Recap-days/months

Welcome
You will need: WORKBOOK, Laptop, Notebook and a pen
Go to lesson up and put in the code!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
You will need: WORKBOOK, Laptop, Notebook and a pen
Go to lesson up and put in the code!

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je kan de datum/dagen/maanden in het Engels herhalen.

Slide 2 - Tekstslide

Ordinal numbers
eerste

Slide 3 - Open vraag

tiende

Slide 4 - Open vraag

vijftiende

Slide 5 - Open vraag

derde

Slide 6 - Open vraag

negende

Slide 7 - Open vraag

twaalfde

Slide 8 - Open vraag

achtste

Slide 9 - Open vraag

22e

Slide 10 - Open vraag

19e

Slide 11 - Open vraag

Match the numbers correctly
st
nd
rd
th
11
30
31
22
42
5
1
3
103
71
13
2
83

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

What's the date today? 
Seasons, dates, days, months, years

Slide 14 - Tekstslide

What season is this?

Slide 15 - Open vraag

What season is this?

Slide 16 - Open vraag

What season is this?

Slide 17 - Woordweb

What season is this?

Slide 18 - Open vraag

What's your favourite season?
A
spring
B
summer
C
autumn
D
winter

Slide 19 - Quizvraag

January
February
March
April
May
June

Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday
Months
Days
days & months have CAPITAL letters in English
July
August
September
October
November
December

Slide 20 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
January
February
March
April
May
June

Slide 21 - Sleepvraag

7
8
9
10
11
12
July
August
September
October
November
December

Slide 22 - Sleepvraag

Dagen van de week
zondag
  • Sunday
maandag
  • Monday
dinsdag
  • Tuesday
woensdag
  • Wednesday
donderdag
  • Thursday
vrijdag
  • Friday
Altijd met een hoofdletter!!

Slide 23 - Tekstslide

Months
  1. January
  2. February
  3. March
  4. April
  5. May
  6. June

  1. July
  2. August
  3. September
  4. October
  5. November
  6. December
Altijd met een hoofdletter!!

Slide 24 - Tekstslide

Dates
 June the ninth  (June 9th)
May the fifth (May 5th)
 of 
the ninth of June ( 9th June)
the fifth of May (5th May)

Slide 25 - Tekstslide

When is your birthday?
date + month

Slide 26 - Open vraag

When's Christmas Day?
date + month

Slide 27 - Open vraag

What is today's date?

Slide 28 - Woordweb

Afsluiten
August 3

Slide 29 - Open vraag

April 26

Slide 30 - Open vraag

June 17

Slide 31 - Open vraag

Write the date:
12-04-2020

Slide 32 - Open vraag

Homework
Study: Vocabulary 2.1 AND 1.1
Do: ONLINE workbook
Unit 2 Practice more 
ALL Grammar and Vocab

Slide 33 - Tekstslide

Afsluiten
December 25
  • The twenty-fifth of December / December the twenty-fifth
August 3
  • The third of August / August the third
April 26
  • The twenty-sixth of April / 
June 17
  • The seventeenth of June

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

"TO BE GOING TO"

Slide 36 - Tekstslide

TO BE GOING TO
Dit onderwerp is herhaling.
TO BE + going to + werkwoord
wanneer er als werkwoord "to walk" staat, gebruik dan alleen "walk" zonder "to".
dit neem je gewoon letterlijk zo over.
am, is of are

Slide 37 - Tekstslide

TO BE GOING TO
Dit onderwerp is herhaling.
She         is               going to                  eat               rice.
She         is    not    going to                  eat               rice.
Is           she             going to                  eat               rice?

Slide 38 - Tekstslide

Even oefenen..

Slide 39 - Tekstslide


"They ... (to give) a party on Saturday."

Slide 40 - Open vraag


"I ... (to have) a good time tonight."

Slide 41 - Open vraag


"She ... (not / to buy) a lot of clothes."

Slide 42 - Open vraag


"... he ... (to eat) out?"

Slide 43 - Open vraag


"Janet ... (to help) me."

Slide 44 - Open vraag


Denk je dit onderwerp nu onder de knie te hebben?
A
Ja!
B
Jawel, maar ik ga er nog even mee oefenen.
C
Jawel, maar ik zou het toch nog eens samen willen doornemen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 45 - Quizvraag