Mode

1 / 53
volgende
Slide 1: Video
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

fashion
Mode

Slide 2 - Tekstslide

Wat krijg je wanneer je auto design en mode combineert?
Bedenk ten minste twee antwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is mode?
Iedereen heeft met mode te maken. Mode is kunst, inspiratie en techniek, maar mode is ook massaproductie, geschiedenis, identiteit en duurzaamheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Moet mode draagbaar zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Takashi Murakami
+
Luis Vuitton

Slide 8 - Tekstslide

Coco Chanel (jurk) en Audrey Hepburn (actrice)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Billie Eilish in Gucci

Slide 12 - Tekstslide

Indya Moore in de serie 'Pose' door ontwerpers Lou Eyrich en Analucia McGorty

Slide 13 - Tekstslide

Televisie series als 'Friends' - 90s mode

Slide 14 - Tekstslide

Het Paper Magazine Break the Internet Issue
BTS door Louis Vuitton

Slide 15 - Tekstslide

Beyoncé - Ivy Park x Adidas

Slide 16 - Tekstslide

Dans en mode
Veel modeontwerpers zien de danswereld als grote inspiratiebron. Bovendien worden steeds vaker dansers als model gekozen. Niet zo gek, want dans gaat net als mode over beweging, vrijheid en schoonheid. Ook buiten de catwalk zie je regelmatig de invloed van dans. De charleston, de jive, discomuziek of house maken niet alleen dancing queens van ons, maar beïnvloeden ook wat we dragen. 

Slide 17 - Tekstslide

Charleston (1920)

Slide 18 - Tekstslide

Saturday Night Fever (1977)

Slide 19 - Tekstslide

Subculturen zoals hiphop en muziekstijlen als disco of gabber hebben direct invloed (gehad) op het modebeeld.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een hoodie? Wie heeft een hoodie? Waarom draag je een hoodie? Welke associaties hebben jullie bij de hoodie? 
1. Wat is een hoodie? Wie heeft een hoodie? Waarom draag je een hoodie? Welke associaties hebben jullie bij de hoodie? 

Slide 21 - Tekstslide

Welke betekenis of functie heeft de hoodie?

Slide 22 - Tekstslide

Welke betekenis of functie heeft de hoodie?

Slide 23 - Tekstslide

Welke betekenis of functie heeft de hoodie?

Slide 24 - Tekstslide

Welke betekenis of functie heeft de hoodie?

Slide 25 - Tekstslide

Welke betekenis of functie heeft de hoodie?

Slide 26 - Tekstslide

The Hoodie - Het laatste politieke kledingstuk
De hoodie is alomtegenwoordig - hij verschijnt op straat, op sportvelden en langs de lijn, op de catwalk, kantoor, in de club, de protestmars, het vliegtuig of de werkplaats. Voor sommigen is het niets meer dan een makkelijk en comfortabel kledingstuk, terwijl de hoodie voor anderen gepaard gaat met allerlei maatschappelijke en culturele connotaties. Het is, mogelijk, het laatste politieke kledingstuk.
Alessandro Michele for Gucci, The Hoodie, 2019.



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video

Ontwerp je eigen hoodie
Verwerk een belangrijke gebeurtenis uit je leven in het ontwerp.  Denk na over vormen, kleuren, lijnen, stof, etc. 
Na afloop bespreken we de ontwerpen met elkaar.

Slide 30 - Tekstslide

Wat is Fashion Design?
Mode draait om communicatie: zowel de drager als de ontwerper hebben een verhaal te vertellen. Als modeontwerper heb je een feilloos gevoel voor trends en het ‘nu’, dat je uitdrukt in een eigen visie op schoonheid.

Mode is intens verbonden met wat er speelt in de maatschappij en de wereld.




Slide 31 - Tekstslide



Mode in Kleur


26 september 2020 t/m 28 februari 2021 
KUNSTMUSEUM DEN HAAG

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Mode in Kleur
Mode in Kleur laat zien hoe kleding van vroeger en de mode van nu momenten van hoop kunnen bieden. En ons bovenal met elkaar verbinden in alle kleurschakeringen van de regenboog. 

Dit veelkleurige natuurverschijnsel staat niet voor niets symbool voor hoop, moed, trots en dankbaarheid. Deze tentoonstelling is tijdens de covid-19 periode gemaakt en vertelt modeverhalen over de symboliek van kleur. In een tijd waarin enorme behoefte bestaat aan troost, verbinding en hoop, kan juist een tentoonstelling over mode dit bieden. De modewereld is immers gewend om vooruit te kijken en te reageren op de wereld om ons heen.

