NL7 Geld H3 Lezen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 1?
A
het vervalsen van geld
B
katoen
C
briefgeld

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van tekst 1?
A
Het papier briefgeld moet heel stevig zijn.
B
Briefgeld is papier van katoen waar iets op gedrukt staat.
C
Door speciale kenmerken is briefgeld niet te vervalsen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van de inleidende alinea?
A
bedrukt papier
B
het dagelijks gebruik van briefgeld
C
briefgeld

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de kernzin van de tweede alinea?
A
Briefgeld wordt gemaakt van katoen.
B
Het speciale papier wordt gemaakt door pluizige zaden van de katoenplant.
C
Het papier wordt zo gemaakt dat er een watermerk in past en er goed een afbeelding op kan worden gedrukt.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van de tweede alinea?
A
stevig papier
B
katoenen papier
C
de pluizige zaden van de katoenplant

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de kernzin van de derde alinea?
A
In een fabriek drukken grote drukpersen de afbeelding op het papier.
B
Ook wordt er in de fabriek met speciale kenmerken voor gezorgd dat het briefgeld niet te vervalsen is.
C
Als het briefhgeld klaar is, wordt het goed gecontroleerd en op maat gesneden.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het deelonderwerp van de derde alinea?
A
de fabriek
B
speciale kenmerken
C
het drukken

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Over wie gaat het in het stripverhaal?

Slide 16 - Open vraag

Wat is er gebeurd?

Slide 17 - Open vraag

Waar is het gebeurd?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer is het gebeurd?

Slide 19 - Open vraag


Slide 20 - Open vraag