les 1 week 8

Bonjour
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs


Faire (maken): Neem ex 17A (groene blokje) helemaal over in jouw aantekeningenschrift
Bloc D afmaken!
Apprendre (leren):  herhaal SO stof, voc A+B, Bloc C + Bloc D
*oefen met slim stampen


Slide 3 - Tekstslide

Les buts du cours
SOCh2 leerstof ABCD herhalen:
Je kunt de woorden en zinnen vertalen 
Je kunt het Franse bijv nw toepassen. 
Je kent de regel bij de regelmatige vormen.
Je herkent de onregelmatige vormen en kunt deze toepassen.

In deze les: 
Nog tijd voor extra instructie!








Slide 4 - Tekstslide

Oefentoets
CH2: ABCD

Slide 5 - Tekstslide

Dictee
Pak je aantekeningenschrift
en vertaal de woorden of zinnen

Slide 6 - Tekstslide

Dictee woorden F-N (MAVO)
  1. adorable
  2. célèbre
  3. Je suis rigolo.
  4. souvent
  5. la moitié
  6. J'ai lu

Slide 7 - Tekstslide

Dictee woorden N-F (HAVO)
  1.  omdat
  2. het konijn
  3. de middag
  4. andere
  5. helpen
  6. de straat


Slide 8 - Tekstslide

Dictee zinnen F-N (MAVO)
Mavo: 
  1. 1. J'ai une soeur.
  2. Vous avez un animal?
  3. Elles ont un chien.
  4. Qu'est-ce que vous aimez faire ensemble?
  5. On aime aller en ville.




Slide 9 - Tekstslide

Dictee zinnen N-F (HAVO)
Havo:
1. Hij heeft twee broers en drie zussen.
2. Wij hebben een kat.
3. Wij vinden het leuk om te sporten.
4. Het is onmogelijk!


Slide 10 - Tekstslide

Corriger: We gaan nakijken!
Pak een andere kleur pen en verbeter jouw dictee! 

Slide 11 - Tekstslide

1. adorable
2. célèbre
3. Je suis rigolo.
4. souvent
5. la moitié
6. J'ai lu
1. schattig
2. beroemd
3. Ik ben grappig.
4. vaak
5.  de helft
6. ik heb gelezen

Slide 12 - Tekstslide

1.  omdat
2. het konijn
3. de middag
4. andere
5. helpen
6. de straat

 
 

1. parce que
2. le lapin
3. l'après- midi
4. autre
5. aider
6. la rue

Slide 13 - Tekstslide

Dictee zinnen F-N (MAVO)

1. J'ai une soeur                       =  Ik heb een zus.
2. Vous avez un animal?      = Heeft u / Hebben jullie een dier?
3. Elles ont un chien.             = Zij hebben een hond.
4. Qu'est-ce que vous aimez faire ensemble? = Wat doen jullie graag samen?
5. On aime aller en ville. = Wij vinden het leuk om naar de stad te gaan.




Slide 14 - Tekstslide

Dictee zinnen N-F (HAVO)

1. Hij heeft twee broers en drie zussen. = Il a deux frères et trois soeurs.
2. Wij hebben een kat. = Nous avons un chat.
3. Wij vinden het leuk om te sporten. = On aime faire du sport.
4. Het is onmogelijk! = C'est impossible!


Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel vragen had jij goed?
Schrijf het getal op!

Slide 16 - Woordweb

Wat kan ik nog beter doen?

Slide 17 - Woordweb

Grammaire Bloc D 

Slide 18 - Tekstslide

Regelmatige vormen bijv. nw.
Een bijvnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord (personen, dieren, dingen).
Vorm: 




MNL
VRL
ENV
    -
    e
MV
    s
   es
MNL
VRL
ENV
  petit
petite
MV
  petits
petites

Slide 19 - Tekstslide

We gaan oefenen!
On va pratiquer!

Slide 20 - Tekstslide

Kies het juiste bijv. nw:
Les films sont (intéressant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes

Slide 21 - Quizvraag

Kies het juiste bijv. nw:
Sophie et Paul sont (grand)
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 22 - Quizvraag

Kies het juiste bijv. nw:
Le pull est ... (noir)
A
noir
B
noirs
C
noire
D
noires

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste bijv nw:
L'anglais est ... (important).
A
importante
B
important
C
importantes
D
importants

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin is juist?
(Laura is klein en Luc is groot)
A
Lara est petit et Luc est grande.
B
Lara est petite et Luc est grand.
C
Lara est petits et Luc est grands.
D
Lara est petites et Luc est grands.

Slide 25 - Quizvraag

Vul het schema in.
Mannelijk enkelvoud
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
exemple
Joe est ...
Joe et Paul sont ...
Léa est ...
Léa et Sofie sont ...

Slide 26 - Tekstslide

+es
+s
+e
+ X
petit
petites
petits
petite

Slide 27 - Sleepvraag

Onregelmatige vormen
man. enk.
vr. enk.
man. mv.
vr. mv.
beau 
belle
beaux
belles
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieux 
vieille
vieux
vieilles
bon
bonne
bons
bonnes

Slide 28 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
Le chat est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 29 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
Les jeans sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 30 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
La pizza est (goed/lekker)
A
bon
B
bonne
C
bons
D
bonnes

Slide 31 - Quizvraag

mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
belle
beau
belles
beaux
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
vieille
vieux
vieilles
vieux

Slide 32 - Sleepvraag

Ik heb nog extra instructie nodig
Oui
Non

Slide 33 - Poll

Au travail/ Aan het werk!
schrift + HW controle: 17a+ 18b

Voor in de les: Faire (maken):  
Bloc E of Bloc F

Ben je klaar, dan ga je leren:  SO voorbereiden ABCD
*oefen met slim stampen

Slide 34 - Tekstslide

Les devoirs
SOCh2

Leerstof: woorden A+B, zinnen Bloc C, grammaire Bloc D

Oefen met slim stampen!
In de studiewijzer staat ook extra uitleg!

Slide 35 - Tekstslide