2HF les van 17-1

Welkom bij de les 
Pak je werkboek, lesboek en aantekeningenschrift er snel bij!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les 
Pak je werkboek, lesboek en aantekeningenschrift er snel bij!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- We kijken een korte video over heel hoofdstuk 2
- Ik behandel in het kort de paragrafen van hoofdstuk 2
- Jullie krijgen een mini oefentoets over hoofdstuk 2
- We bespreken de oefentoets door elke vraag goed door te nemen.
- In het laatste gedeelte van de les kunnen jullie zelf verder werken aan de zelfstandige opdracht over megasteden
- We nemen alle leerdoelen van hoofdstuk 2 nog voor de laatste keer door
 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Paragraaf 2.1
-  De kenmerken van de stad en de verschillende soorten steden(Megasteden, Wereldsteden en hoofdsteden)


Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 2.2

- Kenmerken van de ligging van een stad, en het verschil tussen een stedelijk gebied en een Primate city.  
- verstedelijkingsgraad - verstedelijkingstempo

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 2.3
-Je kent de opbouw van een Amerikaanse, westerse en niet-westerse stad. 
- Suburbanisatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 2.4
-  De kenmerken van een megastad
- informele sector

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 2.5
- Van een stad naar een stedelijk gebied
-Verzorgingsgebied
-Reikwijdte 

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 2.6
- Je kent de vier manieren om de stad weer aantrekkelijk te maken
-  je kent de drie redenen waarvoor je een stad weer aantrekkelijk wilt maken.
- segregatie 
-  publieke ruimte 

Slide 9 - Tekstslide

Quiz over hoofdstuk 2
Jullie krijgen nu allemaal een a4 met een aantal vragen erop, en jullie krijgen 20 minuten om het af te maken. We gaan de vragen vervolgens bespreken!

De vragen moeten in volledige stilte gemaakt worden!

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet er in je schetskaart komen te staan?
Welke gegevens moet je in de kaart minimaal verwerken?
- Ligging van de steden (waar kom je de steden voor op de wereldkaart)
- Grootte van de steden (maak een nette legenda)
- Natuurkundige gegevens die belangrijk zijn om de ligging te verklaren (gebergtes, rivieren, vruchtbare gebied)
- Trek van mensen van het platteland naar de stad om werk te vinden

Slide 11 - Tekstslide

Dit moet in je samenvatting komen te staan?
1. Waar komen de megasteden het meeste voor?
2. Waar komen de megasteden het minste voor?
3. Welke gebieden zijn een uitzondering?
4. Welke verklaringen kun je geven voor de spreiding van de verschillende megasteden? Waarom juist daar?
5. Waar zullen de Megasteden in de toekomst (over 20 jaar) voornamelijk liggen? Welke patronen zullen er ontstaan, en waarom juist daar?

Slide 12 - Tekstslide

Alle leerdoelen van hoofdstuk 2
Je weet welke vier kenmerken een stad heeft;
Je kent de factoren die de ligging van steden beïnvloeden.
Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd.
Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad.
Je weet waar de belangrijkste steden en stedelijke gebieden in Nederland liggen.
Je weet met welke maatregelen je de stad weer aantrekkelijk kunt maken.


Slide 13 - Tekstslide

Je kunt beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.
Je kunt het verband tussen verstedelijkingsgraad, verstedelijkingstempo en welvaart uitleggen.
Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven.
Je kunt met een kaart of foto uitleggen hoe een krottenwijk verandert
Je kunt de ontwikkeling van stad tot stedelijk gebied uitleggen.
Je kunt de veranderingen in de Nederlandse stad beschrijven.


Slide 14 - Tekstslide

Je begrijpt het verschil tussen een megastad en een wereldstad
Je begrijpt het verschil in verstedelijkingstempo tussen rijke en arme landen.
Je begrijpt dat verstedelijking vaker plaatsvindt in de randzone van de stad.
Je begrijpt waarom de informele sector ‘de smeerolie van de stedelijke economie’ wordt genoemd.
Je begrijpt het verband tussen het dienstenniveau van een stad en de omvang van het verzorgingsgebied en de reikwijdte
Je begrijpt waarom grote steden mensen uit de randgebieden van Nederland aantrekken en afstoten.




Slide 15 - Tekstslide

Einde van de Les
Zorg ervoor dat je de stof van hoofdstuk 2 goed hebt doorgenomen voordat de toetsweek begint!
Vergeet je atlas niet mee te nemen naar de toets!

Slide 16 - Tekstslide