Pers verz, per 3, week 2, Bewegingsapparaat

Persoonlijke verzorging periode 3
Deze periode behandelen we:
  • Thema 4, hfd 17: Transpiratie, sputum, braken en menstruatie
  • Thema 5, hfd 18: Bewegingsapparaat
  • Thema 5, hfd 19: Gezond bewegen
  • Thema 5, hfd 20: Hulpmiddelen en houdingen cliënt
  • Thema 5, hfd 21: Tillen en verplaatsen van cliënten
  • Thema 6, hfd 22: Hygiënisch werken

  • Opdrachten in Thiemen maken van genoemde hoofdstukken, niveau 3 en 4 en niveau 4
  • Bij deze lessen horen vaardigheidslessen, deze wordt later ingepland!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
persoonlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging periode 3
Deze periode behandelen we:
  • Thema 4, hfd 17: Transpiratie, sputum, braken en menstruatie
  • Thema 5, hfd 18: Bewegingsapparaat
  • Thema 5, hfd 19: Gezond bewegen
  • Thema 5, hfd 20: Hulpmiddelen en houdingen cliënt
  • Thema 5, hfd 21: Tillen en verplaatsen van cliënten
  • Thema 6, hfd 22: Hygiënisch werken

  • Opdrachten in Thiemen maken van genoemde hoofdstukken, niveau 3 en 4 en niveau 4
  • Bij deze lessen horen vaardigheidslessen, deze wordt later ingepland!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 3 Week 1
THEMA 5 HOOFDSTUK 18

Onderwerpen:

  • mobiliteit en mobiliteitsbeperkingen
  • bouw en functies van het bewegingsapparaat

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je wat mobiliteit is en wat motorische beperkingen zijn
  • Aan het einde van de les weet de functies van het skelet en de spieren
  • Aan het einde van de les weet welke gewrichten er zijn
  • Aan het einde van de les weet welke spieren wij hebben

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les Bewegingsapparaat
  • Zelfstandig werken bij tijd over

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen vorige les?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theorie les 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?
Mobiliteit is beweeglijkheid en het gemak waarmee de cliënt zich kan verplaatsen.




Mobiliteitsbeperking of motorische beperkingen zijn stoornissen in of aan de ledematen, waardoor iemand gehinderd wordt in handelen, houding en/of bewegen. Dit heeft/kan gevolgen hebben voor de zelfredzaamheid van de cliënt.
Belangrijk is hoe iemand zich voelt!
De regie over het eigen leven is belangrijk!!

Bewegingsapparaat zijn alle delen van het lichaam die voor de beweging dienen, zoals de botten, gewrichten, spieren en pezen.



Slide 7 - Tekstslide

Vandaag en volgende week gaan we het hebben over mobiliteitsbeperking ook wel motorische beperking genoemd.
Minder goed kunnen bewegen heeft gevolgen voor de zelfredzaamheid van de cliënt. Nu kunnen de gevolgen voor zelfredzaamheid nogal verschillen. Dit hangt af van de oorzaak, de ernst en de duur van de problemen. Een gekneusde rechterhand in het verband bijvoorbeeld is lastig, maar niet te vergelijken met iemand bij wie steeds meer spieren uitvallen zoals bij de ziekte spierdystrofie.

Maar voordat we bepaalde motorische beperkingen gaan bespreken moeten we eerst weten hoe het bewegingsapparaat van de mens in elkaar zit. 
Chronische ziekten of zintuiglijke beperkingen zijn vormen van lichamelijke beperkingen, welke voorbeelden kan je noemen van een motorische beperking?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke beperkingen: motorische beperking, chronische ziekten of zintuiglijke beperkingen.

Bij motorische beperkingen gaat het om beperkingen bij: lopen, gebruik van armen of handen, houden van evenwicht.

Het gaat om cliënten met: verlammingen, stoornissen in de samenwerking van de spieren, ontbreken van lichaamsdelen, aandoeningen van botten en/of gewrichten, spierziekten.

