3.3 herhaling 3.4 uitleg

3.3 herhaling 3.4 uitleg
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

3.3 herhaling 3.4 uitleg

Slide 1 - Tekstslide

3.3

Slide 2 - Tekstslide

Functies politieke partijen
Integratiefunctie: samenbrengen van politieke wensen tot een samenhangend partijprogramma.
Informatiefunctie: burgers informeren over maatschappelijke vraagstukken en hun standpunten.
Participatiefunctie: burgers actief laten deelnemen aan de politiek.
Selectiefunctie: geschikte mensen zoeken die een politieke functie kunnen vervullen.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappelijke veranderingen:
Minder mensen worden lid van politieke partijen gevolgen:
  • meer zwevende kiezers
  • minder geschikte bestuurders beschikbaar
  • minder geld om zich goed te organiseren en verkiezingen te voeren.

Slide 4 - Tekstslide

Representativiteit
De mate waarin de politieke besluiten, de standpunten of de achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met de groep die zij vertegenwoordigen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Na bespreken opdrachten
3.3 
6, 8, 9

Slide 7 - Tekstslide

3.4

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdvraag:

  • Waarom stemmen mensen op een bepaalde partij en wat gebeurt er met hun stem?
Begrippen: 
  • Actief kiesrecht
  • Passief kiesrecht
  •  Lijsttrekker 
  • Spindokter
  • Motieven om te stemmen
  •  Evenredige vertegenwoordiging
  •  Districten- of meerderheidsstelsel



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Actief kiesrecht:
Het recht om te stemmen
Passief kiesrecht: 
Het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 11 - Tekstslide

Verkiezingen
vrij en geheim
18 jaar (en NL staatsburger)
actief en passief kiesrecht
waar kunnen we allemaal op stemmen?
Je stemt op een persoon
(die bij een politieke partij hoort)

Slide 12 - Tekstslide

Op welke partij ga je stemmen?
De voornaamste redenen om op een partij te
stemmen:
  • De standpunten van de partij komen overeen met jouw ideeën.
  • De partij let goed op jouw belangen.
  • Je stemt strategisch: je kijkt welke partij kans maakt om in de regering te komen.
  • De persoon van de lijsttrekker spreekt je aan. 

Slide 13 - Tekstslide

Spindoctors:
Tijdens verkiezingen maken lijsttrekkers gebruik van spindoctors.

Communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren over een zo positief mogelijk imago.

 

Slide 14 - Tekstslide

Strijd om de kiezer
Op campagne!

  • Verkiezingsprogramma
  • Verkiezingsslogan
  • Lijsttrekker
  • Campagneteam (spindoctors)

mediacratie?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een zwevende kiezer?

Slide 18 - Open vraag

De rol van de media:
Via de media proberen partijen vooral de stemmen van de zogenaamde zwevende kiezer te winnen.
Kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.

Media spelen een grote rol in de verkiezings-campagne. Denk aan:
  • Tv-debatten
  • Talkshows en amusementsprogramma’s
  • Social media als Twitter en Facebook



 

Slide 19 - Tekstslide

(Voorkeurs)stemmen:
  • In Nederland stem je op een persoon, niet op een partij.
  • De meeste kiezers stemmen op de lijsttrekker.
  • Sommigen kiezen bewust voor een andere kandidaat.
  • Door voorkeursstemmen kan een kandidaat die laag op de lijst staat toch in de Tweede Kamer komen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Districten kiesstelsel:

Ander kiessysteem in de landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk:
Land wordt verdeeld in kiesdistricten.

  • Per district komt één afgevaardigde in het parlement.
  • Dat is de kandidaat die de meeste stemmen haalt. De andere stemmen tellen niet mee (“The Winner takes all”).

Slide 22 - Tekstslide

Evenredig kiesstelsel:
In Nederland worden verkiezingen gehouden volgens een stelsel van evenredige vertegenwoordiging: Alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Huiswerk 3.4
2, 3, 7, 8, 9, 12, 13

Slide 27 - Tekstslide