NN6 - HV1 - WS - H2

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- Woordenschat h2
- Uitleg
- Opdrachten maken

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.
Huiswerk maandag 13 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1E

Vandaag...
- Woordenschat h2
- Uitleg
- Opdrachten maken

Leerdoel:
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.
Huiswerk maandag 13 september:
- Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Terugblik vorige les
  • Welke manier ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen?
  • Wat moet je doen om een synoniem te vinden in de tekst?

Slide 3 - Tekstslide

Kahoot
https://create.kahoot.it/share/nn6-1-havo-vwo-woordenschat-h1/1b569b61-a9f7-430f-9cf5-45cf18a9be19 

Slide 4 - Tekstslide

Doelen Woordenschat hs 2

- Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een omschrijving.


- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 5 - Tekstslide

Omschrijving zoeken

Denk aan 30 seconds: 

- Je geeft een omschrijving van een woord, zonder het woord te zeggen. 

Slide 6 - Tekstslide

woordraadstrategie omschrijving
Ken je een woord niet? Zoek naar een omschrijving in de tekst.

Bij het vakantiehuis van de beroemde zanger lagen paparazzi op de loer. Deze op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen hoopten op een bijzondere foto.

Slide 7 - Tekstslide

Omschrijving of definitie
Als je een woord niet kent dan zoek je naar een:

1. Omschrijving: een beschrijving van wat iets is.
of:
2. Een definitie: een heel nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip.

Slide 8 - Tekstslide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe
    woord.


  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.


  • Soms staat er eerder of verderop in de tekst een omschrijving.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg voorbeeld
Ze wilde als klein meisje al naar een galerie, een ruimte waar kunst getoond wordt, omdat haar moeder ook altijd ging.

Je kijkt hierboven naar de tekst tussen de komma's, hierin staat een omschrijving van het woord galerie. 

Het kan ook zijn dat de omschrijving in de vorige of volgende zin staat.

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent 'aanfluiting'?
A
Afgang: schandalig slecht
B
Iemand een rode kaart geven
C
Een stunt
D
Iemand die fluitend loopt

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'behendig'?
A
Rustig
B
Onhandig
C
Handig
D
Slim

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'markant'?
A
Groot
B
Klein
C
op de kant
D
Opmerkelijk

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'het spits afbijten'?
A
Het puntje ergens vanaf eten
B
Een pass naar de spits (voetbal)
C
Als eerste ergens aan beginnen
D
Gehuldigd worden

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent 'attractief'?
A
Aantrekkelijk
B
Groot
C
Attractie
D
Lelijk

Slide 15 - Quizvraag

Checkvragen
1. Welke twee manieren ken je om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen? H1+2

2. Hoe vind je een 'omschrijving of definitie'?


Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden checkvragen
1. Een synoniem zoeken en een omschrijving/ definitie te zoeken.
2. Door om het woord heen te lezen (context):

Slide 17 - Tekstslide

Had je alles goed? Dan mag je zelfstandig starten met opdracht 1 en 2. Lees de opdrachten goed door en schrijf de antwoorden in je schrift

Had je niet alles goed? Dat geeft niets! Je krijgt nu extra uitleg.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk / Weektaak

Maandag 13 september:
Maken: Woordenschat H2, opdracht 1 t/m 5

Dinsdag 7 september:
Neem een leesboek mee!
(C-boek of OB-1 (mediatheek))

Slide 19 - Tekstslide