2.1 Nationalisme in Europa

Nationalisme en imperialisme. De tijd van burgers en stoommachines.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nationalisme en imperialisme. De tijd van burgers en stoommachines.

Slide 1 - Tekstslide

Dit moet je kennen/kunnen:
Wat veranderde er door de industriële revolutie  in de samenleving?

Slide 2 - Tekstslide

Vooruitgang in de 19e eeuw!
1. Lees 2.1 (alinea 1: een moderne samenleving)
2. Zoek op internet naar 2 belangrijke uitvindingen die werden         gedaan in de 19e eeuw.
3. Hoe zorgden deze uitvindingen voor ' vooruitgang' (dat het           leven beter/gemakkelijker werd)?
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lees 2.1  
Alinea 'Een moderne samenleving'
Maken: opdracht 2, 3 en 4

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je kennen/kunnen:

Je weet wat nationalisme is.
je kunt uitleggen hoe nationalisme in Europa voor spanningen zorgde.  

Slide 7 - Tekstslide

Bekiji
Bekijk de kaart. 

Welke vijf grootmachten herken je?

Welke drie veelvolkerenstaten zie je?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke vijf grootmachten herken je?

Slide 10 - Open vraag

Welke drie veelvolkerenstaten herken je?

Slide 11 - Open vraag

Twee voorbeelden van veelvolkerenstaten
( Er woonden meerdere verschillende volken in 1 land)

Slide 12 - Tekstslide

Italie 
19e eeuw

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden 
Vanaf 1815

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de problemen van deze veelvolkerenstaten?
1. Er leefden veel verschillende volkeren in 1 land. (verschillende talen, culturele gewoontes etc.) 
 2. Veel volkeren voelden zich achtergesteld door de machthebbers. (In Oostenrijk-Hongarije bijv. door de Oostenrijkers).
Achtergestelde volkeren willen een eigen staat, waar hun eigen volk de baas was. 

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

19e eeuw:nationalisme groeit
In Europa groeide het nationalisme:
Je voelde een sterke liefde voor je eigen volk, cultuur en geschiedenis van jouw volk.

Slide 18 - Tekstslide

Wat kan het nationalisme versterken?

Slide 19 - Woordweb

Wat is/zijn voordelen van het nationalisme?

Slide 20 - Open vraag

Wat is een nadeel aan nationalisme?

Slide 21 - Open vraag

1830: Belgische Opstand. 
De Belgen voelden zich niet verbonden met Nederland en scheidden zich af. Waarom? (3 redenen)

Slide 22 - Tekstslide

Duitsland in 19e bestond uit allerlei verschillende koninkrijkjes en vorstendommen

Slide 23 - Tekstslide

Lees de eerste twee alinea's van par 1
Maak 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Pruisen was het grootste en machtigste Duitse koninkrijk.





Otto von Bismarck was de belangrijkste minister van Pruisen. 

Slide 26 - Tekstslide

In de verschillende Duitse staten kregen liberalen steeds meer invloed.

Ze waren tegen de macht en de koning/adel. 
En
Ze waren voor Duitse eenwording (nationalisme)

Slide 27 - Tekstslide

Bismarck wilde dit ook. Maar niet door liberale invloed,maar door oorlog. 

Slide 28 - Tekstslide

In Frankrijk regeerde keizer Napoleon III. 

Hij wilde een net zo'n  groot Frankrijk als de grote Napoleon Bonaparte.




Een oorlog met Pruisen zou uitstekend uitkomen!

Slide 29 - Tekstslide

1870-1871: Frans-Duitse oorlog
Nationalisme groeit. Duitse staten werken samen olv Pruisen. 

Het was een bloedige oorlog. Dankzij industralisatie zijn wapens dodelijker. 



Slide 30 - Tekstslide

Duitsland viert overwinnig door eenheid uit te roepen.

Duitse keizerrijk

Slide 31 - Tekstslide

Een groot Duitsland zorgt voor nieuwe spanningen. 

Frankrijk wil wraak en op de Balkan blijft nationalistische onrust.

In 20ste eeuw breekt daardoor de gruwelijke Eerste Wereldoorlog uit.

Slide 32 - Tekstslide