Pallas les 17

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Pallas les 17

Check je kennis van de participiumvormen.

Participium

Geen participium

ἐλυσας

λυσας

παθον

ἐτεκε

φυγοντα

πεμψαν

ἐνικησαν

ἀρξας

Praesens

Aoristus

πάθων

λαμβανων

πιπτουσαν

εὐχόμενος

λιποντας

βαλον

μανθανουσιν

ἰδον

φυγούσαις

Waar of niet waar: de aoristus-stam van κρυπτω is κρυψ-

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
de aoristus-stam van νεμω is νεμ-

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar: de aoristus-stam van νομιζω is νομιζ-

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar: de aoristus-stam van αγγελλω is αγγειλ-

1. waar
2. niet waar

Benoem het participium:
ποιούσας

1. Acc mv m, praes
2. Acc mv m, aor
3. Acc mv v, praes
4. Acc mv v, aor

Benoem het participium:
λύσαντας

1. Acc mv m, praes
2. Acc mv m, aor
3. Acc mv v, praes
4. Acc mv v, aor

Benoem het participium:
λύοντι

1. nom mv m, praes
2. dat ev m, praes
3. dat ev m & o, praes
4. dat ev m & o, aor

Waar of niet waar:
De vorm οὖσι(ν) is zowel het participium dat mv m/o als de 3e mv praesens van εἶμι.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar:
de uitgangen van ὁ σῶτηρ zijn dezelfde als van het participium mannelijk

1. Waar
2. Niet waar

Benoem de volgende vorm:
ὄντα

1. acc ev v
2. acc ev m
3. acc ev o
4. acc ev m & o

Waar of niet waar:
λύουσι is zowel ptc: dat mv m&o als de 3e persoon mv van λύω

1. Waar
2. Niet waar