OPFRISLES 2 echte klanten aan je kassa

Periode 3: Ik en financiën
In de vorige lessen:
Begroeten, en afscheid van de klant
Afrekenen, kassa opmaak en omgaan met klanten. 

Vandaag helpen we klanten aan de kassa.... echte klanten.





1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periode 3: Ik en financiën
In de vorige lessen:
Begroeten, en afscheid van de klant
Afrekenen, kassa opmaak en omgaan met klanten. 

Vandaag helpen we klanten aan de kassa.... echte klanten.





Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis activeren:
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
Bij al deze beroepen kom je in 
aanraking met klanten. Bekijk ze goed welke zie je?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 beroepen
lijkt jou leuk en waarom?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
  1. Ik kan een klant begroeten bij de kassa
  2. Kan ik in verschillende situaties reageren
  3. Kan ik beoordelen of de kassa service goed is of niet.


Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Aanpassen aan je klant
Een kassamedewerker past zich aan de klant aan. 
Jouw gedrag en taal, verschilt per klant. 
Je bent ook anders tegen je oma dan je broertje.

Maar hoe doe je dat met klanten?
Wanneer zeg je 'U' 
en wanneer zeg je 'je' 
tegen de klant?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zeg je
'U'
Wanneer zeg je
'Je/Jij'

Slide 6 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Waar let je op bij een klant?
 en hoe gedraag ik me?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we van deze vrouw?
  1. Leeftijd: Ze is jong en vrouw
  2. Gezicht: Vriendelijk
  3. Kleding: netjes
  4. Hoe gedraagt ze zich: Ze belt en                                                                          zwaait en lacht

Praat je met 'U' of je? ze zit aan de telefoon , 
kan je wel praten? is ze vriendelijk?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je tegen haar
praten bij de kassa?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we van deze man?
  1. Leeftijd: Hij is ouder en man
  2. Gezicht: Niet heel vriendelijk.
  3. Kleding: Stoer 
  4. Hoe gedraagt hij zich: Hij rijd motor en is met                                   zijn vrienden, zij zien er hetzelfde uit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wat doe je als deze
man bij je kassa staat?

A
Ik ben heel beleefd, probeer niet aan te kijken, en bel security.
B
Ik zal hem laten zien wie er hier de stoerste is, hij is een mafkees.
C
Ik doe net zoals alle bikers doen, stoer, en mannelijk ik wil erbij horen!
D
Ik help de man vriendelijk, open en met een grapje. wens hem een fijne dag.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe
praat je bij deze vrouw?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging wisselgeld ook alweer?
 Terug tel methode:

Slide 13 - Tekstslide

filmpje 00.00-01.20 min

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Kassa draaien: 
Er komen 4 klanten langs bij jouw kassa. 
Ze komen op het digibord langs.
Help de klant, als er 3 groene bolletjes in beeld komen, kan je praten. 
Praat luid en duidelijk. 
Let goed op wat de klant doet en zegt. 

Kijk mee en schrijf 2 dingen op die je opvalt aan het gesprek:


:

🟢🟢🟢

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Help deze 2 digitale klanten. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ging goed, wat kon beter? 
Wat zagen we allemaal: 
Leeftijd: 
Gezicht: 
Kleding:
Hoe gedroeg ze zich? 

Hoe deed de kasssa medewerker het?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Level 2
Durf jij deze
aan? 
Hints:
Snor
Vreemd
Accent


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zag je dat deze meneer vriendelijk is?
A
Aan zijn kleding
B
Zijn gedrag
C
Zijn gezicht
D
Zijn motor

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Level 3
Hints: 
Pittig
Boos
Telefoontje 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bellen terwijl je afrekent....
Kan dat??
JA JOH, GEEN PROBLEEM
HEY, ALS HET DRINGEND IS, DAN IS HET DRINGEND.
NAAAAH , KAN ECHT NIET ZO ONBESCHOFT,
NIET NETJES NAAR DE MEDEWERKER.

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Level 4
Medium lastig: 
hints: 
-Soep
- Kort blond haar


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe help je
lastige klanten?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Level 5: 
De moeilijkste 
klant ooit!
Deze klant is 
lastig. 
Let op de 
opdrachten 
in het scherm, spreek
luid en duidelijk.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 3: Ik en Financiën 
Ben ik toetsklaar? 
 
Ik kan een klant begroeten bij de kassa
Ik kan in verschillende kassa situaties reageren
Ik kan beoordelen of de kassa service goed is of niet.
Ik kan wisselgeld terug geven
Ik wet hoe ik moet reageren bij diefstal of ruiling

Slide 24 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
periode 2: Ik en financiën..
Ben ik toets klaar??
YES
NATUURLIJK
BORNREADY
IS DIT EEN KEUZE?
JA

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS van de gedeelde map.
Je kunt voor meer Exit tickets ook op onderstaande website kijken:

Slide 26 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
           Theorie
Voorzie de theorie van (geanonimiseerde) voorbeelden, zodat de leerlingen beter weten wat er van hen verwacht wordt. 
Het is aan te raden om voorbeelden van verschillende kwaliteit te laten zien om kwaliteitsbesef bij te brengen.
Checklist: (verwijder dit na het ontwerpen van je les!)
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode.
  • Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
  • Meertaligheid functioneel inzetten.
  • Iedereen bij de les betrekken.

Slide 27 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.



Je kunt hier een controlevraag stellen over de theorie.
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 28 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
           Instructie
Instructie
Bied je instructie gestructureerd en in 'kleine brokjes' aan. 
Voorzie de instructie van praktische- en herkenbare voorbeelden.
Checklist: (verwijder dit na het ontwerpen van je les!)
  • Interactieve uitleg (responsief): wisbordjes, LessonUp check-vragen, Cornell-methode.
  • Een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren.
  • Meertaligheid functioneel inzetten.
  • Iedereen bij de les betrekken.

Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Voorbeelden
Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Concrete voorbeelden
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
  • Voorbeelden van (eerder gemaakt en geanonimiseerd) leerlingenwerk

Slide 30 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Wanneer is mijn opdracht goed?
Leerlingen noteren hier succescriteria

Slide 31 - Open vraag

Succescriteria
Hiermee maak je leerlingen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en welke criteria bepalen of hun werk succesvol is. Dit helpt hen beter te begrijpen waar ze naartoe werken en verhoogt hun focus en motivatie. Door succescriteria te bespreken of samen met leerlingen op te stellen, bevorder je eigenaarschap en geef je hen een concreet kader om hun werk aan te toetsen tijdens en na het uitvoeren van de opdracht.
           Aan de slag
Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Checklist: (verwijder dit na het ontwerpen van je les!)
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.
timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen

De vraag kan hier 
geplaatst worden.
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 33 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
           Afsluiting
Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 34 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
           Begrippen
           uit deze les

  • ...
  • ...

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS van de gedeelde map.
Je kunt voor meer Exit tickets ook op onderstaande website kijken:

Slide 36 - Tekstslide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies