Woordenschat H1 - les 3

Welkom!
Pak je leesboek.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we de komende weken doen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Bespreken huiswerk
  • Start Woordenschat H2
  • Zelf aan de slag



Slide 3 - Tekstslide

woordraadstrategie synoniem
Ken je een woord niet? Zoek naar een synoniem in een tekst.
Bijvoorbeeld: exact = precies

Hoe vind je een synoniem?
- lees in dezelfde zin, lees de zin ervoor, lees de zin erna
- lees in de andere (volgende) alinea

Slide 4 - Tekstslide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe
    woord.


  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.


  • Soms staat er verderop in de tekst een synoniem (een ander woord dat bijna hetzelfde betekent)

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 3 t/m 5 van H1 Woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3
Ik geef willekeurig mensen de beurt.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3
a kommer en kwel: hopeloze ellende
b van haver tot gort: door en door
c schots en scheef: rommelig
d pracht en praal: wat aan versiering, luxe en moois wordt getoond
e kant noch wal: onzin
f nooit ofte nimmer: op geen enkel tijdstip
g bont en blauw: vol blauwe en geel-blauwe vlekken
h voor galg en rad (opgroeien): (opgroeien) tot een misdadiger
i in kannen en kruiken: in orde
j in vuur en vlam: hevig verliefd
k naar eer en geweten: volkomen eerlijk
l pais en vree: zonder ruzie; vrede

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4
1 bejegenen: behandelen
2 analyseerde: onderzocht
3 duo’s: tweetallen
4 verbroedert: verbindt
5 experimenten: proeven
6 sympathieker: aardiger
7 relaties: verhoudingen
8 beleid: aanpak
9 bevreesd: bang
10 insteek: aanpak

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 5

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschat H2
Omschrijvingen en definities

Slide 11 - Tekstslide

Een omschrijving
Een onbekend woord in een tekst kun je soms begrijpen doordat er een omschrijving van dat woord bij staat. Zo’n omschrijving vind je ook in het woordenboek: 

– conservatorium = school waar je opgeleid wordt tot beroepsmusicus

Slide 12 - Tekstslide

Een definitie
Een definitie is een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip. In leerboeken staan vaak definities: 

– parallellogram = een vierhoek met twee paren evenwijdige zijden

Slide 13 - Tekstslide

Lees de tekst
Behalve als voetballegende is Cruijff minstens zo bekend geworden door zijn taalgebruik. Hij heeft de Nederlandse taal verrijkt met markante uitspraken, die vaak onnavolgbaar zijn. Dit unieke, opmerkelijke taalgebruik noemt men wel Cruijffiaans.

Welke omschrijving vind je voor het woord 'markante'?

Slide 14 - Tekstslide

Lees de tekst
Zijn schoolcarrière verliep niet erg succesvol. Jopie, zoals hij door zijn moeder werd genoemd, doubleerde nogal eens. Op de ulo, de vroegere mavo, bleef hij tweemaal zitten. Na enkele jaren verliet hij de school zonder diploma.

Welke beschrijving voor 'doubleerde' vind je in de tekst?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1. Je hebt hier 5 minuten voor.

Klaar? Dan begin je alvast aan opdracht 2.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 3 van H2 Woordenschat (blz 55).

Slide 18 - Tekstslide