Leefstijl V2 Thema 3 les 2 boos

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Passen
Wie niets wil zeggen, of liever observeert, mag altijd passen.
Passen = besluiten niets te zeggen of niet mee te doen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les: 

Sterk door gevoelens

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les: Boos
Doel: 
  • Je kunt aangeven welke gevoelens er aan boosheid voorafgaan.
  • Je weet dat boosheid een gevoel is dat aangeeft dat er aan bepaalde behoeften niet wordt voldaan; deze behoeften kun je benoemen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevoelswoorden
komen er bij je op
als je denkt aan 'boos zijn'?

Slide 5 - Woordweb

Start: Boos zijn is een emotie die je ervaart op elke leeftijd: van baby tot grijsaard. Achter boosheid gaan veel gevoelens schuil.

Associëren: woordweb invullen

Eindig: In deze les wil ik met jullie kijken wat je kunt doen als je boos wordt en  wat je kunt doen met de boosheid van een ander.
Lijn 
Schrijf op elk papiertje een gradatie van boos zijn op en leg je papiertje op het juiste vel papier.
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Leg/hang 5 vellen in de klas, waarin helemaal links een beetje boos  en helemaal rechts heel, heel erg boos..
Deel per leerling 8 papiertjes uit, waar ze hun begrippen op kunnen schrijven
  •  geïrriteerd 
  • geërgerd
  • gefrustreerd
  • chagrijnig
  • humeurig
  • boos
  • woedend
  • agressief
  • ontploffen 
Maken: opdracht 1
blz. 23
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt jij boos?

Slide 8 - Woordweb


agressief 

Boos zijn
Als je boos bent, zit er vaak een andere emotie achter.


Bijvoorbeeld:
  • Onmacht 
  • Verdriet 

  • Angst 
  • Frustratie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat brengt je tot rust?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maken: opdracht 2
blz. 24
timer
8:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reactie dmv feedback
Feedback is het Engelse woord voor ‘terugkoppeling’.

Je reflecteert op iemands gedrag, vorderingen of prestaties.
Feedback zorgt voor belangrijke leermomenten die je vertellen wat er goed en fout ging.

Goede feedback zorgt voor een grotere persoonlijke groei.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 6 G’s
  1. Gebruik de ik-boodschap
  2. Gebeurtenis: beschrijf wat jij feitelijk hebt gezien 
  3. Gevoel: welk gevoel gaf dit. 
  4. Gevolg: het gevolg daarvan.
  5. Gewenst: het doel waar je naartoe wilt werken
  6. Geef tijd en ruimte om te reageren op jouw feedback

Slide 13 - Tekstslide

https://www.ag5.com/nl/feedback-geven-tips-voorbeelden/
Positieve / negatieve feedback
= Gericht op veranderlijke gedragingen en processen.

Bij positieve feedback prijs je vooral en geef je aan waarom je onder de indruk bent van een bepaalde prestatie. 
Negatieve feedback is vooral gericht op het verminderen of veranderen van ineffectief of ongewenst gedrag. 

Slide 14 - Tekstslide

https://www.ag5.com/nl/feedback-geven-tips-voorbeelden/
negatieve feedback - kritiek
Bij kritiek vel je een oordeel.
Bij feedback kijk je samen naar een oplossing, maar je velt geen oordeel!

Leef je in de situatie van de ander in en vraag jezelf af of jouw commentaar de ander kan helpen. Heeft hij er iets aan?

Slide 15 - Tekstslide

https://www.ag5.com/nl/feedback-geven-tips-voorbeelden/
Voorbeeld: Boos
  • Iemand maakt je boos. Je kunt dan kiezen voor een boze reactie: “Wat ben jij stom!"
  • Dit is een voorbeeld van slechte feedback op dit gedrag. Je (ver)oordeelt en levert kritiek zonder opbouwend of probleemoplossend bezig te zijn.
  • Feedback zou dan kunnen zijn: "Je zegt dat ik niet mijn best doe, dit maakt mij boos, waardoor ik niet meer redelijk kan reageren." 


Slide 16 - Tekstslide

https://www.ag5.com/nl/feedback-geven-tips-voorbeelden/
Voorbeeld: Niet betrokken
  • Iemand zit tijdens een gesprek om de haverklap op de telefoon te kijken. Je kunt dan kiezen voor de volgende reactie: “Is je telefoon interessanter dan wat ik hier te vertellen heb?”
  • Dit is een voorbeeld van slechte feedback op dit gedrag. Je (ver)oordeelt en levert kritiek zonder opbouwend of probleemoplossend bezig te zijn.
  • Feedback zou dan kunnen zijn: "Ik zie dat je steeds op je telefoon zit te kijken, dit geeft mij het gevoel dat ik niet interessant ben, waardoor ik aan mijzelf begin te twijfelen." 


Slide 17 - Tekstslide

https://www.ag5.com/nl/feedback-geven-tips-voorbeelden/
Conclusie
  • Leef je in de situatie van de ander in en vraag jezelf af of jouw commentaar de ander kan helpen. Heeft hij er iets aan?
  • Geef feedback persoonlijk als dat mogelijk is. (onder 4 ogen)
  • Geef feedback vanuit jezelf; de G's. Let ook op je non-verbale houding.
  • Houdt feedback feitelijk en maak de ander geen verwijten; vel geen oordeel.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking les
Wat heb je bijgeleerd over boosheid?

Welke vragen heb je nog?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tips 
&
tops

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies