SPAR Controle

SPAR controle
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

SPAR controle

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je deze les doen?
  • Je leert wat een SPAR controle is;
  • Je leert wanneer je een SPAR controle uitvoert;
  •  Je leert hoe je een SPAR controle uitvoert;
  • Je leert een conclusie te trekken uit de resultaten van de SPAR controle.

Slide 2 - Tekstslide

Gezond of niet?
Je hoopt het natuurlijk nooit mee te maken, maar je kan in een situatie terecht komen waar je te maken hebt met een dier dat een ongeluk heeft gehad. 

Ook heb je tijdens de omgang met een dier wel eens het gevoel dat er iets niet klopt aan de gezondheid van het dier.

In deze gevallen kun je een SPAR controle gaan uitvoeren om te kijken hoe het dier er aan toe is.

Slide 3 - Tekstslide

SPAR controle
SPAR is bedacht om snel een controle uit te voeren bij een dier in nood. Een dierenambulance medewerker zal dit bijvoorbeeld bij een aanrijding toepassen. Bij de SPAR contole kijken we naar de volgende gezondheidskenmerken:
S = Slijmvliezen
P = Pols (hartslag)
A = Ademhaling
R = Reflexen

Slide 4 - Tekstslide

Slijmvliezen
Kijk met name aan de binnenzijde van de lip. Het slijmvlies kan verschillende kleuren hebben; bijvoorbeeld:

- Geel: bij geelzucht (meestal geen spoed);
- Veel te rood: koolmonoxide vergiftiging;
- Blauw: zuurstof tekort (dier vecht om adem);
- Bleek: bloedarmoede door bloedverlies of een shock;
- Fel rood: ergens in het lijf is een ontsteking.

Slide 5 - Tekstslide

Pols
De polsslag van een dier verteld je iets over de werking van het hart, en over het vatenstelsel van het dier. Is er een zwakke pols dan kan er iets mis zijn met het hart, is er geen pols dan kan er sprake zijn van een inwendige bloeding.

Normale frequentie:
Kat: 120 – 180 / min
Hond: 60 (groot) – 120 (klein) / min

Slide 6 - Tekstslide

Ademhaling
Controleer of het dier kan ademen. Trek eventueel de tong naar buiten om in de keel te kijken. Als het dier ademt, wat is dan het adempatroon: regelmatig of snel en onregelmatig. Normaal: frequentie 10 – 30 x per minuut met borst – buik ademhaling.


Het aantal ademhalingen per minuut zegt iets over de toestand van het dier. Een dier met een snelle ademhaling kan stress of pijn hebben. Een dier met een trage ademhaling kan in een shock verkeren. Bekijk nu het filmpje.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Reflexen
Reflexen zijn reacties van een lichaam op een bepaalde prikkel. Het dier reageert op de prikkel zonder er bij na te denken. Bij dieen kunnen we de volgende reflexen testen:

- Ooglidreflex;
- Anus reflex;
- Correctie reflex;
- Dreigreflex.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg reflexen

Slide 10 - Tekstslide

Normaalwaarden

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  1. De docent geeft je een werkblad dat je gaat gebruiken om bij minimaal 3 dieren op school de SPAR controle uit te voeren.

  2. Ben je daarmee klaar dan vergelijk je je bevindingen met andere leerlingen die hetzelfde dier hebben gecontroleerd.

  3. Vertoont een dier zware afwijkingen overleg dan met de docent wat je moet doen.

Slide 12 - Tekstslide