les 4 beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord mist?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les


Aan het eind van de les kun je:
  • Uitleggen wat er bedoeld wordt met beeldspraak
  • Uitleggen wat een vergelijking is en het beeld en object benoemen
  • Uitleggen wat een metafoor is
  • uitleggen wat een personificatie is

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak
- Vergelijking

- Metafoor

- Personificatie

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijking
Je vergelijkt iets met iets anders omdat er overeenkomst is. Deze vorm is te herkennen aan als of een vorm van het werkwoord lijken.

Je kamer (object) lijkt wel een zwijnenstal (beeld).

Slide 6 - Tekstslide

Nog meer voorbeelden van een vergelijking
  • Zo rood als wijn.
  • Dan zal ik je zoeken gelijk een dwaas.
  • Zijn mond: gapend als een vis.
  • Het zand was als een vloerkleed.

Slide 7 - Tekstslide

Metafoor
Je geeft iets de naam van iets anders omdat er overeenkomst is.

Ruim die zwijnenstal (beeld) nou eens op.

Verschil vergelijking: het originele object wordt bij een metafoor niet genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van metaforen
De parels in je mond --> wat is het object?

De lucht was bedekt met wit katoen.

Eeuwige slaap.

Rivieren van bitterheid stroomden uit zijn ogen. 

Slide 9 - Tekstslide

Personificatie

- Je stelt iets levenloos voor als een levend wezen


Je kamer roept om een schoonmaakbeurt.


Slide 10 - Tekstslide

Nog meer voorbeelden van personificatie
Het afschuwelijke gele behang in de keuken schreeuwde naar Kelly.

Toen Monica door de schoenenwinkel liep, riep elk paar hakken haar. 

De sneeuw fluisterde toen hij op de grond viel. 

De computer heeft een hekel aan me. 



Slide 11 - Tekstslide

Deze wet zal oplichters laten struikelen
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 12 - Quizvraag

Hij lacht als een boer met kiespijn
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 13 - Quizvraag

Die angsthaas durft helemaal niets
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 14 - Quizvraag

Papier is geduldig
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 15 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 16 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking

Slide 17 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor

Slide 18 - Quizvraag

Maak een zin met een vergelijking erin.

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met een personificatie erin.

Slide 20 - Open vraag

Maak een zin met een metafoor erin

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 23 - Tekstslide