Goed opletten – kijk wat er om je heen gebeurt.
Bescherm jezelf – draag handschoenen, helm of bril
Gebruik spullen op de juiste manier – volg de instructies.
Ruim op – zo struikelt niemand.
Vraag om hulp – als je iets niet weet of het gevaarlijk lijkt.
Onthoud: Veilig werken betekent dat jij en je collega’s zonder ongelukken naar huis gaan.