Als beroepskracht MZ heb je ook aandacht voor de gevolgen van een lichamelijke beperking. Je kijkt samen met de cliënt naar de mogelijkheden die er (nog) wel voor de cliënt zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw en functie van het bewegingsapparaat

Bestaat uit alle delen van het lichaam die voor beweging dienen zoals botten, gewrichten, spieren en pezen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
Bestaat ui 206 botten en botjes, deze zijn verbonden door gewrichten, spieren en pezen

Functies:
  • stevigheid en vorm aan het lichaam geven;
  • bescherming van kwetsbare organen, zoals hersenen, hart, longen, oog en oor;
  • aanhechtingsplaats voor spieren, waardoor deze het lichaam kunnen laten bewegen;
  • vorming van bloedcellen en bloedplaatjes in het beenmerg;
  • voorraad voor kalk.

Slide 11 - Tekstslide

De botten bestaan uit twee soorten weefsel die elk hun eigen kenmerken hebben, het beenweefsel (botweefsel) en kraakbeenweefsel. Het beenweefsel is zeer hard, stevig en sterk. Je kunt het niet buigen, samendrukken of uitrekken. Het bestaat uit betrekkelijk weinig cellen, maar bevat veel lijmstoffen en kalkzouten. Het kraakbeenweefsel komt in het lichaam minder voor dan beenweefsel. Het bevat, in vergelijking met beenweefsel, veel meer lijmstoffen maar geen kalkzouten. Daardoor is kraakbeenweefsel wel te buigen, uit te rekken en samen te drukken
Beenweefsel zit overal waar stevigheid belangrijk is. Op sommige plaatsen in het skelet is behalve stevigheid ook wat beweeglijkheid nodig. Op die plaatsen zit kraakbeen, zoals: ribben, tussen de wervels.

Als een mens ouder wordt, droogt het lichaam meer uit. Je krijgt rimpels omdat je huid uitdroogt. Het kraakbeen tussen de wervels verliest vocht. Hierdoor verlies je lichaamslengte: oudere mensen ‘krimpen’. 
Botten
De botten bestaan uit 2 soorten weefsel:

  1. Beenweefsel, zeer hard, stevig en sterk, bevat veel lijmstof en kalkzouten, weinig cellen.
  2. Kraakbeen, bevat veel lijmstof maar geen kalkzouten, is buigbaar.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat??
  • Er in je voet wel 26 botjes zitten?
  • Elke hand bestaat uit 27 botjes?
  • Je kleinste botje in je oor zit? En dat dat botje de stijgbeugel heet en maar 2 millimeter lang is?
  • Knakkende van je botten, bijvoorbeeld je knie of vingers, is het geluid dat je hoort als een pees (een soort kabeltje dat je spier en bot met elkaar verbindt) verspringt langs je botten of gewricht. Je zou het kunnen vergelijken met een gespannen snaar die geluid maakt als je de snaar laat trillen. Dit kan geen kwaad en is normaal. Je botten zelf knakken dus niet!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een gewricht is een beweeglijke verbinding tussen twee of meer botten.

Soorten gewrichten:
  • kogelgewricht: dit gewricht (schouder, heup) geeft de grootste bewegingsvrijheid, bewegingen in alle richtingen zijn mogelijk maar niet in alle richtingen even ver. 
  • scharniergewricht: dit gewricht (elleboog, knie) kan in één richting bewegen: buigen of strekken.
  • rolgewricht: het ene botuiteinde draait om het andere heen, zoals in de onderarm het spaakbeen om de ellepijp kan draaien, of bij het gewricht tussen de eerste en de tweede halswervel (‘atlas’ en ‘draaier’).
  • zadelgewricht: dit gewricht (basis van de duim) is een ingewikkeld gevormd gewrichtsoppervlak dat meer dan één beweging toelaat.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij waar wat zit?




TIP:
Op de volgende slide vind
je een link naar de Padlet
waarop je kan oefenen!

Slide 18 - Tekstslide

Roep een nummer op en vraag aan de studenten welk bot het is. Op de volgende slide staan de juiste antwoorden 

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Is de medische naam voor poreus bot ofwel zwak bot. Zwak wil zeggen, zwakker dan gemiddeld. Osteoporose is een chronische aandoening van het skelet waarbij de botsterkte afneemt.
Het wordt ook wel de stille epidemie genoemd. Je merkt er weinig van totdat je van alles begint te breken. Maar als je er tijdig bij kunt zijn is er nog veel te verbeteren of verdere teruggang te voorkomen. Blijf dus zelf alert en onderneem zelf actie.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artrose
Artrose is géén verouderingsproces.
Artrose is een reumatische ziekte die op zichzelf voorkomt maar ook kan ontstaan na een gewrichtsontsteking of bij zwakke gewrichtsbanden.
Artrose is de meest voorkomende reumatische aandoening aan het bewegingsapparaat. Het kraakbeen gaat kwaliteit achteruit, het wordt dunner en zachter. Dit leidt tot vervorming van het bot direct onder het kraakbeen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de schedel?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schedel
  • Functie: beschermt de hersenen en zintuigen. 
  • Bestaat uit: aangezichtsschedel, schedeldak, schedelbasis.

