Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
figuurlijk taalgebruik
Trede 22
Figuurlijk taalgebruik, werkwoordspelling en pitchen!
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Trede 22
Figuurlijk taalgebruik, werkwoordspelling en pitchen!
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- Je herkent figuurlijk taalgebruik.
- Je maakt de opdrachten over figuurlijk taalgebruik in de Portal.
- Je maakt de eindopdracht van trede 21 af.
Slide 2 - Tekstslide
Afronden trede 22
- Uiterlijk vrijdag 25 oktober lever je je presentatie in via Schoolwerk.
- De presentatie bestaat uit:
Een leesopdracht, een schrijfopdracht en een pitch (de pitch moet je filmen en uploaden)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is figuurlijk taalgebruik?
Slide 4 - Woordweb
Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn kapper zit met haar handen in mijn haar.
B
De wedstrijd was onwijs spannend.
C
Onder de boom lag een dode vogel.
D
Ik zit met mijn handen in het haar.
Slide 5 - Quizvraag
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Dat is een goed middel voor je zieke paard.
B
Een paardenmiddel voor die kwaal.
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn broer is een beer van een kerel.
B
In het bos is een beer gespot.
Slide 8 - Quizvraag
Uitdrukkingen zijn figuurlijk taalgebruik.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Ze kookt van woede.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Veronique draagt een gouden ring.
B
Hij scoorde ringloos in de basket.
C
Door hem ben ik nu de sigaar.
D
Hij rookte stiekem een sigaar.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Het zag zwart van de mensen
B
Ik vond het maar een mager cijfer
C
Gisteren was er een spektakelwedstrijd op tv!
D
Dat is niet iets om over naar huis te schrijven
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Na drie uur vertrok hij naar Japan.
B
De president van Amerika bracht in juli een bezoek aan Duitsland.
C
De pers noemde het een bliksembezoek.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Dat was op de valreep
B
Het water liep hem in de mond
C
Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
D
Het zit me niet lekker
Slide 15 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
September 2024
-
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2024
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
3. Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
October 2025
-
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Ook taal - Spreekwoorden over het weer
October 2024
-
12 slides
Begrijpend lezen
Literatuur
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Ook taal - Spreekwoorden over het weer
October 2024
-
12 slides
Begrijpend lezen
Literatuur
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Werkwoorden
March 2022
-
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 1 woordenschat
September 2024
-
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
Praktijkonderwijs
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
SCORE Nederlands vo/mbo