Slide 34 - Tekstslide

Mode in Kleur
Zwart was is de negentiende eeuw vaak een kleur van rouw. Maar de kleur is later, onder andere door Coco Chanel, óók omgetoverd tot een begerenswaardige tint: de little black dress wilde je hebben om feest in te vieren; om in te dansen. Juist in de jaren ná de Eerste Wereldoorlog. Daarvoor was ook grijs een rouwkleur, evenals paars. Maar paars was ook een kostbare, koninklijke kleur. Rood staat voor gevaar, maar ook voor liefde. Oranje is onze nationale kleur, maar het dragen ervan kon je vroeger ook de kop kosten. Zonnig geel brengt optimisme, maar wie weet nog dat dit vroeger de kleur was die straatprostituees droegen, omdat je hen dan goed kon zien in donkere steegjes en straten? Groen staat voor hoop, maar ook voor een nieuwe manier van omgaan met elkaar en het vertegenwoordigt de veranderingen in de mode-industrie: green fashion. 

Slide 35 - Tekstslide

Jan Taminiau
Modeontwerper Jan Taminiau is voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om zijn romantische wereld uit te breiden. Zijn kleding is geliefd over de hele wereld. Vaak voeren nieuwe wegen hem terug in de geschiedenis om rijke tradities, halfvergeten ambachten en originele stoffen te bestuderen. Beyoncé, Lady Gaga en koningin Máxima behoren tot zijn klanten.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Opdracht
Vorm groepjes van 3 of 4. Van de docent krijg je één vuilniszak. Vertaal een vuilniszak naar een draagbaar kledingstuk

Denk na over wat het kledingstuk moet uitstralen/vertellen. Bedenk een verhaal. Wees creatief en uniek!

Kies 1 persoon uit om als model in jullie kledingstuk jullie werk te showen aan de klas op de catwalk.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

DANS verkennen
Dans is de kunst van het bewegende lichaam. Als je erop let, zie je overal ‘dans’: op TikTok, Just Dance, reclames, posters, sportscholen, feestjes, festivals, op straat, in het theater. 
Dans heeft meerdere doelen: iets vieren, stoom afblazen, gevoelens uiten, iemand versieren…. of een artistiek doel. Bij dat laatste dansen er professionele dansers voor een publiek.

Slide 40 - Tekstslide

DANS verkennen
Dans is de kunst van het bewegende lichaam. Als je erop let, zie je overal ‘dans’: op TikTok, Just Dance, reclames, posters, sportscholen, feestjes, festivals, op straat, in het theater. 
Dans heeft meerdere doelen: iets vieren, stoom afblazen, gevoelens uiten, iemand versieren…. of een artistiek doel. Bij dat laatste dansen er professionele dansers voor een publiek.

Slide 41 - Tekstslide

0

Slide 42 - Video

GENRES
1. Klassiek ballet: Deze dansvorm is de oudste westerse theater dansvorm en is ontstaan in de 17e eeuw. Het unieke hieraan is dat de techniek ervan is vastgelegd zodat iedereen ter wereld die deze dansvorm danst dezelfde danspassen
maakt. De romantische versie is vaak gebaseerd op sprookjes.
2. Moderne dans: Deze dansvorm ontstaat in het begin van de 20e eeuw en zet zich af tegen het klassieke ballet. Binnen de moderne dans staat de danservaring zelf en de innerlijke oorsprong van beweging centraal.
3. Jazzdans: In de 19e eeuw komen de tot slaaf gemaakte Afrikanen in Amerika in aanraking met westerse dansvormen en zij combineren dit met hun eigen dans. Hieruit ontstaan nieuwe vormen. Jazzdans wordt veel toegepast in Musical en
Showdans.
4. Urban/hiphop: Deze dansvorm is begonnen in de wijk The Bronx in New York, rond het midden van de jaren zeventig. Deze stijl is het verzamelwoord voor verschillende dansstijlen
zoals Hip hop, breakdance, streetdance, popping&locking.
5. Wereld of volksdans: Deze dansvorm is een verzamelnaam voor danssoorten die behoren tot de cultuur een volk of een land. Soms wel meer dan duizend jaar oud .

Slide 43 - Tekstslide

KENMERKEN
Richting: In het horizontale vlak zijn er diverse richtingen waarin de danser de ruimte kan doorsnijden. Denk hierbij aan voor- en achterwaarts, zijwaarts en diagonaal. Ook de blikrichting (focus) van de danser is van belang.
Hoogte: In het verticale vlak kan de danser zich bewegen in drie lagen: hoog, midden en laag. De lagen worden gedacht vanuit het bekken van de danser, dat als ‘midden’ wordt gezien. Dus springen is dan ‘hoog’ en zittend/liggend de grond gebruiken is ‘laag’.
Ruimte: Op het moment dat een danser zich beweegt in de ruimte gebruikt hij richtingen en hoogtelagen. De variaties daarin kunnen leiden tot patronen (lijn, cirkel, slinger, spiraal, acht, etc.), vormen van het lichaam van de danser (groot,
helemaal uitgestrekt of klein, helemaal in elkaar; rond of hoekig etc.). Ook de plaatsing van één danser in de ruimte, van meerdere dansers ten opzichte van elkaar (opstellingen zoals kring of rij), of de plaatsing van dansers t.o.v. decorstukken hoort hierbij.
Tijd: Dans voltrekt zich niet alleen in de dimensie ruimte, maar ook in tijd. Dans heeft een duur (acht maten voor een paar passen, avondvullend voor een sprookjesballet bijvoorbeeld), een tempo (van uiterst langzaam tot extreem snel), een ritme en maat (zie bij muziek). Kortom, dans maakt een bepaalde onderverdeling van de tijd zichtbaar.
Kracht: Om te kunnen bewegen moet de danser zijn spieren aanspannen en ontspannen, afhankelijk van de beweging die hij wil maken. Denk hierbij aan het optillen van een been, dat vraagt om de aanspanning van bepaalde spiergroepen en om de ontspanning van weer andere spiergroepen. Het karakter van een beweging hangt sterk af van de aanzet die de danser actief geeft aan de beweging: hij kan een sterke aanzet meegeven of een zeer lichte. 

