In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leesbevordering
Slide 1 - Woordweb
Kan er bij meertalige kinderen sprake zijn van een Taalontwikkelingsstoornis (TOS)?
A
Nee. Meertalige kinderen kunnen wel een probleem hebben met het leren van Nederlands als tweede taal, maar hebben geen taalstoornis.
B
Nee. De taalontwikkeling van meertalige kinderen kan vertraagd verlopen doordat het taalaanbod verdeeld is over meerdere talen, en ze dus vaak minder aanbod ontvangen in één taal. Er is dan geen sprake van een stoornis.
C
Ja. Meertaligheid kan een taalontwikkelingsstoornis veroorzaken. TOS komt vaker voor bij meertalige kinderen.
D
Ja. Meertalige kinderen kunnen een taalontwikkelingsstoornis hebben. De meertaligheid is in dit geval niet de oorzaak van de TOS.
Slide 2 - Quizvraag
Algemene kenmerken van een taalstoornis (dus in de moedertaal)
Laat beginnen met praten
Trage woordenschatuitbreiding
Problemen vaak groter in taalproductie (beter begrip)
Vaak in combinatie met fonologische stoornissen
Auditieve verwerkingsproblemen
Slide 3 - Tekstslide
Hoe lang duurt het tot een kind volledig mee kan doen in het regulier onderwijs?
A
2-4 jaar
B
3-5 jaar
C
4-7 jaar
D
6-8 jaar
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Bij het leren van een taal doorlopen sprekers diverse ontwikkelingsfases. Welke fasen wordt door een NT2-spreker overgeslagen?
A
Differentiatiefase en voltooingsfase
B
Vroeglinguale fase en differentiatie fase
C
Prelinguale fase en vroeglinguale fase
D
Prelinguale fase en differentiatie fase
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welk van onderstaande factoren heeft bij alle kinderen een positieve invloed op het verwerven van een tweede taal?
A
Intelligentie
B
Expliciete instructie
C
Attitude van ouders t.o.v. de nieuw te leren taal
D
Beheersing 1e taal
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
• Noem de vier taal onderdelen
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
• Noem de domeinen van taal
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Bij woordenschatonderwijs gaan we uit van de viertakt. Uit welke onderdelen bestaat deze en in welke volgorde?