Werkwoorden in de keuken NT2

De keuken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De keuken

Slide 1 - Tekstslide



Vorige les: recepten





Wie heeft een recept gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

Welke woorden ken
jij in de keuken?

Slide 3 - Woordweb

Werkwoorden in de keuken

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je in de
keuken doen?

Slide 5 - Woordweb

Schillen 

In reepjes snijden 

Raspen 

Pellen 

Schaven






In blokjes snijden

Mengen 

Braden / bakken 

Afgieten

Aan de kook brengen





 

Slide 6 - Tekstslide

QUIZ

Slide 7 - Tekstslide

Ik pel......
A
De mandarijn
B
De aardappel
C
De groente
D
De sinaasappel

Slide 8 - Quizvraag

Ik bak....
A
De keuken
B
De tafel
C
Het vlees
D
Het water

Slide 9 - Quizvraag

Ik kook....
A
De thee
B
Het fruit
C
Het water
D
Het brood

Slide 10 - Quizvraag

Ik snij .............. in reepjes
A
De paprika
B
Het vlees
C
De pasta
D
De kip

Slide 11 - Quizvraag

Ik ...... de ingrediënten in een kom
A
Meng
B
Bak
C
Rasp
D
Schil

Slide 12 - Quizvraag

Ik ga .......... afgieten
A
De groente
B
De kip
C
De pasta
D
Het water

Slide 13 - Quizvraag

Ik snij ........... in blokjes
A
De tomaten
B
De appel
C
De kruiden
D
Het mes

Slide 14 - Quizvraag

De kaas ga ik .......
A
Koken
B
Raspen
C
Schaven
D
Afgieten

Slide 15 - Quizvraag

Welke woorden heb
je nieuw geleerd?

Slide 16 - Woordweb

Werkwoorden blad invullen
ik ..........................
jij ..........................
hij / zij..................
wij ........................
jullie ....................
zij .........................

Slide 17 - Tekstslide


Zinnen maken

Slide 18 - Tekstslide

Ik - bakken

Slide 19 - Open vraag

Hij - schillen

Slide 20 - Open vraag

Wij - mengen

Slide 21 - Open vraag

Zij - pellen

Slide 22 - Open vraag

ik - aan de kook brengen

Slide 23 - Open vraag

Hij - in blokjes snijden

Slide 24 - Open vraag

Wij - Afgieten

Slide 25 - Open vraag

Kies zelf een woord uit

Slide 26 - Open vraag

Kies zelf een woord uit

Slide 27 - Open vraag