Slide 45 - Tekstslide

Ruimte
Tijd
Kracht
Zwaartekracht

Herhaling
Liften
Ritme
Opstelling
Snelheid
Hoog/midden/laag
Vertragen

Slide 46 - Sleepvraag

3

Slide 47 - Video

GENRES
1. Klassiek ballet: Deze dansvorm is de oudste westerse theater dansvorm en is ontstaan in de 17e eeuw. Het unieke hieraan is dat de techniek ervan is vastgelegd zodat iedereen ter wereld die deze dansvorm danst dezelfde danspassen
maakt. De romantische versie is vaak gebaseerd op sprookjes.
2. Moderne dans: Deze dansvorm ontstaat in het begin van de 20e eeuw en zet zich af tegen het klassieke ballet. Binnen de moderne dans staat de danservaring zelf en de innerlijke oorsprong van beweging centraal.
3. Jazzdans: In de 19e eeuw komen de tot slaaf gemaakte Afrikanen in Amerika in aanraking met westerse dansvormen en zij combineren dit met hun eigen dans. Hieruit ontstaan nieuwe vormen. Jazzdans wordt veel toegepast in Musical en
Showdans.
4. Urban/hiphop: Deze dansvorm is begonnen in de wijk The Bronx in New York, rond het midden van de jaren zeventig. Deze stijl is het verzamelwoord voor verschillende dansstijlen
zoals Hip hop, breakdance, streetdance, popping&locking.
5. Wereld of volksdans: Deze dansvorm is een verzamelnaam voor danssoorten die behoren tot de cultuur een volk of een land. Soms wel meer dan duizend jaar oud .

Slide 48 - Tekstslide

Iedereen danst wel eens. Bijvoorbeeld op een (gala)feest, op de camping, op school, in een disco. Misschien zit je wel op dansles. Wanneer en waar dans jij? Ik dans....
En hoe vind jij het om te dansen? Ik vind dansen ....

Slide 49 - Open vraag

Ben jij wel eens bij een voorstelling geweest waarin gedanst werd?
JA
NEE

Slide 50 - Poll

KENMERKEN
Richting: In het horizontale vlak zijn er diverse richtingen waarin de danser de ruimte kan doorsnijden. Denk hierbij aan voor- en achterwaarts, zijwaarts en diagonaal. Ook de blikrichting (focus) van de danser is van belang.
Hoogte: In het verticale vlak kan de danser zich bewegen in drie lagen: hoog, midden en laag. De lagen worden gedacht vanuit het bekken van de danser, dat als ‘midden’ wordt gezien. Dus springen is dan ‘hoog’ en zittend/liggend de grond gebruiken is ‘laag’.
Ruimte: Op het moment dat een danser zich beweegt in de ruimte gebruikt hij richtingen en hoogtelagen. De variaties daarin kunnen leiden tot patronen (lijn, cirkel, slinger, spiraal, acht, etc.), vormen van het lichaam van de danser (groot,
helemaal uitgestrekt of klein, helemaal in elkaar; rond of hoekig etc.). Ook de plaatsing van één danser in de ruimte, van meerdere dansers ten opzichte van elkaar (opstellingen zoals kring of rij), of de plaatsing van dansers t.o.v. decorstukken hoort hierbij.
Tijd: Dans voltrekt zich niet alleen in de dimensie ruimte, maar ook in tijd. Dans heeft een duur (acht maten voor een paar passen, avondvullend voor een sprookjesballet bijvoorbeeld), een tempo (van uiterst langzaam tot extreem snel), een ritme en maat (zie bij muziek). Kortom, dans maakt een bepaalde onderverdeling van de tijd zichtbaar.
Kracht: Om te kunnen bewegen moet de danser zijn spieren aanspannen en ontspannen, afhankelijk van de beweging die hij wil maken. Denk hierbij aan het optillen van een been, dat vraagt om de aanspanning van bepaalde spiergroepen en om de ontspanning van weer andere spiergroepen. Het karakter van een beweging hangt sterk af van de aanzet die de danser actief geeft aan de beweging: hij kan een sterke aanzet meegeven of een zeer lichte. 

Slide 52 - Tekstslide

Ruimte
Tijd
Kracht
Zwaartekracht

Herhaling
Liften
Ritme
Opstelling
Snelheid
Hoog/midden/laag
Vertragen

Slide 53 - Sleepvraag