quiz 5.1 t/m 5.3

Een verzorgingsstaat is gebaseerd op twee belangrijke waarden. Welke waarden zijn dat?
A
gezondheid, gelijke kansen
B
werk, solidariteit
C
solidariteit en gelijke kansen
D
vrijheid, gelijkheid
1 / 6
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisWOStudiejaar 3

In deze les zitten 6 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een verzorgingsstaat is gebaseerd op twee belangrijke waarden. Welke waarden zijn dat?
A
gezondheid, gelijke kansen
B
werk, solidariteit
C
solidariteit en gelijke kansen
D
vrijheid, gelijkheid

Slide 1 - Quizvraag

Wat is geen wettelijke verplichting binnen de Nederlandse verzorgingsstaat?
A
tot je zestiende naar school
B
belasting betalen over inkomen
C
een zorgverzekering hebben
D
vakbondslidmaatschap

Slide 2 - Quizvraag

Welke stelling is juist? In een nachtwakersstaat:
A
bemoeit de overheid zich alleen met de economie.
B
bestaan nauwelijks sociale wetten.
C
worden armen door de overheid onderdrukt.
D
bestaat er geen scheiding tussen kerk en staat.

Slide 3 - Quizvraag

Volgens de christendemocratische visie moet de overheid:
A
een terughoudende rol innemen.
B
particulier initiatief inperken.
C
een aanvullende rol innemen.
D
een uitgebreid zorgstelsel faciliteren.

Slide 4 - Quizvraag

De overheid vindt goed onderwijs om verschillende redenen belangrijk. Eén reden is dat iedereen daardoor zijn/haar talenten kan ontwikkelen. Een andere reden is dat:
A
dan de sociale ongelijkheid toeneemt.
B
goed opgeleide mensen de Nederlandse economie versterken.
C
daardoor de marktwerking toeneemt.
D
dan het aantal mensen dat gebruik-maakt van de sociale voorzieningen toeneemt.

Slide 5 - Quizvraag

Welke uitspraak over onderwijs in Nederland klopt niet?
A
Met een startkwalificatie heb je meer kans op een baan en een inkomen.
B
Onderwijs is ook belangrijk voor je identiteitsvorming en sociale contacten.
C
Een leerplichtambtenaar kan ouders een boete geven als hun kind niet naar school gaat.
D
Door de Leerplichtwet en kwalificatie-plicht komt schooluitval niet voor.

Slide 6 - Quizvraag