A3c Schrijven H1 + H2

Welkom terug!!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!!

Slide 1 - Tekstslide

Planning week 1 + 2
Deze week (week 1)
Schrijven H1 blz. 20/21, opdr. 1 +2
Schrijven H2 blz. 52/53, opdr. 1 t/m 3

Volgende week (week 2)
Schrijven H3 blz. 84/85, opdr. 1 t/m 3
Schrijven H4 blz. 114/115, opdr. 1 t/m 3
Zelf bepalen onderwerp betoog

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
Ik kan/weet:

  • verschillende manieren om een onderwerp van een tekst te introduceren en af te ronden
  • een inleiding en slot schrijven en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden
  • de structuur van de tekst aan het doel van de tekst aanpassen
  • relaties als oorzaak/gevolg etc. duidelijk aangeven met signaalwoorden en structuuraanduidende zinnen 

Slide 3 - Tekstslide

De planner staat op Teams - kanaal Nederlands - bestanden. 
In de map Schrijfvaardigheid staan alle documenten, die je nodig hebt de komende weken. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe is een tekst opgebouwd?
A
Inleiding en midden
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Midden en slot
D
Inleiding en slot

Slide 5 - Quizvraag

Tekstopbouw
Bijna elke tekst bestaat uit drie onderdelen:
  1. inleiding
  2. middenstuk (kern)
  3. slot

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
In de inleiding trek je de aandacht van de lezer.
Hoe? Door in de 1e alinea:
  • actualiteit gebruiken
  • geschiedenis gebruiken
  • een voorbeeld of anekdote of eigen ervaring te vertellen
  • voor de lezer persoonlijk belang benadrukken
________

Slide 7 - Tekstslide

Ook introduceer je in de inleiding het onderwerp, soms in de 2e alinea. Dat doe je door:

  • een hoofdvraag en/of deelvragen op te stellen.
  • een probleem te formuleren.
  • je standpunt te geven.

Slide 8 - Tekstslide

Is de tekst een inleiding of een slot?
A
inleiding
B
slot

Slide 9 - Quizvraag

Slot
In het slot formuleer je de hoofdgedachte van de tekst; het belangrijkste wat je de lezer wil meegeven. Bijv.: het antwoord op de hoofdvraag of een herhaling van je standpunt.

Je sluit het slot af met een uitsmijter, een krachtige zin. 
_____________

Slide 10 - Tekstslide

In welk deel van de tekst verwacht je onderstaande zinnen?
Inleiding
Kern
Slot
En daarom raad ik iedereen aan om meer televisie te kijken.
Televisie biedt bovendien de broodnodige ontspanning.
Het moge duidelijk zijn: televisiekijken is de beste invulling van je vrije tijd.
Zullen onze kleinkinderen nog weten wat een televisie is?
Voor velen zal het een bekend gevoel zijn: zo veel kanalen en toch zo weinig leuke programma's op tv.
Toch is het misschien te kort door de bocht om te zeggen dat er geen goede televisie meer wordt gemaakt.

Slide 11 - Sleepvraag

In welke alinea's van een overtuigende tekst staat het standpunt?
A
inleiding en middenstuk
B
middenstuk en slot
C
inleiding en slot
D
inleiding, middenstuk en slot

Slide 12 - Quizvraag

H2 schrijven
Tekststructuren

Slide 13 - Tekstslide

Tekststructuren
overtuigen of activeren
informeren of opiniëren
informeren of opiniëren
informeren
informeren
informeren, opiniëren, overtuigen en activeren
informeren
Tekstdoelen:

Slide 14 - Tekstslide

Welke tekststructuur past niet bij een betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 15 - Quizvraag

     informeren                                                            overtuigen                       

                                                                                                                               

  
Het is de bedoeling dat de lezer iets gaat doen.
Nieuwsbericht in de krant of een tekst in een leerboek.
Dit zie je soms bij een recensie van een boek, maar het kan ook overtuigend zijn!
beschouwen
activeren
Feitelijke informatie en objectief
Voor- en tegenargumenten bij een stelling.
Je herkent vaak een duidelijk standpunt van de schrijver.
column in de krant
reclame

Slide 16 - Sleepvraag

Huiswerk week 1
Schrijven H1 blz. 20/21, opdr. 1 +2
Schrijven H2 blz. 52/53, opdr. 1 t/m 3

Ma 11-1 8.00 uur: inleveren via Teams - opdrachten
(H1 opdr. 2.7 + H2 opdr. 3.7 hoef je niet te doen!)

Slide 17 - Tekstslide