De aangezichtsschedel bestaat uit:
  1. Onderkaak;
  2. bovenkaak;
  3. neusbeetje.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schedeldak:

  1. Voorhoofdsbeen;
  2. wandbeen;
  3. achterhoofdsbeen;
  4. wandbeenderen;
  5. achterhoofdsbeen;
  6. slaapbeenderen.

Fontanel is de ruimte tussen de schedelbeenderen.
(baby) Zie volgende slide.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fontanellen

De grote en kleine fontanel bevinden zich boven op de schedel.
Fontanellen zijn met 1,5 jaar dicht gegroeid.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De schedelbasis is de bodem van de schedelholte.
  • Er zitten veel openingen in, zo ontstaat er een verbinding tussen de hersenen en het ruggenmerg.

  • Bestaat uit:
  1. Zeefbeen
  2. Wiggenbeen
  3. Rotsbeen
  4. Onderste gedeelte van het achterhoofdsbeen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
Bestaat uit 32 wervels:
  • 12 borstwervels
  • 5 lendewervels
  • 5 heiligbeenwervels
  • 4 staartbeenwervels

Geeft het lichaam veerkracht.

Iedere wervel bestaat uit:
  • Wervelboog
  • Doornuitsteeksel
  • Twee dwarsuitsteeksels

Door wervelgat lopen zenuwbundels

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wervelkolom

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoudergordel
Bestaat uit:

Twee schouderbladen
Twee sleutelbeenderen

De schouderbladen zijn rechthoekig van vorm.
Zitten vast aan borstbeen en schouderblad en
is erg beweeglijk.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekkengordel
Bestaat uit:
Twee heupbeenderen die aan de voorzijde met elkaar zijn vergroeid.
Niet bewegelijk
Aan de achterzijde zijn ze met de zijkant van het heiligbeen vergroeid.

Een heupbeen bestaat uit:
Darmbeen
Het zitbeen
Schaambeen



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een rughernia?
Een deel van de tussenwervelschijf kan een uitstulping vormen en tegen de zenuwen drukken. Dan spreek je van een hernia.

Wat zijn de symptomen van een rughernia?
Als de uitstulping op een zenuwwortel drukt, kan de pijn heel heftig zijn. Er is meestal pijn in de onderrug die via de bil uitstraalt naar één been. Soms loopt de pijn door tot in de voet. Er kan sprake zijn van krachtverlies en een ‘doof’ gevoel in het been. Bij een sterke beklemming van de zenuw kan een hernia leiden tot plasproblemen, verlammingsverschijnselen en gevoelsstoornissen. Hoesten, niezen en persen verhogen de druk op de wervelkolom. Dit kan de pijn versterken. Als een acute hernia niet op tijd wordt behandeld óf spontaan geneest, kan het overgaan in een chronische aandoening.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ledematen ken je?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ledematen
  1. Bovenarm
  2. onderarm
  3. dijbeen
  4. onderbeen
  5. handen
  6. voeten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En door naar de spieren!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spieren
  • Spieren en pezen maken deel uit van ons bewegingsapparaat.
  • Mensen hebben 600 spieren.
  • Willekeurige spieren staan onder invloed van je wil. Is dwarsgestreept spierweefsel.
  • Onwillekeurige spieren werken buiten je wil om. Zijn gladde spieren. Bijv. darmen
  • Hartspierweefsel. Werkt buiten je wil om maar zijn wel dwarsgestreept.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van spieren
Spierweefsel is sterk weefsel dat uit lagen en koorden bestaat.
Opgebouwd uit miljoenen vezels.

Antagonisten: spieren met een tegengestelde werking rondom een gewricht.

Functies van spieren:
  • Maakt bewegingen mogelijk;
  • Handhaven van de spierspanning (tonus);
  • Warmte produceren;
  • Bescherming organen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Thiemen opdrachten maken:
Persoonlijke verzorging thema 5 hoofdstuk 18
opdrachten niveau 3 en 4 en niveau 4

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies