hoe weet jij dat. Dan zie ik of je het gelezen hebt!!!

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
Doe dit in 25 regels! Je moet ook kunnen weglaten. Dialogen ( gesprekjes) komen niet in samenvatting voor.
Eindig NOOIT met: Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!!

Ook zie ik vaak alleen een stuk van het eerste hoofdstuk uitgebreid en verder een zin over einde. ( Aan het einde komt alles weer goed)
.
Maak regels vol. Ga niet centreren, of met iedere nieuwe zin op nieuwe regel beginnen!

Begin met hoofdletter en eindig met punt en gebruik je spellingscontrole!! 

Slide 14 - Tekstslide

Waar moet een samenvatting aan voldoen?
A
25 regels, maak regels vol, spellingscontrole
B
10 regels, lege regels, taalfouten
C
25 regels, als u dit leest..
D
Spellingscontrole

Slide 15 - Quizvraag

Wat mag er NOOIT in het boekverslag staan?
Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het hele verslag lezen.
Als u dit leest, bent u slim.
Het boek eindigt met ...
Als u wilt weten hoe het afloopt, moet u het zelf maar weten!

Slide 16 - Poll

Eigen mening
Drie vragen moet je zeker beantwoorden:

1. Vind je de titel goed gekozen? Ook waarom.
2. Is het jongensboek of meisjesboek? Ook waarom. (Of is het voor allebei?)
3. Zou je het een ander aanraden om te lezen? ( Waar moet je van houden als je dit boek leest?)

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een eigen mening?

Slide 18 - Woordweb

Bijlages

Slide 19 - Tekstslide

Extra: Voorwoord
In het voorwoord informeer je de lezer over je ervaringen tijdens het schrijven van je verslag. Daarnaast kun je het voorwoord gebruiken om mensen te bedanken die je hebben geholpen.

Een paar tips voor je voorwoord:
Kies voor een levendige, persoonlijke start (waaruit je eigen ervaring met het maken van het verslag blijkt- Wat ging goed/ wat ging minder/ hoe heb je boek/ onderwerp gekozen)
Schrijf, vanwege het persoonlijke karakter, je voorwoord in de ik- of wij-vorm;
Wend je aan het eind rechtstreeks tot de lezer (bv. Ik wens je veel leesplezier toe)
Schrijf het voorwoord pas als je verslag af is.
Eindig met naam, plaats en datum.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opmaak
Je kunt voor de stijl (de opmaak) van je document verschillende opties kiezen.
• Klik op Start.
• Kies in het tabblad Stijlen een opmaak.
• Bijvoorbeeld voor een Inhoudsopgave Kop1.
Om je werkstuk in hoofdstukken in te delen geef je elk hoofdstuk een kop.
Dan kun je later een Inhoudsopgave maken.
Selecteer de tekst waarvan je een koptekst wilt maken. Klik in het blok stijlen op: Kop1, Kop2 of Kop 3.

Slide 22 - Tekstslide

Opmaak 2 inhoudsopgave
Opmaak 3 voorblad

Slide 23 - Tekstslide

Opmaak 3 voorkant 2
Opmaak 4 bladzijdenummers

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Leestest vraag 1
Leestest vraag 2

Slide 26 - Tekstslide

Leestest vraag 3
Leestest vraag 4

Slide 27 - Tekstslide

Leestest vraag 5
Leestest vraag 6

Slide 28 - Tekstslide

Tel hoeveel keer je welke letter gekozen hebt.
De letter die je het vaakst gekozen hebt, vertelt welke boeken jij het leukst vindt.

Slide 29 - Tekstslide

Welk type boek vind jij het leukst?
Fantasie verhalen
Informatie boeken
Herkenbareverhalen
Dieren verhalen
Sport boeken
Boeken over de liefde
Boeken met humor

Slide 30 - Poll

Heb je nog vragen voor de docent?

Slide 31 - Woordweb