OV1: Waarom voor binnenlandse of buitenlandse producten kiezen

Waarom voor
binnenlandse of buitenlandse
producten kiezen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarom voor
binnenlandse of buitenlandse
producten kiezen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke
producten komen uit
België

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duid de producten uit België aan
A
Speculoos
B
Chocolade
C
Bier
D
Koffie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten komen
NIET
uit België?
A
Appels
B
Kiwi's
C
Peren
D
Witloof

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke
nadelen
zijn er wanneer je producten uit het buitenland koopt?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nadelen export
export = uitvoer
- heel veel verkeer
- vervuiling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duid de nadelen van export aan.
A
Vervuiling
B
Meer werk
C
Meer winst
D
Veel verkeer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

281 banen op de tocht bij Bekaert
Van Hool bouwt meer bussen in Macedonië dan in België

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere bedrijven verhuizen een deel van de productie naar een ander land omdat
A
de lonen er lager zijn.
B
de mensen in België niet meer willen werken.
C
de lonen er hoger zijn.
D
de mensen liever in andere landen gaan werken.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lageloonlanden zijn landen waar ...
A
het loon van arbeiders zeer hoog is.
B
het loon van arbeiders zeer laag is.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Extreme armoede van 1800 tot vandaag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is
het deel van de wereldbevolking
dat in armoede leeft gedaald?
A
20 %
B
10 %
C
50 %
D
25 %

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land is
het grootste productieland
van de wereld?
A
België
B
Amerika
C
Duitsland
D
China

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het
voordeel
van het vele exporteren?
A
De bevolking werd armer.
B
De bevolking werd minder arm.
C
De bevolking moet harder werken.
D
De bevolking heeft minder eten.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke
voordelen
zijn er voor het milieu door lokaal te kopen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lokaal kopen
=  je koopt goederen die in je EIGEN land
gemaakt of geteeld
(= gekweekt) worden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef enkele voorbeelden van lokaal kopen

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
- Aardappelen van bij boer
- Appels plukken bij fruitteler
- Vlees rechtstreeks bij boer

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele voordelen lokaal kopen
- Producten zijn verser
- Minder milieuvervuiling
- Minder verpakkingsmateriaal
- Producten zijn soms goedkoper

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de
voordelen
van lokaal kopen?
A
Meer milieuvervuiling
B
Minder milieuvervuiling
C
Minder verse producten
D
Versere producten

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Duid de voorbeelden van
lokaal kopen
aan.
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben ontwikkelingslanden
voordeel
van de productie
van internationale handel?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom blijven we T-shirts van twee euro kopen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er in 2013 in Bangladesh?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De veiligheid van de gebouwen is de jaren na de ramp verbeterd.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lonen zijn gestegen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De mensen hebben inspraak
over de veiligheid
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is nu een systeem
waardoor je een uitkering krijgt
als je ziek bent.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oxfam
Strijdt tegen honger in de wereld
Zorgt voor eerlijke prijs voor producten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet
de Schone Kleren Campagne?
A
betere lonen
B
behoudt van bossen
C
betere arbeidsomstandigheden
D
minder milieuvervuiling

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ngo
= niet gouvernementele organisatie vecht voor ...
A
milieubescherming
B
gevangenen
C
mensenrechten
D
betere gezondheid

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

De poll (Emoji)
Voor het uitvragen van emoties bij bepaalde onderwerpen, komt het emoji type goed van pas.

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Noteer 2 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Noteer 2 dingen waarover je meer wilt weten.

Slide 36 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Noteer wat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.